Met 100% import­hef­fing wil Trump Holly­wood redden

Donald Trump in Home Alone 2

Hollywood sterft een ‘snelle dood’ doordat steeds meer Amerikaanse films worden gemaakt buiten de VS. Dat zegt Donald Trump en hij levert er meteen het reddingsmiddel bij: importheffingen van 100% op films gemaakt in het buitenland. In Hollywood vindt vrijwel niemand dit een goed idee en wordt gepleit voor stimuleringsmaatregelen.

“Andere landen bieden allerlei prikkels om onze filmmakers en studio’s uit de Verenigde Staten weg te lokken”, schrijft Trump op Truth Social, zijn eigen sociale media-platform. Volgens hem zijn de zogenaamde ‘runaway productions’ het gevolg van een gecoördineerde actie van andere landen en vormen ze een bedreiging voor de nationale veiligheid.

Het instellen van extreme importtarieven kan zijn ingefluisterd door Jon Voight, die twee dagen vóór Trumps bekendmaking op audiëntie mocht komen in Trumps Mar-a-Lago. De als extreem conservatief bekend staande acteur geldt als een van Trumps ‘special ambassadors to Hollywood’, samen met de al even rechtse Sylvester Stallone en Mel Gibson. Volgens Deadline heeft Voight al gesprekken gevoerd met onder andere het Directors Guild of America en diverse vakbonden.

Door de alsmaar stijgende kosten worden steeds meer Hollywoodfilms niet gemaakt in Los Angeles. Canada – in het bijzonder Vancouver – is favoriet als een generieke stedelijke omgeving het decor moet zijn. Daarnaast wijken veel filmmakers uit naar Mexico of Europa. Vooral Hongarije maar ook Bulgarije en Roemenië zijn in trek omdat ze voldoende geschoold personeel bieden die een fractie kosten van hun Amerikaanse collega’s.

Maar belangrijker nog zijn de belastingvoordelen en andere stimuleringsmaatregelen die andere landen hebben ingesteld, zoals het Netherlands Film Production Incentive. Dit zijn in wezen subsidies waarbij filmproducties een deel van hun investeringen terugkrijgen als ze hun uitgaven doen in het betreffende land. In Nederland, waar de zogenaamde cash rebate kan oplopen tot 35%, heeft dat geleid tot een stevige kapitaalinjectie voor de nationale filmindustrie. In iets meer dan elf jaar heeft de regeling gezorgd voor meer dan een miljard euro aan investeringen.

Zo’n soort regeling zou de Amerikaanse filmindustrie ook graag hebben. Maar dat botst weer met Trumps imago van de Grote Bezuiniger, dat hij de Amerikanen probeert te verkopen. Volgens Variety baseert de Amerikaanse president het voornemen om tarieven te heffen op buitenlandse films op de International Emergency Economic Powers Act uit 1977, die presidentieel ingrijpen mogelijk maakt is als de nationale veiligheid in het geding is. Dat laatste is al twijfelachtig, maar de toepassing van de tarieven is helemaal problematisch. Als een deel van een film is opgenomen in bijvoorbeeld Hongarije en de postproductie is gedaan in LA, hoe hoog moet de heffing dan zijn? En wanneer zouden ze moeten ingaan? Nog voordat het grotendeels in Groot-Brittannië gefilmde Mission Impossible – The Final Reckoning op 23 mei in première gaat?

In Hollywood loopt niemand warm voor Trumps zoveelste luchtballon. Tarieven zouden vooral leiden tot hogere ticketprijzen en daar zitten bioscopen niet op te wachten nu ze net weer terug zijn op pre-corona niveau. Maar Trump zal niet snel de deur openen voor federale subsidies waardoor het aantrekkelijker wordt om in Californië te filmen. Dat vereist onderhandelingen in het congres en hij regeert liever met de pennenstreek van een uitvoerend bevel.