Keuze biosbezoek: aanbod, goede stoel en liefst om 8 uur
Als we op donderdag naar de bioscoop willen, beginnen we in het weekend al te plannen. De titel is belangrijk, maar ook de kwaliteit van de stoelen in het theater en de aanvangstijd. Verder zijn Nederlandse bioscoopgangers behoorlijk gevoelig voor peer pressure en gaat slechts 2% alleen naar de film. Dat blijkt uit het meest recente rapport van Stichting Filmonderzoek.
Film is voor de meeste mensen nog amusement, zo blijkt uit de meest recente Bioscoopmonitor. De overgrote meerderheid van de bijna 2900 respondenten gaf ‘vermaak’, ‘uitje’ of ‘gezelligheid’ aan als belangrijkste reden om naar bioscoop of filmhuis te gaan. Slechts een heel klein percentage gaat om ‘geprikkeld te worden’ (7%), ‘zichzelf te ontwikkelen’ (5%) of ‘iets nieuws te leren’ (5%).
Doorslaggevend om de gang naar het theater te maken is de titelkeuze. Meer dan 4 op de 5 bezoekers bekijkt eerst of de film die hij of zij wil zien draait voordat tot aanschaf van kaartjes wordt overgegaan. Het merendeel plant het bezoek vijf dagen of meer voor de voorstelling. Slechts 25% besluit spontaan op de dag zelf. Kaartjes worden steeds meer online of bij een automaat aangeschaft, maar ruim 60% koopt een toegangsbewijs aan de kassa.
Bezoekers van commerciële bioscopen zijn behoorlijk trouw aan een specifieke locatie: 1 op 5 beschouwt een specifiek theater als ‘eigen’ en gaat nooit vreemd. Voor een kwart van de filmgangers is de bioscoop die het dichtste bij huis is niet per se de meest favoriete. Een slechte ervaring op een bepaalde plek — 13% zegt die wel eens te hebben gehad — betekent in de helft van de gevallen dat men niet meer terugkomt.
Behalve het aanbod wordt de bioscoopkeuze vooral bepaald door het comfort: zijn de stoelen goed en hoe is de horeca? Ook belangrijk zijn de aanvangstijden. Tussen 20:00 uur en 21:45 uur wordt gezien als de ideale tijd om naar de film te gaan. De prijs van een kaartje is alleen doorslaggevend voor jongeren tussen 16 en 23 jaar en voor ouders met kinderen.
Voor advies wordt het meeste geluisterd naar vrienden, familie en kennissen (53%). De invloed van social media is beperkt; maar 15% van de respondenten zegt eerder naar een film te gaan als er een virtuele buzz omheen hangt. Recensies lijken er nog minder toe te doen. Het percentage bezoekers dat haar keuze hier van af laat hangen is 16% — onder bezoekers van filmhuizen ligt dit cijfers overigens hoger dan voor bioscopen.
En dan is er nog het gezelschap waarmee naar de film wordt gegaan. Bioscoopbezoek is een sociaal gebeuren en de meerderheid laat de uiteindelijke filmkeuze afhangen van de wensen van de groep. Binnen de groep heeft de frequente bioscoopbezoeker doorgaans de doorslaggevende stem. Consensus is — heel Nederlands — belangrijk; als men het niet eens is dan wordt het toch de disco of McDonald’s.
Edo Dijksterhuis