“Juist de pijlers scherper selecteren”
Reuring in Rotterdam: het IFFR presenteert een nieuwe programmasectie, splitst twee andere secties op en gaat minder films selecteren. Of toch niet? Festivaldirecteur Rutger Wolfson geeft tekst en uitleg.
Om met de deur in huis te vallen: worden het minder films of niet? "Ja. Maar niet heel veel. De verwarring zit er in dat we de vaste onderdelen Bright Future en Spectrum echt kleiner gaan maken, zodat de beste films overblijven en we beter voor ze kunnen zorgen. Een aantal films die daarin zaten, komen nu samen in de nieuwe sectie Limelight. Dus het totale programma wordt niet veel kleiner, maar er vindt een verschuiving plaats."
De twintig procent krimp die in het persbericht werd genoemd, geldt dus voor Bright Future en Spectrum? "Precies. Dat persbericht was voor een belangrijk deel gericht op de industrie, om te laten weten dat juist die twee pijlers van het festival scherper geselecteerd zullen worden. Hoe meer aandacht deze films krijgen, hoe beter. Voor de films én voor het festival."
Dus het aantal vertoningen op het festival gaat niet omlaag? "Nauwelijks. Ervaren festivalgangers weten natuurlijk dat het lekker is om meer ruimte in je kijkschema te hebben. Maar het verschil zal voor het publiek nauwelijks merkbaar zijn. De kritiek op zo’n beetje alle festivals is dat ze te groot zijn. Deze week begint Toronto, daar hoor je niet anders, iedereen zegt dat het uit zijn voegen barst. Daarom introduceren we Limelight en daarom maken we in Bright Future en Spectrum duidelijker welke films in Rotterdam in première gaan. Het belang van de filmmakers en producenten staat voorop. Iedereen is gebaat bij een goede start voor de films die zij naar Rotterdam brengen."
Hebben jullie overwogen een nieuwe sectie voor die premières te maken, om ze meer aandacht te geven? "Nee. Ons programma is gestructureerd volgens wat voor ons de belangrijkste kenmerken van het IFFR zijn. In Rotterdam kom je om nieuw talent te ontdekken, vandaar de nadruk op Bright Future. Tegelijkertijd willen we bijzondere en eigenwijze makers blijven volgen en daar hebben we Spectrum voor."
En daarnaast nu dus Limelight. "Precies. Dat had meerdere redenen. We zijn altijd al heel erg bezig met hoe we ons omvangrijke programma het beste kunnen presenteren, zowel naar publiek als naar professionals. Een deel van het publiek wil op het festival als eerste een film zien die later in de bioscoop uitgaat. Ook voor bijvoorbeeld de Nederlandse pers zijn die titels van belang. Voor hen is Limelight interessant. Daarnaast is die sectie bedoeld om de band met Nederlandse distributeurs aan te halen. We willen een betere partner zijn, om hun latere releases zo goed mogelijk te ondersteunen. We weten dat vertoning op het festival een enorme steun in de rug betekent voor een film, zeker als de filmmaker aanwezig is. Die willen vaak wel naar het festival komen, maar zijn er minder happig op om bij de release later in het jaar naar Nederland te reizen. Uiteindelijk dienen de distributeurs en het festival natuurlijk hetzelfde doel: het verbeteren van het klimaat voor artistieke film in Nederland."
Tegelijk zijn jullie ook een soort concurrent: een film die op het festival al vertoond wordt, zal in de zalen minder publiek trekken. "Dat valt mee. We doen onderzoek naar ons publiek, en daaruit blijkt dat onze bezoekers voor een heel groot deel andere mensen zijn dan die naar de bioscoop gaan. In die zin zijn we geen concurrent voor reguliere uitbreng. Maar we weten allemaal dat het verdienmodel voor distributeurs aan het veranderen is. Vroeger was het zo dat zij quitte speelden in de bioscoop en vervolgens winst maakten op dvd, video en andere extra verkoop. Dat is niet meer zo: de dvd-markt stort in, en video-on-demand is nog geen volwaardig vervanger. Daarom staan distributeurs meer onder druk om ook bij de release in de filmtheaters al winst te maken. Vandaar dat we ze vanaf dit jaar tegemoetkomen met een afdrachtsysteem. In het verleden maakten we ook al wel afspraken met distributeurs, maar dat is nu geformaliseerd. Weliswaar krijgen ze niet zoveel vergoeding als in de bioscoop, maar daar staat tegenover dat het festival veel andere voordelen biedt, zoals publiciteit en aanwezigheid van de regisseur."
Joost Broeren