Miljoenste bezoeker voor bioscoop Het Ketelhuis
Ooit begonnen als ‘de kantine van de Nederlandse film’ heeft Het Ketelhuis in Amsterdam zich in vijftien jaar tijd ontwikkeld tot een volwassen filmtheater met drie zalen en een breder aanbod. Het marktaandeel ligt op tien procent van de niet-Pathé theaters in Amsterdam. Zondagavond werd de miljoenste bezoeker onthaald op bubbels, bloemen en een anderhalfjaarpas.
Hoon en spot oogstte het theater in de eerste jaren na de oprichting op 29 maart 1999. De Telegraaf noemde Het Ketelhuis ‘de nationale graftombe’, Het Parool was slechts een tikje milder met de typering ‘weeshuis van de Nederlandse film’. Beroepsprovocateur Theo van Gogh maakte er in zijn Metro-column ‘een opgewekte grafzerk ter ere van het vaderlands product’ van.
‘We gingen in dat eerste jaar bijna failliet’, herinnert directeur Alex de Ronde zich. ‘In dat eerste jaar trokken we 15 duizend bezoekers. Afgelopen jaar waren dat er bijna 115 duizend.’ Dat betekent dat Het Ketelhuis over 2013 een sterkere groei wist te realiseren dan het landelijk gemiddelde: 5,9% tegen 0,8%.
Na een paar moeizame beginjaren volgde in 2006 de grote ommekeer. Het Ketelhuis werd verbouwd en groeide van één naar drie zalen. Bovendien kwam er een groot café bij. De uitbreiding dwong De Ronde om de programmering te herzien. ‘We zagen dat er op sommige momenten teveel Nederlandse films waren en op andere te weinig. Zeker met drie zalen was het niet houdbaar om alleen maar Nederlandse titels te draaien. Nu is de helft van het aanbod nationaal en de rest bestaat uit Europese arthouse films, documentaires en familiefilms.’
De stevige groei van films van eigen bodem en de toegenomen publieke waardering ervoor, hebben in beperkte mate bijgedragen aan het succes van Het Ketelhuis. ‘Die groei in marktaandeel komt vooral voor rekening van de grote commerciële films — die films hebben Het Ketelhuis niet nodig’, stelt De Ronde. ‘Ik denk wel dat door de bezuinigingen en de dalende budgetten het aantal arthousefilms de komende jaren zal groeien. De noodzaak van Het Ketelhuis als vertoningsplatform zal daarmee toenemen.’
Eigen smoel behouden vindt De Ronde de komende jaren des te belangrijker als de concurrentie toeneemt. In West opent in oktober De Hallen met negen zalen. En vanaf 2017 exploiteert Rialto vier zalen op de nieuw te bouwen VU-campus. Dus blijft Het Ketelhuis zoeken naar manieren om nieuw publiek aan te boren. Zoals het maandelijkse Amongst Friends, een sneak preview met persoonlijke touch. En leerlingen van het nabije 4e Gymnasium kunnen met hun van Ketelhuis-logo voorziene schoolpas voor drie euro naar binnen.
De Ronde heeft een broertje dood aan doelgroepenonderzoek en dat soort marketinggereedschap. Profiel en programma van zijn theater zijn ‘behoorlijk intuïtief’ ontstaan. ‘In die beginjaren heb ik er heel vaak over gesproken met Marc van Warmerdam. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat het theater moest zijn waar we zelf naartoe zouden willen. Dat levert een eclectisch aanbod op — van Frozen tot Ne me quitte pas, dat is best een breed spectrum. Maar er zit geloof ik wel lijn in.’
Edo Dijksterhuis