Jeugdfilms goed voor bijna helft bioscoopbezoek

  • Datum 29-07-2014
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Loenatik, te gek!

Het succes van de Nederlandse bioscoopbranche — jarenlang groeicijfers, zelfs gedurende de crisis — is grotendeels gestoeld op kinder- en jeugdfilms. Bijna een kwart van de films die tussen 2004 en 2013 in de bioscoop kwam behoorde tot die categorie. Ze waren samen goed voor 45% van de kaartverkoop. Dat past binnen de Europese trend, blijkt uit onderzoek van het European Audiovisual Observatory.

The Theatrical Circulation of European Children’s Films heet het rapport dat afgelopen maand werd gepresenteerd tijdens het KIDS Regio Forum 2014 in het Duitse Erfurt. Voor het onderzoek werden in totaal 648 jeugd- en kinderfilms vergeleken met meer dan 8700 speelfilms gericht op volwassenen. De onderzoeksperiode van tien jaar, van 2004 tot en met 2013, staat garant voor de soliditeit van de bevindingen.

De belangrijkste conclusie is dat films gericht op kinderen en families het over het algemeen veel beter doen dan films met een volwassen doelgroep. Het aantal verkochte kaartjes ligt vijf keer zo hoog dan bij reguliere speelfilms. De gemiddeld zeventig kinderfilms die jaarlijks in Europa worden uitgebracht zijn goed voor 11% van het bioscoopbezoek.

Wie de lijsten met bezoekcijfers erbij pakt, kan beamen dat dit ook geldt voor Nederland. Van de 113 Gouden Films die er tussen 2004 en 2013 zijn uitgereikt aan films die meer dan 100.000 bezoekers haalden, zijn er vijftig aan te duiden als jeugdfilm. In sommige jaren — 2005, 2007 en 2012 bijvoorbeeld — is zelfs meer dan de helft van de Gouden Films voor producties gericht op een jong publiek. Met titels als Oorlogsgeheimen en Loenatik, te gek! momenteel in de bioscoop en Het leven volgens Nino, Mees Kees op de planken, Wiplala en Boy 7 in het verschiet zal 2013 waarschijnlijk niet afwijken van de trend.

Jeugdfilms doen het niet alleen goed in eigen land, ze scoren ook hoog als exportproduct — het internationale festivalsucces van bijvoorbeeld Spijt! en De groeten van Mike! is daar illustratief voor. Verhoudingsgewijs worden kinderfilms binnen Europa beter verkocht dan volwassenenfilms. Bijna 71% van alle Europese kinderfilms werd de afgelopen tien jaar verkocht in tenminste één ander land; voor reguliere speelfilms is dat 49%. Ook is de verspreiding breder. Jeugdfilms worden uitgebracht in gemiddeld 3,4 landen, versus 2,2 voor volwassenenproducties.

Er is wel een opmerkelijk verschil tussen animatiefilms en live action films. Films met echte acteurs moeten het vooral hebben van de nationale markt en worden gemiddeld in 2,6 landen uitgebracht. Animatie heeft een groter internationaal potentieel. Die films halen de helft van hun publiek uit het land van herkomst en de rest uit het buitenland. Ze worden gemiddeld in 4,6 landen uitgebracht.

Edo Dijksterhuis