Lichting 2014: Marco van Bergen

  • Datum 03-08-2014
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Marco van Bergen

‘Als scenarist voel ik me vrijer dan als regisseur’

Deze zomer neemt de Filmkrant het jonge regietalent onder de loep. Wekelijks verschijnt een interview met een afgestudeerde regisseur uit de lichting van 2014. Er wordt een selectie gemaakt uit het werk van de Nederlandse Filmacademie, de Hogeschool van de Kunsten Utrecht en de Willem de Kooning Academie. Scenarist en regisseur Marco van Bergen (HKU) vertelt over zijn fictiefilm Jag är Polisen: "Na het zien van de vampierfilm Let the right one in zag ik mijn Ikea-meubels in een groter perspectief."

Je schreef tijdens het maakproces van Jag är Polisen (‘ik ben de politie): als regisseur ben je meer manager en psycholoog dan kunstenaar. Wat bedoel je daarmee? ‘Ik ga als een psycholoog met mijn personages om. Ik duik in hun hoofd en beoordeel of wat ze doen klopt met hun karakter. Een manager ben ik, omdat ik de leiding heb over een stel creatievelingen, die allemaal vanuit hun eigen specialisme input leveren. En ja, wat is kunst? Ik heb weliswaar een kunstacademie gedaan, maar naar mijn idee maak ik geen kunst. Een kunstenaar is autonomer dan ik. Ik heb voor deze film bijvoorbeeld zeer op de expertise van de producent en de cameraman geleund. Daarnaast vind ik het eng om mezelf kunstenaar te noemen, omdat mijn projecten dan zo beladen worden. Als je kijkt naar de grote namen die met films hun brood verdienen, dan maakt dat me nederig. Daar ben ik nog lang niet. Wat dat betreft vind ik het zelfs moeilijk om mezelf regisseur te noemen. Ik benader regisseren vanuit een zakelijk oogpunt. Waar ik bijvoorbeeld de camera neerzet wordt mede bepaald door praktische afwegingen. Ik doe dus makkelijker concessies dan een kunstenaar. Een kunstenaar is voor mijn gevoel vrijer dan ik me voel in de rol van regisseur. Ik ervaar die vrijheid veel meer als scenarist, dan als regisseur.’

Je film is volledig opgenomen in het zuid-Zweedse Skåne. In je vorige films kwam Zweden ook terug. Waarom? ‘Mijn beeld van Zweden veranderde toen ik de vampierfilm Let the right one in van Tomas Alfredson zag. Zweden draagt het imago uit van Ikea en blonde meiden, maar dat strookt niet met hoe het daar is. Het is er toch een beetje het Wilde Westen, met die eindeloze vlaktes en kleine dorpjes. Er is ruimte voor mysterie. Recente televisieseries en films over onder andere de misdaadindustrie geven een beter beeld. Ze bevatten een scherpe maatschappijkritiek. In heel Scandinavië zie je een nieuwe filmstroming, een variatie op de film noir. Die films inspireren me, al is mijn werk meer gericht op het innerlijk drama van de personages. Ik haal veel uit mezelf tijdens het schrijven. Het klinkt wat egocentrisch, maar ik redeneer in eerste instantie vanuit mezelf en niet vanuit het personage: mijn logica bepaalt hun motivatie.’

Je schrijft veel vanuit jezelf zeg je. Je zet in je scenario’s steeds een sullige jongen tegenover een stoere jongen. Niet in pestcontext, want ze vinden iets in elkaar. Welk type ben jij? Wat interesseert je aan deze combinatie? ‘Ik denk dat ik qua karakter meer lijk op de nerdy jongen. De onvoorspelbaarheid van stoere jongens fascineert me. Dat heb ik steeds in mijn films verwerkt. Ze schieten te hulp, zijn minder manipulatief dan je zou verwachten, of schrikken terug voor bepaalde keuzes, terwijl ze zo zelfverzekerd lijken. Ze worden vaak eenzijdig verbeeld: rokend op straat en samengeklonterd in groepjes. Ik vind het juist boeiend om, in het echt of in film, hun kwetsbare kant te zien te krijgen.’

Zullen dit soort jongens in je volgende film weer de hoofdpersonen worden? Waar ben je over vijf jaar? ‘Ik ben bezig met een roman over de politiemacht in een Canadees dorp. Daar heb ik een hele kluif aan, dus dat wordt een lange-termijnproject. Verder hoop ik natuurlijk ooit iets in Zweden te kunnen maken. Mijn volgende film zal gaan over een jongen die na zijn studententijd weer thuis bij zijn ouders moet gaan wonen en zich opnieuw moet aanpassen aan het afgelegen dorp waar hij vandaan komt. Hoe werkt het dorpsleven? Wat gebeurt er als je terugkeert naar een plek die je zo goed kent, maar tegelijkertijd niet meer gewend bent? Wat zijn dan je volgende stappen? Dat is de levensfase waar ik nu zelf ook in zit. Daar kan ik me goed in inleven.’

Laura van Zuylen