Kim torpedeert The Interview en riskeert crisis met Japan

De groep die rond 24 november de computers van Sony Entertainment hackte noemt zichzelf Guardians of the Peace, maar er wordt nu alom aangenomen dat Noord-Korea achter de cyberaanval zit. Dictator Kim Jong-un zou niet blij zijn met The Interview. Na bedreigingen richting bioscopen besloot Sony vandaag de komedie helemaal terug te trekken.

Het verhaal van The Interview is snel verteld. Dave Skylark (James Franco) en Aaron Rapoport (Seth Rogen), presentator en producent van een celebrity tv-show, komen erachter dat Kim Jong-un fan is van hun programma en besluiten hem te gaan interviewen. Eenmaal in Pyongyang krijgen ze van de CIA een moordopdracht in de schoenen geschoven. Korte samenvatting van het vervolg: gestuntel, explosies en de goeden winnen.

De wereldpremière van The Interview stond gepland voor 25 december (Nederlandse première: 29 januari). Dat was op zich al later dan oorspronkelijk de bedoeling. Deze zomer meldde The Hollywood Reporter dat de filmmaatschappij flink ging snijden in de versie die in oktober in roulatie zou gaan. Die eerste versie bevatte onder andere een scène waarin het gezicht van Kim Jong-un in slow-motion wegsmelt. Bovendien droegen soldaten uniformen die digitaal onherkenbaar moesten worden gemaakt en was er veel schiettuig te zien dat onder militaire geheimhouding valt. Een woordvoerder van Noord-Korea drong al in juli bij president Obama aan op een verbod op de film.

Toen na de nodige aanpassingen Sony een nieuwe releasedatum vrijgaf, viel het bedrijf eind november ten prooi aan een grootschalige computerhack. Bedrijfsgevoelige informatie over salarissen en zakendeals, interne correspondentie en complete films die net uit waren of op het punt stonden te worden uitgebracht, werden vrij het net op geslingerd door de Guardians of the Peace. De schade voor Sony loopt in de tientallen miljoenen.

Maar dat leidde nog niet tot het in de ijskast stoppen van The Interview. En dus lekten de Guardians nog meer gestolen informatie en deden er een schepje bovenop: bioscopen die The Interview geprogrammeerd hadden, ontvingen bedreigingen. Al snel trokken diverse ketens zich terug zodat Sony zich vandaag genoodzaakt zag de première af te blazen. En meer dan dat: de film wordt helemaal niet meer uitgebracht, ook niet op DVD of via VOD.

De beslissing van Sony heeft geleid tot een stortvloed aan spierballentaal van Amerikaanse beroemdheden. Neo-conservatieve houwdegen Newt Gingrich bestempelde de cyberaanval als ‘een oorlogsdaad’. Talkshowgastheer Jimmy Kimmel noemde Sony’s terugtrekkende beweging ‘een on-Amerikaanse daad van lafheid’. En zakenman Donald Trump, die niet bekend staat om zijn genuanceerde uitspraken, vond: ‘Sony heeft absoluut geen lef of ballen.’

Wat deze haviken voor het gemak even vergeten, is dat Sony geen Amerikaans maar een Japans bedrijf is. En Japan onderhoudt al zeker een halve eeuw een bijzonder moeizame relatie met Noord-Korea. De geheime dienst van de Kims heeft over de jaren tientallen Japanners ontvoerd om Noord-Koreaanse spionnen in spé klaar te stomen voor overzees werk. Na lange tijd had nu eindelijk een periode van diplomatieke dooi ingezet en zijn over en weer gevangenen uitgewisseld. De Sony-hack, die typerend is voor het nogal drieste gedrag van de jonge, zichzelf bewijzende Kim Jong-un, kan alles weer op slot gooien. Een verhevigde politieke crisis in Azië — waarbij vooral belangrijk is hoe Noord-Korea’s traditionele bondgenoot China reageert — is niet onwaarschijnlijk.

In de filmindustrie heeft het incident in ieder geval nog één slachtoffer geëist. Kort nadat Sony bekendmaakte dat The Interview niet in de bioscoop zou komen, wist Deadline Hollywood te melden dat New Recency een nog titelloze thriller over Noord-Korea schrapt. De film met Gore Verbinski als regisseur en Steve Carrell in de hoofdrol zou gedistribueerd worden door Fox.

Edo Dijksterhuis