Prijs kunstkritiek nu ook met categorie videorecensie

De Pauline Kael van morgen werkt waarschijnlijk niet op een krantenredactie maar vindt haar publiek op YouTube. En Robert Ebert (1943-2013) reïncarneert waarschijnlijk met een HD-camera in de hand in plaats van een pen. De Prijs voor de Jonge Kunstkritiek gaat mee met haar tijd en heeft dit jaar een nieuwe categorie: visuele kritiek.
Het is dit jaar voor de vierde keer dat de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek wordt uitgereikt. Net als de vorige keren zijn er prijzen voor het beste essay en de beste recensie ingezonden door een criticus jonger dan 35 jaar. Maar ook beschouwers die liever monteren dan redigeren kunnen nu meedoen. Er is een extra prijs voor de beste videorecensie, waarin een recente tentoonstelling of publicatie in vier tot zeven minuten wordt gefileerd, geduid en gewogen.
Wouter Hillaert, theatercriticus van De Morgen en coördinator van rekto:verso, gaf de aftrap voor de nieuwe prijs met een artikel in De Groene Amsterdammer. Hierin bepleit hij dat de vaak genoemde ‘crisis in de kunstkritiek’ — steeds kortere recensies, de terreur van sterren en ballen, lezers die meer waarde hechten aan peer reviews dan aan professionele oordelen — meer een zaak is van vorm dan van functie. Aansluitend bij de missie van het Laboratorium Actuele Kunstkritiek, waar ook De Filmkrant deel van uitmaakt, maakt hij zich hard voor nieuwe, niet-literaire vormen van kunstkritiek. En de videorecensie is er daar een van.
Hillaerts oproep tot vernieuwing heeft — zoals dat hoort in een gezond kunstkritisch klimaat — meteen geleid tot een reactie. Roos van der Lint, winnaar van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek in 2012, schreef in een weerwoord dat de kritiek niet zozeer gebaat is bij alternatieven voor het geschreven woord als wel zorgvuldiger formuleringen.
Wie zich wil mengen in het debat en kans wil maken op het aanzienlijke prijzengeld, heeft tot 12 september om een videorecensie in te sturen.
Edo Dijksterhuis