Telefilm 2016: Erik de Bruyn over Hope

  • Datum 22-04-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

De Filmkrant interviewt de regisseurs van de Telefilms. Als eerste Erik de Bruyn over Hope, een fictieve bewerking van de beruchte Heleen Mees-affaire, waarvoor De Bruyn ook een paar dagen New York aandeed. "De Amerikanen in de crew keken hun ogen uit toen ik zelf ook maar met lichtstatieven begon te slepen." 

Hope is gebaseerd op een episode uit het leven van Heleen Mees, de ‘powerfeminist’ die twee jaar geleden in opspraak raakte vanwege het vermeend stalken van haar minnaar, topeconoom Willem Buiter, in New York. Hoe bekend was je met haar verhaal? "Zoals iedereen die het nieuws volgt, wist er wel wat van. Maar ik moet ook toegeven dat de zaak inmiddels wat op de achtergrond was geraakt. Nadat producent Pupkin me benaderde voor deze film, heb ik me er weer in verdiept. Gelukkig hadden we een erg goede researcher, Wytz Soetenhorst. Zij wist allerlei stukken, ook juridische verslagen en achtergrondinformatie, over de zaak naar boven te halen. Die hebben we verwerkt in het scenario."

Wat interesseerde je aan haar verhaal? "Wat me meteen opviel is dat Heleen Mees dramatisch gezien een interessant personage is. In die financiële wereld waarin ze zich begeeft, is ze zowel in control als out of her league. Daarbij: hoe meer ik over haar als fictief figuur nadacht, hoe interessanter ze werd. Ik stelde me haar voor als een grillig personage, iemand met meerdere kanten. Ongrijpbaar in zekere zin. Net als je denkt: ‘Aha, ze is zo’, blijkt ze ook andere kanten te hebben. Aan de ene kant bijna overambitieus en zelfs opportunistisch, eer- en wraakzuchtig en vilein, maar ook wilskrachtig, onbevreesd, vrouwelijk en daadkrachtig."

Is dat ook de reden dat Hope geen biografische film is, maar geïnspireerd op voorvallen uit haar leven? Het personage dat Monic Hendrickx speelt, heet bijvoorbeeld Hannah Nijkamp en niet Heleen Mees. Waarom heb je die afstand genomen van de realiteit? "Wat jij afstand noemt, is een keuze om het fictief te maken. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste is Heleen Mees nog volop in een juridische strijd verwikkeld over de affaire, en kon ze daardoor niet met ons spreken. Als we haar werkelijke verhaal zouden vertellen, vond ik dat een vereiste. Daarnaast hoefden we op deze manier het verhaal ook minder zwart-wit neer te zetten, en konden we ons hoofdpersonage Hannah inderdaad een abstraherend gestalte geven. We hebben haar zelfs een drijfveer meegegeven. Wat mensen algemeen over de affaire weten is het verhaal van de stalking, maar wat gebeurde er daarvoor in die relatie? Voor deze film leek het me interessanter ook een ander perspectief op het gebeurde te tonen, en het aan de toeschouwer te laten om er z’n eigen gedachten over te ontwikkelen.
"Je moet trouwens niet vergeten dat het hier een Telefilm betreft. Er was dus niet echt een onbegrensd budget, om het zacht uit te drukken. Logistiek alleen al zou ’t niet te doen zijn om die hele affaire zo all over New York en Wall Street te draaien. Dat kun je niet ‘waarheidsgetrouw’ verfilmen met zo’n budget."

Desondanks heb je daadwerkelijk een paar scènes in New York opgenomen. Hoe belangrijk was het om dat toch te doen? "Iedereen die zich iets van de zaak herinnert, weet dat die dramatische episode uit Mees’ leven zich daar afspeelde. Het gebeuren is onlosmakelijk verbonden met die typische Wall Street en Manhattan-achtige omgeving. De wereld van big finance, zeg maar. Het was dan ook noodzakelijk om in ieder geval iets van die stad te ervaren. Al snel werd trouwens duidelijk dat het veel duurder is om daar te draaien, dan hier. Zo konden we er uiteindelijk maar vier dagen opnemen, en dan ook nog met een minicrew. We draaiden dus echt guerrilla. We konden geen wegen afzetten, en hadden geen setbewaking. Met twee combibusjes, een voor de equipement en een voor de acteurs en make up, raceten we in rap tempo van locatie naar locatie. Soms wel drie of vier plaatsen per dag. De Amerikanen in de crew keken hun ogen uit toen ik zelf ook maar met lichtstatieven begon te slepen, haha."

still uit Hope

Hoe zit het eigenlijk met bijvoorbeeld vergunningen? Kan je als Nederlandse crew zomaar overal filmen in zo’n immense filmstad? "Permits om te draaien moet je echt overal hebben. Bij gerechtsgebouwen, overheidsgebouwen en banken kregen we geen toestemming. We zijn er toen maar stiekem gaan filmen, en dus ook herhaaldelijk weggestuurd. Ook konden we nergens interieuren draaien. Niet ideaal natuurlijk, maar aan de andere kan heerst er ook een enorme energie in New York. Overal is er bezigheid en drukte. Ze zijn daar echt on the move. Daar surf je toch een beetje op mee."

Hoe was het om na Nadine weer met Monic Hendrickx te werken? Sinds die samenwerking is ze dankzij Penoza ook een televisiester geworden. "Weer met Monic werken was fantastisch. Zo’n geweldige actrice. Monic wordt niet alleen de vrouwen die ze speelt, die vrouwen worden ook een beetje haar. Ik heb op de set herhaaldelijk met open mond staan kijken naar wat ze in die soms in gehaaste setting, zo midden in die miljoenenstad the Big Apple, allemaal emotioneel in huis had. We hebben inderdaad wel geprobeerd weg te blijven van haar personage uit Penoza. Ook in lichaamstaal, taalgebruik en beweging. In Hope laat ze zeker weer een andere kant van zichzelf zien, ook een meer kwetsbare. Er was veel wederzijds vertrouwen, dat helpt altijd."

Guus Schulting

Hope wordt op 24 april om 20:25 uitgezonden op NPO3.