MUBI Spotlight: Play

Een jongen en een meisje, eenzaam in Santiago. Zij arm en van het platteland, hij een stedeling van gegoede komaf. Beiden op zoek naar liefde. In haar speelfilmdebuut Play, vanaf vandaag 30 dagen te zien op MUBI, laat Alicia Scherson grote thema’s en gevoelens op een speelse manier aan bod komen. Leuk, maar helaas te luchtig om de kijker echt te kunnen raken.
Het plattelandsmeisje Cristina (Viviana Herrera) voorziet in haar levensonderhoud door een zieke oude man te verzorgen. Gedreven door nieuwsgierigheid naar het leven in de grote stad, dwaalt ze in haar vrije tijd al fluitend door de straten en speelt ze spelletjes in de speelhal. Op een van haar wandelingen vindt ze een koffer in een vuilniscontainer. Hierin zit een heel leven — dat van stadsjongen Tristan (Andrés Ulloa). Zijn vrouw heeft hem verlaten, zijn werk staat op losse schroeven. Een leven waar hij zelf voor op de vlucht is, in de straten en steegjes van Santiago. In plaats van de koffer terug te brengen, ziet Cristina het als een spelletje het leven van Tristan via zijn spullen te onderzoeken.
Zo ontvouwt Play zich als een speelse puzzel. Terwijl Cristina zijn sigaretten rookt en naar de muziek op zijn iPod luistert, begint ze zich te verdiepen in Tristan. Ze zoekt hem op, volgt hem. Ze ruikt aan hem, maar spreekt hem niet aan. Santiago vormt hiervoor het decor: samen en toch apart dwalen de twee door de stad. Opzoek naar iets, naar iemand. Toch raken hun levens elkaar niet. Misschien omdat de anonimiteit van een grote stad nu eenmaal isoleert. Misschien door het klassenverschil. Hun levens stromen langs elkaar heen, elkaar alleen naderend bij gratie van Cristina’s nieuwsgierigheid.
Play maakte in 2005 deel uit van een golf(je) films van jonge makers uit Chili, die afweken van de voorgaande generatie filmmakers door hun focus op persoonlijke, in plaats van politieke, verhalen. Grote thema’s als de eenzaamheid van een grote stad en klassenverschillen die Scherson telkens terloops laat terugkomen in haar vertelling, gaan dan ook veel meer uit van de personages dan de maatschappelijke situatie waarin deze zich bevinden. De wind door je haar, het voeren van een rozenblaadje aan een konijn: menselijke pleziertjes die de personages dicht bij de kijker brengen. Maar ook alleen dwalen door straten of dronken zijn terwijl om je heen de dag pas net begint. Door ogenschijnlijk kleine, onbelangrijke, details uit te vergroten, wordt de zwaarte van de grote thema’s weggenomen en worden ze vooral persoonlijk.
Het zoeken, lijden en dwalen van Cristina en Tristan is diep menselijk en oprecht, maar door de verbeelding ervan ook komisch en absurdistisch. Scherson speelt een spel met tijdsprongen en perspectief-wisselingen. Het is, gezien de Latijns-Amerikaanse roots van deze stroming, verleidelijk om deze vervreemdende scènes als magisch-realistisch te bestempelen. Maar deze scènes komen voort uit het perceptief van de personages, niet de wereld van de film. Geen magisch-realisme dus, maar een subjectieve kijk op de werkelijkheid. Een kijkraam waardoor de wereld inderdaad soms wel een game lijkt, en motten in monden kunnen leven.
Play is een film die speelt — met lagen, beelden en betekenissen. De gevoelige, absurdistische en bizarre details maken de film charmant, maar leiden ook te veel af. Het resultaat is dat wat oprecht bedoeld is, soms te veel als een spel voelt. Zo vrijblijvend als een spelletje Street Fighter, dat na alle inspanning geen werkelijke schade of overwinning met zich meebrengt. Het is alsof de primaire kleuren waarmee de film doordrenkt is staan voor de afwezigheid van nuance. De (beeld)ideeën lijken te rechtlijnig om zich te kunnen vermengen en bestaan daarom steeds naast elkaar. De charme die vervolgens van al deze ideeën uitgaat compenseert niet de afwezigheid van een boodschap. Aan het eind fluit Cristina haar deuntje terwijl ze over Santiago uitkijkt, hiermee precies de lichtzinnige lading van Play dekkend.
Sacha Gertsik
Filmkrant-lezers kijken drie maanden gratis op MUBI.com, waar Play vanaf vandaag 30 dagen lang is te zien.