R’dams nieuwste theater met een lange historie

  • Datum 12-10-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Volgende week opent KINO. Decennialang huisvestte het pand aan de Rotterdamse Gouvernestraat theater LantarenVenster en functioneerde het als zenuwcentrum van het International Film Festival Rotterdam. Nu is het een audiovisuele hub met serieus restaurant, vier compleet gerenoveerde zalen en vloerbedekking die verwijst naar The Shining. De Filmkrant kreeg alvast een rondleiding.

Toen Jan De Vries en Frank Groot twee jaar geleden aanklopten bij het toneelgezelschap dat toen in het gebouw zat, ging het ze om de twee leegstaande zalen. Daar wilden ze graag films programmeren. Heel erg serieus werd dat initiatief niet genomen. Maar toen het pand te koop bleek te staan, sloegen ze hun slag. "We schrokken ons te barsten: het is zo groot!", vertelt De Vries, die nu artistiek directeur KINO op z’n visitekaartje heeft staan. "We wisten eigenlijk meteen dat we de hele ruimte moesten gebruiken om het rendabel te maken. Wat begon als filmtheatertje is uitgegroeid tot volledig concept. Het is een beetje uit de hand gelopen."

De liefde voor film zit diep bij Groot en De Vries. Ze kennen elkaar uit de jaren dat ze bij het Amsterdamse Kriterion werkten. De Vries: "Ik ben nog net niet gaan studeren om te kunnen programmeren, maar het scheelde niet veel. Na Kriterion scheidden onze wegen. Frank ging werken bij Rinkel Film, ik deed tien maanden lang sales bij A-Film. Maar na dat tijdelijk contract kon ik nergens aan de bak. Erg frustrerend. Twee vrienden die zelf ondernemers zijn, zeiden toen: waarom doe je het zelf niet?"

In de zoektocht naar partners klopte het tweetal aan bij Cineville. De organisatie achter de pas voor ongelimiteerd filmbezoek was resoluut: Rotterdam biedt kansen. "Als je bedenkt dat Amsterdam 88 Cineville-zalen telt en Rotterdam slechts dertien dan is wel duidelijk dat daar iets bij kan. In zeven weken tijd hebben we een plan geschreven en een begroting gemaakt. Een half jaar later konden we het pand kopen."

"We zijn meteen gaan praten met de Rotterdamse filmsector en binnen een maand hadden we een lijst van bedrijven die hier een kantoor wilden betrekken. Vanaf het begin zit het vol. KINO moet ook een ontmoetingsplaats zijn voor lokale filmmakers, een beetje een hedendaagse versie van de voormalige filmwerkplaatsen uit de jaren zestig en zeventig. Daar bleek behoefte aan te zijn in Rotterdam, zeker na het wegvallen van het mediafonds."

De investeerder van onder andere het Volkshotel in Amsterdam zorgde voor de financiering van KINO. De €60.000 die de gemeente voor het pand vroeg waren geen onoverkomelijke hobbel, maar er moest voor een veelvoud van dat bedrag worden verbouwd. De elektra werd vervangen, verbouwingen die het pand over de jaren hadden verrommeld moesten ongedaan worden gemaakt. De grootste tegenslag was dat plafonds en muren vol asbest bleken te zitten. De geplande opening in de zomer werd daarom niet gehaald.

Bar en kassa, gezien van boven

Wie nu KINO binnenstapt, ziet en ruikt de nieuwigheid. Maar ook de historie die hier bijna uit de wanden dampt. De Vries: "Wim Wenders heeft hier gesproken, de Talking Heads hebben opgetreden, en Jim Jarmusch heeft geprobeerd het barpersoneel te versieren. Sommige bezoekers hebben hier hun partner ontmoet of films gezien die hen nog steeds bijstaan. We hebben geprobeerd te verbouwen met respect voor die sentimentele geschiedenis. Na onze onofficiële opening reageerden bezoekers gelukkig heel positief: het ziet er anders uit maar de sfeer is hetzelfde als vroeger."

Toch is er ook veel veranderd. Dat begint al meteen na het gietijzeren hek dat de naam van het nieuwe theater spelt. De kassa is verdwenen uit het halletje en verschoven tot naast de bar. Die is op z’n beurt een kwartslag gedraaid, en voorzien van acht biertaps, een groot schap met uitgelezen whisky’s en speciaal voor KINO gebrande koffie. De achterwand van de centrale ruimte is vervangen door een glazen wand en ook de keuken is opengebroken. In het restaurant, gerund door chef Derk Jan Wooldrik die voorheen Bird en Lux bestierde, staat retrodesign in warme kleuren.

Ook de zalen zijn onder handen genomen. Zaal 1, met 210 stoelen de grootste, heeft een groot Cinemascope-scherm gekregen. Het onderscheidende architectonisch element van de zaal, het bovenlicht dat ervoor zorgde dat er ook zonder kunstlicht op het toneel kon worden gespeeld en waar theater Lantaren zijn naam aan dankte, is in ere hersteld.

In zaal 2 is het glooiende plafond vervangen door een telescoopvormige constructie, met koven waar subtiel het licht in is verwerkt. Waar in de jaren zestig nog 204 stoelen stonden, staan er nu maar 66. "We hebben consequent gekozen voor comfort en zicht", stelt De Vries. "Dit zijn de grootste stoelen die beschikbaar zijn. De beenruimte is bovendien extra ruim zodat je niet hoeft op te staan als er iemand langs wil."

Zaal 2 met vloerbedekking die refereert aan The Shining

Zaal 3 met z’n 71 stoelen heeft een extra deur gekregen om het geluid uit het restaurant te bufferen. Maar nog ingrijpender: er is ventilatie aangebracht waardoor voor het eerst in de geschiedenis van het theater een zomerse vertoning niet meteen gelijk staat aan een saunabezoek. De brede, ondiepe zaal zal vooral gebruikt worden voor voorstellingen met lezingen en introducties, zoals binnenkort door een psycholoog die aan de hand van scratch ‘n’ sniff-kaartjes komt vertellen hoe geur het kijken beïnvloedt.

De gang naar zaal 4 is verlengd om bezoekers meer tijd te gunnen om te wennen aan het donkere interieur. Met aubergine-kleurige stoelen en Twin Peaks-tapijt op de vloer is gestreefd naar een David Lynch-sfeertje. Hier staan 111 stoelen.

De vloerbedekking uit zaal 1 en 3 heeft overigens ook filmische connotaties. De patronen komen uit The Shining. En zo is er voor de oplettende bezoeker nog meer te ontdekken. "De lampen boven de bar bijvoorbeeld", vertelt De Vries. "Wij vinden het heel leuk dat ze zijn ontworpen door een Rotterdamse vormgever. Maar ook dat ze te zien waren in Ex Machina."

Toch wil KINO er niet alleen zijn voor de filmfreaks, de fanaten en de fans. "We hebben geen doelgroep en willen iedereen bereiken. Dat doen we door zowel commercieel als arthouse te draaien. Op de website vertellen we onder het kopje ‘Hoezo in KINO’ waarom we bepaalde films programmeren — omdat we het de beste titel op een festival vonden of omdat we de vorige film van de regisseur zo goed vonden. We willen zowel oude als nieuwe films programmeren. Persoonlijk vind ik die erfgoedfunctie heel belangrijk: context bieden aan het huidige aanbod, dat vaak bestaat uit afgeleiden, reboots of remakes. We kunnen niet als EYE veertig Japanse klassiekers importeren, maar wel bijvoorbeeld de oorspronkelijke versie van Ben Hur tonen als de nieuwe uitkomt, of Serpico naast een nieuwe film over New York."

KINO staat open voor samenwerking. De eerste van een maandelijks terugkerende IFFR-woensdagavond is al gehouden. Cinemasia programmeert vier films in het openingsweekend. En het nieuwe Amsterdamned krijgt een Rotterdamse tegenhanger. Op 11 november vindt bovendien La Notte plaats, een soort museumnacht voor film. Gedurende een lange nacht draaien in vier zalen dan twaalf films die door evenveel festivals zijn geselecteerd. De Vries: "Daarmee geven we ook aan: wij hebben niet de waarheid in pacht maar geven ook graag ruimte aan gastprogrammeurs."

Edo Dijksterhuis