Minder Nederlandse films in 2016, wel meer prijswinnaars

  • Datum 19-05-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Strike a Pose was een absolute festivallieveling en won vele prijzen

Bij de start van het filmfestival van Cannes publiceert het Nederlands Filmfonds traditiegetrouw haar Facts & Figures. Voer voor liefhebbers van lijstjes en statistieken. De belangrijkste conclusies over filmjaar 2016: het aandeel van de Nederlandse film daalde stevig, de positie van arthouse films verbeterde echter en op internationale festivals doen vaderlandse producties het beter dan ooit.

Dat 2016 geen best jaar was voor de Nederlandse film wisten we al begin januari toen de brancheorganisaties hun cijfers bekend maakten. Het marktaandeel zakte van 18,8% naar 12,3%. Van de €287,7 miljoen die in totaal werd afgerekend aan bioscoopkaartjes was €32,8 miljoen voor een Nederlandse film. In totaal verdiende de filmsector €579 miljoen, waarvan de helft uit de box office en een derde uit VOD. Hoewel niet zo scherp als bij ons, is die omzetkrimp voor binnenlandse titels ook in andere Europese landen te zien. Alleen in Italië zat de film van eigen bodem in de lift. Daar ging het aandeel van 21,4% naar 28,7%.

De daling van marktaandeel in 2016 heeft veel te maken met de dominantie van grote hits in 2015, Gooische Vrouwen 2 voorop. Vorig jaar waren de bezoekers verdeeld over meer titels. Het aantal bezoekers aan Nederlandse arthouse en crossover films verdubbelde. Documentaires wisten zelfs drie keer zoveel kijkers te trekken dan in het jaar ervoor. Nederlandse documentaires wisten een gezamenlijke omzet te halen van €9,5 miljoen en dat is meer dan een tiende van de speelfilmomzet.

Een andere reden voor het lagere marktaandeel: er zijn minder titels uitgebracht in 2016. Een jaar daarvoor had de bioscoopbezoeker nog de keuze uit 46 films van Nederlandse makelij. In 2016 lag dat aantal op 37. Gemiddeld trokken die films 122.795 bezoekers en dat getal lijkt erg op dat van de voorgaande jaren.

Commercieel succes en artistieke waardering willen nogal eens uiteenlopen en dat is zeker het geval voor de Nederlandse film. De keurmeesters van internationale A-festivals als Venetië, Locarno, Toronto en San Sebastian selecteerden 47 keer een Nederlandse speelfilm voor vertoning. Documentaires, animatiefilms, kortfilms en experimentele films waren nog meer in trek: zij werden 160 keer geselecteerd. Alles bij elkaar wonnen Nederlandse films 171 prijzen op internationale festivals — een absoluut record. Documentaires voeren daarbij de lijst aan met 55 onderscheidingen.

Het Nederlandse bioscoopbezoek zit overigens nog steeds in de lift. Gemiddeld gaat de Nederlander nu 2 keer per jaar naar de film. Die frequentie ligt hoger dan in Italië (1,9) of België (1,7) maar lager dan in Groot-Brittannië (2,6) of Frankrijk (3,2). De grote voorkeur gaat uit naar Amerikaanse films (74%). Films uit andere Europese films zijn nog minder populair dan Nederlandse producties en trekken 11,6% bezoekers. Op tv heeft de Nederlandse film over aandacht niet te klagen. In 2016 werd 46,2 miljoen keer afgestemd op een kanaal waar een Nederlandse film draaide.

Het is niet te verwachten dat in 2017 het nationale marktaandeel weer omhoog gaat. Er zijn in 2016 namelijk ook beduidend minder Nederlandse films gedraaid die eventueel dit jaar uitkomen, 28 versus 43 in 2015. Die films worden wel voor een steeds groter deel gemaakt met Nederlands geld. Kon in 2015 de gemiddelde productie nog rekenen op bijna anderhalf miljoen euro buitenlandse investering, in 2016 zakte dat bedrag tot onder de zes ton.

Edo Dijksterhuis