Regeerakkoord betekent nekslag voor Mediafonds
Met twee regels op pagina 74 van het gisteren gepresenteerde regeerakkoord wordt het Mediafonds effectief opgeheven. ‘Ik kan dit maar op één manier lezen: het einde van het fonds per 1 januari 2017 of eerder’, stelt Mediafonds-directeur Hans Maarten van den Brink. Hij schat dat door de maatregel 70 tot 80 procent van de financiering voor documentaires wegvalt.
‘Het eerder aangekondigde mediafonds wordt heroverwogen. Alleen het Stimuleringsfonds voor de Pers blijft bestaan. Dit levert een besparing op van 16 miljoen.’ Zo luidt de precieze tekst in de financiële onderbouwing van het regeerakkoord.
Het mediafonds waaraan in de eerste regel wordt gerefereerd, is een combinatie van Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (zoals het Mediafonds voluit heet) en het Stimuleringsfonds voor de Pers. Tot een fusie tussen beide fondsen was al besloten in 2011; volgend jaar februari zou er een uitgewerkt plan van aanpak moeten liggen. Voor de nieuwe combinatie was een budget gereserveerd van 18 miljoen euro per jaar. De ‘besparing van 16 miljoen’ in het regeerakkoord is precies ter grootte van het Mediafonds-budget. Er staat dus niet expliciet dat het Mediafonds wordt opgeheven, geeft Van den Brink toe, maar ‘als ik mensen op het ministerie vraag of zij hetzelfde lezen als ik dan beamen ze dat’.
Het Mediafonds, dat is opgericht in 1988, bevordert de ontwikkeling en productie van artistiek hoogwaardige programma’s van publieke landelijke en regionale omroepen. Het fonds financiert programma’s als One Night Stand, dat jaarlijks een verzameling korte films van eigen bodem oplevert. Ook een serie als A’dam E.V.A. is mogelijk gemaakt door steun van het fonds. Jaarlijks heeft het fonds 16 miljoen euro te verdelen — geld dat afkomstig is uit inkomsten van Stichting Etherreclame.
Het Mediafonds spendeert jaarlijks de helft van zijn budget, 8 miljoen euro, aan documentaires. Het wegvallen van het fonds zou voor deze sector een enorme impact hebben. Van den Brink: ‘Wij zijn verantwoordelijk voor 70 tot 80 procent van de financiering van documentaires. Als dat stopt dan worden er heel veel makers werkeloos en vallen er links en rechts productiebedrijfjes om.’
Op het gebied van drama gaf het Mediafonds vorig jaar ruim 6 miljoen euro uit en dit jaar ietsje meer. Daarmee is het kwantitatief geen grote speler maar wel een spil in het financieringstraject dat vaak afhangt van meerdere geldstromen. Veel dramaseries halen er een deel van hun budget om die door andere partners aangevuld te zien worden. Zo is het Mediafonds bijvoorbeeld van groot belang voor projecten die ondersteund worden door het Nederlands Filmfonds. Van den Brink verwacht dat er ook bij het Filmfonds projecten zullen wegvallen als de bezuinigingen doorgaan.
De voorgenomen opheffing van het Mediafonds komt als een grote verrassing voor alle betrokkenen. Ze strookt ook niet met de verkiezingsprogramma’s, vooral niet dat van de VVD. Daarin stond dat de publieke omroep wel degelijk smaller moest worden, maar zijn kerntaken moest blijven vervullen, het brengen van culturele producties niet in de laatste plaats. Ook stelden de liberalen voor dat commerciële partijen (lees: niet-publieke omroepen) toegang moesten krijgen tot overheidsgeld dat geoormerkt is voor de media. Het voorgenomen fusiefonds zou dat allemaal mogelijk maken.
‘Dit is dan ook een inhoudelijk vreemd besluit’, vindt Van den Brink, die zich gesterkt weet door brievenschrijvers en reacties op Twitter en Facebook. ‘Eerlijk gezegd denk ik dat degenen die dit akkoord hebben opgesteld zich niet hebben gerealiseerd wat ze hier hebben opgeschreven. We gaan de regering vragen waarom deze maatregel genomen is. En dan zullen we pleiten voor het intrekken ervan.’
Edo Dijksterhuis