Lichting 2016: Merijn van den Brand & Cassandra Offenberg

Merijn van den Brand en Cassandra Offenberg
"Jong zijn is helemaal geen constant feest"
Zoals elke zomer gaat de Filmkrant op zoek naar vers afgestudeerd filmtalent van de verschillende academies. Deze week een dubbelinterview aan de hand van twee documentaires over de weg naar volwassenheid. In Het jonge sprookje van Cassandra Offenberg (HKU) plukken jongeren het moment zolang het nog kan. In Negen twee filmt Merijn van den Brand (AKV|St.Joost) zijn vrienden terwijl ze worstelen met studiefinanciering en levensinvulling.
Jullie hebben beiden een documentaire gemaakt over begin-twintigers en het afsluiten van de laatste jeugdjaren. Eigenlijk een heel logisch onderwerp als je je academietijd afrondt. Hoe kwamen jullie hiertoe? MvdB: "Voor mij kwam het heel erg vanuit mijzelf. Ik wist niet zo goed waar ik heen moest, afstudeerstress erbij, gewoon een lastige periode. Toen ben ik gaan doen wat ik in zulke situaties altijd doe: contact zoeken met mensen die me verder kunnen helpen. Negen van de tien keer zijn dat mijn vrienden en familie. Zo kwam ik erop dat ze er allemaal anders mee omgaan. Al was het best een moeizaam proces om in te zien dat waar ik mee zat ook een onderwerp kon zijn. Pas toen ik meer films zag met zo’n persoonlijke basis, werd ik daarin gesterkt."
CO: "Voor mij was het uitgangspunt dat mensen het er altijd over hebben dat deze leeftijd die wij nu hebben dé tijd van je leven is. Daarin moet het gebeuren. Terwijl ik als ik om me heen keek zag dat mijn klasgenoten en vrienden zich daar zelf niet zo bewust van waren, ikzelf ook niet. Ik vroeg me dus af hoe het zat met die dubbelheid: hoe kan het dat mensen daarnaar terugverlangen op een later moment in hun leven, terwijl je er op die leeftijd zelf enerzijds niet echt bij stilstaat, en er anderzijds juist door die beeldvorming ook heel erg naar gaat zoeken. Want als dit blijkbaar de tijd is dat je moet shinen, dan moet je daar wat mee doen. Dat fascineerde me."
Dat klinkt alsof jong zijn meer in het terugblikken ligt… CO: "Ja, die indruk kreeg ik wel. Toen ik het filmplan ging schrijven kwam ik er ook achter dat het vooral in het verlangen van oudere mensen ligt. Maar ook van jonge mensen die naar anderen kijken en een ideaalbeeld zien waar ze zelf niet bij kunnen. Volgens mij denk je in een fase van je leven vroeger ook mooier. Zo kwam dat sprookjeselement ook in mijn film. Want in sprookjes lijkt alles altijd mooier, net als het jong zijn. En dat terwijl jong zijn helemaal geen constant feest is. Daarom wilde ik in mijn film het wél opgaan in het moment laten zien, maar ook juist de wrijving die het geeft met toekomstdruk, of zelfs de druk dat je niet genoeg geniet."
Het jonge sprookje
Hoe zijn jullie vervolgens te werk gegaan, toen het onderwerp eenmaal besloten was? MvdB: "Voor Negen twee [vernoemd naar Van den Brands geboortejaar — AZ] ben ik voor een lange periode heel vaak gaan filmen, dat is eigenlijk het belangrijkste geweest. Dat ik gewoon vaker bij mijn vrienden was en veel gesprekken heb gehouden. Het ging eerst over één vriend, later kwamen daar de drie anderen bij. Dat ontstond geleidelijk. In de montage was er toen een thematische switch naar wat het nu is geworden. Eerst was het de bedoeling dat ik er zelf een grotere rol in zou hebben. Gaandeweg kwamen we erachter dat het net zoveel over mij zegt als ik het over hen heb. Het gaat er uiteindelijk over hoe we allemaal een droom hebben maar dat de realiteit daar soms compleet haaks op staat. Daarvoor heb ik de stereotypes van mijn vrienden ook wel ingezet, om op die manier een andere kant te laten zien. Bewust geen dwarsdoorsnede van alle jongeren in de samenleving, maar mensen kennis laten maken met míjn vrienden, met hoe ik jong zijn beleef."
CO: "Je hebt ervoor gekozen om die stereotypes bewust vast te leggen?"
MvdB: "Nou, stereotypes is ook een lastig woord. Maar ik weet hoe het bij anderen kan binnenkomen. Na een testscreening kwamen er bijvoorbeeld mensen op me af die opmerkingen maakte als: ‘Nou, met die ene jongen zie ik het niet echt goed komen.’ Best wel negatief. Een van mijn vrienden is bijvoorbeeld een Vietnamees die in een cafetaria werkt, mensen hebben daar toch een bepaald beeld bij. Ik wil ze dan juist beter naar het gezicht achter de toonbank laten kijken."
CO: "Ik had eigenlijk een soort omgekeerd traject. Ik wilde juist met meerdere personages werken, een stuk of vijf, maar dat bleek in mijn geval helemaal niet realistisch voor een film van twintig minuten. Toen heb ik mijn hoofdpersoon Zoran dus gevraagd, het broertje van een goede vriendin van mij. Ik had hem al een tijdje op het oog omdat hij dat jonge leven heeft dat ik wilde vastleggen. Ik merkte namelijk dat ik al mooie, magische, epische scènes aan het schrijven was, alsof ik een fictiefilm ging maken. Het ging opeens over hoe ík mijn jonge leven voor me zag, waar ik zelf naar verlangde. Maar toen ben ik Zoran gaan interviewen en aan de hand daarvan ben ik alles gaan toepassen en herschrijven op hem. Het is nu dus mijn verhaal, zijn verhaal en dat van de kijker en hoe die zijn jonge levensjaren ervaart of heeft ervaren. Om dat open te houden heb ik er niet te veel persoonlijke info van Zoran in willen doen."
Jullie films zijn te zien als een spiegelbeeld: ze hebben net zo veel gemeen als dat ze verschillen. Het jonge sprookje is haast een afscheidsbrief in een verheerlijkende videoclipvorm. Negen twee is grauwer, uit de hand geschoten, toont jongeren die zich nog ontworstelen of in ieder geval zoekend zijn. Wat vinden jullie van elkaars insteek? MvdB: "Ik heb Cassandra’s film toevallig met een van mijn personages bekeken. In stijl zit er sowieso een enorm verschil in. Het heel geënsceneerde tegenover het totaal niet geënsceneerde van mijn film. Ik heb volgens mij niets in scène gezet, hooguit een keer een locatie bepaald. Wat ons wel opviel, en toen wist ik nog niet dat het ook over jouw eigen overdenkingen ging, is dat het hele andere types zijn dan wij. We hadden wel het gevoel dat wij iets cynischer tegen de dingen aankijken."
CO: "Dat vond ik er ook wel weer goed aan. Dat het heel andere types zijn, maar dat iedereen toch met dezelfde vragen bezig is. Verder voelde ik tijdens het kijken heel erg dat het jouw vrienden zijn. Dat maakte het wel heel persoonlijk, bracht het dichtbij. Maar het had ook wel iets treurigs af en toe. Ze hebben een zware blik op de toekomst. En tegelijkertijd zag ik ook wel weer overeenkomsten, in zowel jou als mijn film zit dezelfde vraag: Kijk je tegen de toekomst op, of verheug je je erop?"
MvdB: "Ik herken dat wel. Als ik terugkijk op toen ik twaalf was, dan droomde ik ervan achttien te zijn. Daar had ik een beeld bij: je rijbewijs hebben, autorijden, kunnen doen wat je wil, van het gezeik van je ouders af zijn. Terwijl het nu ik 24 ben helemaal niet het beeld is geworden dat ik toen in mijn hoofd had. Misschien is dat wat je er in ziet, dat ik zelf ook een beetje teleurgesteld was. Alles was toch iets ingewikkelder dan het leek. Mijn vrienden in de film representeren allemaal wel een deel van hoe ik er tegenaan kijk: aan de ene kant wil ik een stabiel leven, aan de andere kant wil ik ook gewoon schijt hebben en leuke dingen kunnen doen. Maar in hoeverre kan dat en is dat wel verstandig?"
Negen twee
En nu? Jullie zijn nu eigenlijk net klaar met je opleiding. Hebben jullie zelf een beeld van hoe je toekomst eruit gaat zien, wat je wil gaan doen, of zit je er nog middenin? CO: "Ik wil gewoon films blijven maken. Ik heb dan wel de richting documentaire gedaan, maar de vraag of iets documentaire of fictie is vind ik eigenlijk niet zo interessant. Ik wil dingen maken waar een gevoel of een ervaring aan vastzit. En dan het liefst met vormgeving, muziek en beeld. Commercials en videoclips sluit ik daarom ook niet uit. Verhalen creëren en combineren, net als ik nu gedaan heb met dat sprookjeselement. Niet een bestaand onderwerp verfilmen, maar tot iets nieuws komen door elementen samen te voegen."
MvdB: "Ik zit er nog een beetje middenin. Ik weet dat ik wil filmen en daar mijn beroep van wil maken, maar hoe dat gaat lopen, ik heb geen idee. Daar maak ik me nu veel minder zorgen om dan tijdens het maken van de film. Als er al een boodschap moet zijn, dan is het dat geen enkel personage in mijn film, of sowieso niemand, een allesomvattend antwoord heeft over hoe het moet. Uiteindelijk komt het er gewoon op neer dat je iets moet kiezen dat je wil. Alles maar op je af laten komen in plaats van blijven piekeren."
Alexander Zwart