Nederlands jongste bioscoopdirecteur gelooft in toekomst

  • Datum 06-03-2018
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Romée Swaab. Foto: Miriam Guttmann

Wie zegt dat de bioscoopsector vergrijst en wordt ingehaald door de tijd? Romée Swaab is met haar 24 jaar de jongste bioscoopdirecteur van Nederland. In september heeft ze Cinecenter in Amsterdam overgenomen van haar ouders. Ze wil het theater vergroenen en het publiek verbreden. Maar Cinecenter moet in essentie blijven wat het altijd was: een knus tweede thuis voor filmafficionado’s.

Cinecenter is al sinds 1979 een vaste waarde in het Amsterdamse bioscooplandschap. Het is gevestigd op het terrein waar eerder een suiker- en melkfabriek stond — de naam van overbuurman De Melkweg herinnert daar nog aan. Swaabs ouders namen de boel over in 1994 van oprichter Cor Koppies, die eerder Cinetol uitbaatte. Zij transformeerden de donkerbruine ruimte tot een modern en licht interieur met loungebar.

Dat verbouwen zit blijkbaar in de familie. Na terugkomst uit de Verenigde Staten, waar ze vier jaar lang sociologie en psychologie heeft gestudeerd, besloot Swaab Cinecenter nieuw leven in te blazen door het verouderde interieur eens stevig onder handen te nemen. De vier zalen zijn voorzien van nieuwe stoelen die breder zijn dan voorheen en meer beenruimte hebben. De voorste rij kan onderuit in de reclining position waardoor het ook daar prettig kijken is. De schuin aflopende vloer, die voor nogal wat rollende flesjes en schuivende kopjes zorgde, is vervangen door plateaus met lage treden. Ook projectoren en geluidsinstallatie worden vernieuwd. Zaal 1 krijgt binnenkort Dolby 7.1, de andere zalen zijn voorzien van Dolby 5.1.

Waarom meteen na aantreden beginnen met verbouwen? "Als klein filmtheater hebben we eigenlijk drie concurrenten: de grote multiplexen met 3D en 4D en allerlei technische hoogstandjes, ten tweede andere avondvullende activiteiten zoals toneel, en tenslotte video on demand. Wij moeten interessant blijven als avondje uit en daarvoor moest de filmbeleving verbeterd worden. Ook andere Cineville-theaters als Studio K of Het Ketelhuis doen dat. En we pakken niet alleen de stoelen en de apparatuur aan. We hebben ons horeca-aanbod aangepast met bijvoorbeeld glutenvrij bier en ambachtelijk gemaakte tosti’s. Binnenkort hopen we ook veganistische hapjes op het menu te hebben."

En op het gebied van programmering? "We zijn begonnen met CineExpat, Engels ondertitelde films die worden geïntroduceerd door een expat gastvrouw, Katie Crook, en gevolgd door een netwerkborrel. Amsterdam telt veel expats en het is dan ook een groot succes. We deden het eerst één keer per maand, maar gingen al snel naar twee keer. Nu programmeren we er een tweede zaal bij en het is nog steeds iedere keer uitverkocht.
Daarnaast hebben we CineMore. Dat is voor de liefhebber die verdieping zoekt. Bij de vertoning van The Square hadden we bijvoorbeeld een lezing van curator Bas Hendrikx en bij Daphne hadden we Anouk Kemper, de schrijver van Zeik niet zo. De regisseur van The Florida Project was bij de vertoning aanwezig in de vorm van een videoboodschap."

Waarmee onderscheidt Cinecenter zich van andere filmtheaters? "De schaal en de sfeer. Het is intiem en persoonlijk. Iedereen die hier werkt is gepassioneerd over film en dat merk je, er is veel interactie met het publiek. Ons programma bestaat vooral uit de grote middelgrote arthouse films, maar we geven ook regelmatig de ruimte aan kleine titels. Omdat we niet gesubsidieerd zijn, zijn we enigszins afhankelijk van cross-overfilms maar we draaien niet commercieel en gaan altijd voor kwaliteit. Op welke dag of tijdstip je ook komt, er is altijd een goede mix."

Je bent niet de enige jonge bioscoopexploitant in Nederland. Ook bij LAB111 en Kino in Rotterdam staan twintigers en dertigers aan het roer. Werken jullie generatiegenoten samen? "Nog niet, maar dat wil ik wel. Vooral op het gebied van marketing. Door online ticketing kennen we onze bezoekers en hun voorkeuren steeds beter. Als we al onze data zouden combineren weten we nog meer. Het Cineville-model heeft bewezen dat samenwerking loont. Dat zou op marketinggebied ook kunnen."

Wat heb je nog op je verlanglijstje staan met betrekking tot verbetering van Cinecenter? "Voor de langere termijn zijn we aan het onderzoeken hoe we een groene en duurzame onderneming kunnen worden. Liefst zou ik het theater CO2-neutraal willen maken maar dat is met zo’n jaren zestig pand best moeilijk. Maar veel winst zit in de details: geen plastic rietjes bij de drankjes maar strootjes, of al het transport gebundeld laten plaatsvinden.
Aan de gevel wil ik binnenkort al wat doen. We zitten op een geweldige locatie, centraler kan bijna niet, maar toch zijn we bij veel mensen onbekend. Ze lopen ons gewoon voorbij. En ik zou graag de foyer aanpassen zodat bezoekers ook na de film blijven hangen."

Edo Dijksterhuis