Prijs Iraans filmcollectief

THE SILENT MAJORITY SPEAKS

Uit veel dictaturen in de wereld sijpelen mondjesmaat beelden van onderdrukking naar buiten, maar dat geldt niet voor Iran. De demonstraties die vorig jaar uitbraken na de presidentsverkiezing werden op veel mobieltjes vastgelegd. De hele wereld kon zien hoe meedogenloos politie en militairen optraden. Symbool voor de wreedheid was het neerschieten van de zestienjarige Neda Agha-Soltan. De mobiele telefoonbeelden van de moord leidden tot massale internationale woede. Het illustreert het politieke belang van beelden.

Om de moed van burgers die met mobieltjes onrecht filmen te onderstrepen, heeft het anonieme Iraanse filmcollectief Silent Collective voor de documentaire the silent majority speaks tijdens IDFA de Cinema Unlimited Award gekregen. De door het Hivos drie jaar geleden ingestelde prijs werd in ontvangst genomen door de Iraanse vrouwenrechtenactiviste Mahboubeh Abbasgholizadeh. Zij vertegenwoordigde het Iraanse filmcollectief, dat om begrijpelijke redenen anoniem moet blijven.

Abbasgholizadeh vluchtte afgelopen zomer naar Nederland, nadat ze tot 2,5 jaar gevangenisstraf was veroordeeld voor haar mensenrechtenactiviteiten. Ze beschouwt de prijs als een erkenning van het werk van filmende burgers. “De onderdrukking van mensenrechtenactivisten en journalisten krijgt veel internationale aandacht, maar filmende burgers en onafhankelijke filmmakers riskeren ook hun leven. Het gaat niet alleen om bekende namen als filmmaker Jafar Panahi, maar ook om onbekende filmers .”

De filmsituatie is desastreus in Iran, zegt Abbasgholizadeh. “Alle onafhankelijke filmmakers zitten werkloos thuis. Ze worden in de gaten gehouden en kunnen niets doen.” Zelf zet ze de strijd vanuit Nederland voort. “Ik ben met het Hivos bezig met het opzetten van een tv-zender op internet, die zich op Iraanse vrouwen richt.”

Jos van der Burg