Succes Nederlandse film te danken aan vrouwelijk publiek

  • Datum 15-10-2015
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Wat al jaren wordt gezegd over de tijdschriften- en boekenmarkt, blijkt ook te gelden voor de Nederlandse film. Het publiek is grotendeels vrouwelijk. Van alle kaartjes die in 2014-2015 verkocht zijn voor Nederlandse films, is 74% afgerekend door vrouwen. Dat blijkt uit de onlangs gepubliceerde Bioscoopmonitor van Stichting Filmonderzoek.

De periode die in het onderzoek werd behandeld was een goede voor de Nederlandse film. Alleen al in 2014 haalden zestien van de 57 in dat jaar uitgebrachte films de gouden status (meer dan 100.000 bezoekers). Eén film, Gooische Vrouwen 2, wist zelfs meer dan 1 miljoen bezoekers te trekken. Het marktaandeel van de Nederlandse film groeide tot 20,9%, wat gelijk staat aan 6,4 miljoen verkochte kaartjes. Bioscoopbezoek concentreerde zich vooral in het eerste en laatste kwartaal van het jaar.

De oververtegenwoordiging van vrouwen in het publiek voor Nederlandse films wordt allicht ook beïnvloed door het aanbod. Romantische komedies en liefdesdrama — Toscaanse bruiloft, Hartenstraat, Soof, Pak van mijn hart — trekken nu eenmaal meer vriendinnenclubs dan mannen.

Maar vrouwen zijn überhaupt grotere filmkijkers dan mannen. De frequentie van bioscoopbezoek ligt hoger — gemiddeld 3,3 versus 2,2 keer per jaar — en het marktaandeel ligt op 60%. Opvallend is dat dit vooral geldt voor bioscopen. Als er wordt gekeken naar bezoek aan kleinere filmtheaters verdwijnt het genderverschil nagenoeg.

Nederlandse films deden het in 2014-2015 het beste in de provincies Drenthe, Noord-Holland en Zeeland. Het succes in laatst genoemde provincie is grotendeels te verklaren door de release van het bijzonder Zeeuws gekleurde Dorsvloer vol confetti. De relatief hoge notering van Limburg is vergelijkbaar terug te voeren op Hemel op aarde. In Friesland liepen bioscoopgangers het minst warm voor Nederlandse films. Het marktaandeel bleef daar steken op 18%.

Uit de cijfers van de Bioscoopmonitor valt verder op te maken dat 54% van de Nederlanders wel eens naar de film gaat. Bij het merendeel van het bioscooppubliek blijft het bij incidenteel bezoek: 83% gaat één tot vier keer per jaar. De verschillen tussen leeftijdsgroepen zijn daarbij overigens substantieel. In de categorie 16-23 jarigen ligt de frequentie op 6,6 keer per jaar terwijl die onder 65+ers op 1,5 keer per jaar blijft steken.

Edo Dijksterhuis