Minister maakt extra geld vrij voor filmerfgoed

Stukje bij beetje is minister Bussemaker van OCW de ravage aan het repareren die haar voorganger, Halbe ‘de sloper’ Zijlstra, achterliet. Gisteren werd bekend dat ze €10 miljoen aan extra cultuurgeld uit het vuur wist te slepen, bovenop de €18,5 miljoen die ze eerder al wist veilig te stellen. Voor de filmsector betekent dat vooral goed nieuws voor EYE, dat €1 miljoen per jaar krijgt voor digitalisering van filmerfgoed.
In de basisinfrastructuur is er voor film niet zo veel veranderd, zoals te lezen valt in de brief die Bussemaker gisteren stuurde aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Het Filmfonds had in de vorige beleidsperiode €50,33 miljoen te besteden. Dat zal de komende vier jaar €50,18 miljoen zijn. De minister heeft het fonds gevraagd extra aandacht te besteden aan de artistieke film en een groter deel van haar middelen daar in te zetten. Verder is de meerjarige subsidieregeling voor festivals verruimd naar vier jaar.
Werden in de vorige beleidsperiode nog drie festivals ondersteund, de komende vier jaar zijn dat er vier. Behalve het International Film Festival Rotterdam, IDFA en het Nederlands Film Festival krijgt ook Cinekid structurele ondersteuning van het ministerie: €635.000 per jaar. Dat is €275.000 onder het subsidieplafond. De minister heeft besloten het geld dat zodoende vrijkomt te verdelen over alle vier de festivals. Het extra geld is geoormerkt voor educatie gericht op jeugd en jeugdfilm.
Het enige echt verrassende cadeautje — hoewel de verrassing er al vanaf was aangezien Bussemaker het zelf afgelopen vrijdag al bekend maakte bij de opening van het nieuwe collectiegebouw van EYE — is het extra geld voor digitalisering van filmerfgoed. Voor dit jaar krijgt het filmmuseum 8 ton. In de jaren daarna wordt dat €1 miljoen per jaar. Met deze ondersteuning kan EYE de huidige activiteiten op niveau houden en hoeven er geen ontslagen te vallen. Een dramatische versnelling van het digitaliseringstraject zoals tijdens het Beelden voor de Toekomst-project, zit er echter niet in.
Edo Dijksterhuis