Mislukte mannen

Ruim vijftig jaar na de première is de Nederlandse speelfilm Fietsen naar de maan uit 1963 weer te zien. Filmmuseum EYE restaureerde de film waarvan het beeld- en geluidsnegatief vorig jaar werd teruggevonden in het Amsterdamse Stadsarchief. Op 28 juni verschijnt hij op dvd in een beperkte oplage, ook is hij twee keer te zien in Eye.
Fietsen naar de maan werd grotendeels op locatie gedraaid in Amsterdam en bevat sfeervolle beelden, vooral van de grachten (ook bij nacht) en het Waterlooplein. Een autorit door de hoofdstad knipoogt met zijn jump cuts naar Godards debuutfilm À bout de souffle, die drie jaar eerder furore maakte en ook op locatie werd gefilmd. Ook is er een verwijzing naar The Third Man (1949), als de slagschaduw van een fietsendief groot over een pakhuis valt. Zo speels als de nouvelle vague wordt hij nooit, daarvoor blijft de regie te stijfjes, maar Fietsen naar de maan bevat een paar memorabele scènes, zoals die waarin een lange rij fietsers zwijgend door de stad trekt om gestolen rijwielen in een pand te stallen waarin werkloze muzikanten repeteren.
Het verhaal gaat over drie broers die op het eerste gezicht weinig gemeen lijken te hebben. Maar naarmate de plot over het mysterieuze verdwijnen van veel fietsen vordert, valt op dat de film over teleurstelling gaat. Hoe verschillend ook, alle broers lijden onder een gebrek aan waardering en erkenning. Politieagent Henk (Bernhard Droog) krijgt maar geen promotie, kunstschilder Evert (Ton Lensink) wil graag in het Stedelijk hangen maar werkt als reclameschilder — we zien hem schilderen aan een prachtig bioscoopplakaat voor Tuschinski van Brigitte Bardot in de film Zwoele Nachten. In een van de scènes met de gefrustreerde Evert in het reclameatelier maakt een piepjonge Jeroen Krabbé zijn opwachting in zijn eerste rolletje. En dan is er nog flierefluiter Dick, een oudijzerhandelaar die onder andere handelt in fietsen. Die gooit hij eerst in de gracht, om ze vervolgens op te vissen en te verkopen. Broer Henk, de dienstklopper, raakt hem op het spoor en is ook nog eens heimelijk verliefd op Dicks nieuwe vriendin Wilma.
Fietsen naar de maan is geen verloren meesterwerk, zo zijn de openingsscènes wat moeizaam en onhandig, maar kruipt langzaam maar zeker onder de huid. De naar waardering hunkerende broers — vooral Evert — worden al zwervend door de stad steeds melancholieker. Ook aardig: de sequenties waarin zowel de lege reclamewereld als het pretentieuze kunstmilieu lichtjes op de hak worden genomen. En Fietsen naar de maan levert bovendien een mooi woord op voor een spelletje Wordfeud: ‘herkomst van rijwielen-controle’ (al is het niet één woord).
De vertoning op 28 juni is in aanwezigheid van Guido Frankfurther, Roeland Kerbosch en Maartje van der Heyden, de oudste dochter van de regisseur van de film, Jef van der Heyden. Frankfurther is de zoon van de producent van Fietsen naar de maan, P. Hans Frankfurther. Kerbosch speelde op 16-jarige leeftijd een bijrol in de film, als zoontje van een van de drie broers die erg houdt van ‘vaderlandse geschiedenis’. Ironisch genoeg is hij 52 jaar later onderdeel geworden van die vaderlandse (film)geschiedenis. Ook die realisatie draagt bij aan de melancholie
André Waardenburg