Jem Cohen maakt vijf Occupy Wall Street-films

  • Datum 31-10-2011
  • Auteur
  • Deel dit artikel

De Amerikaanse filmmaker Jem Cohen maakte de afgelopen weken een vijftal korte films op Wall Street, Times Square en in Zuccotti Park in New York, waar de Occupy-beweging sinds 17 september protesteert tegen de hebzucht van de banken die de wereldwijde economische crises veroorzaakten. De protestbeweging breidde zich sindsdien als een soort ‘Westerse Lente’ uit over de rest van de wereld en is in Nederland onder andere neergestreken op het Beursplein in Amsterdam.

De films gingen vorige week onder de noemer ‘Newsreels’ in première als voorfilms bij de reguliere vertoningen in het New Yorkse filmtheater IFC Center in het kader van zijn Short Attention Span Cinema-reeks. Sinds dit weekend zijn ze ook online te zien. Een zesde film zal waarschijnlijk gereed zijn voor vertoning op 8 november tijdens het DOC NYC documentairefestival. Het zijn de eerste films die op deze schaal naar buiten komen die de protestbeweging systematisch observeren en filmisch proberen te duiden, in de traditie van illustere voorbeelden als Dziga Vertov, Chris Marker, Humphrey Jennings, Joris Ivens en Agnès Varda aan wie de films ook zijn opgedragen. De eerste van Cohens ‘Newsreels’ is voorlopig alleen exclusief in het New Yorkse filmtheater te zien. Delen twee, drie en vier zijn wel online te bekijken. Deel vijf zal later volgen op hetzelfde Vimeo-kanaal.

Jem Cohen (bekend van korte, persoonlijk-politieke films in de traditie van de sociaal-geëngageerde straatfotografie als Little Flags, 2000 en NYC Weights and Measures, 2005), muziekdocumentaires (Instrument, 1999, over Fugazi) en poëtisch-politieke essays als Chain, 2004, of Empires of Tin, 2007) begon op 15 oktober, de dag dat de Occupy-beweging over de hele wereld uitzwermde te filmen. De filmpjes, die ieder ongeveer vijf minuten lang zijn, zijn te lang voor de gebruikelijke hap-snap-televisiejournaals waarin de Occupy-beweging tot goedbedoelde slogans is teruggebracht, maar ook bekritiseerd wordt om z’n gebrek aan organisatie. Maar juist omdat ze een iets ‘langere aandachtspanne’ vragen, nemen ze je mee de grens over van reportage naar filmisch universum, waar ook experiment, humor, twijfel, poëzie en lyriek hun plek in de beeldtaal van Cohen hebben.

Het is opvallend dat ondanks de alomtegenwoordigheid van dv-camera’s en filmende smartphones het eerste beeldmateriaal dat van de Occupy-protesten beschikbaar kwam zo eenvormig en anekdotisch was. In de eerste twee van de ‘Newsreels’ zie je hoe bijna elke demonstrant zijn eigen aanwezigheid middels bewegende beelden probeert vast te leggen. Ik film, dus ik demonstreer. Maar of het nou door professionals of amateurs gedraaid is, wat er van dat materiaal op YouTube of de diverse nieuwssites is terug te vinden, is zo eentonig gemodelleerd naar de eisen van korte televisieformats. Alsof zowel demonstranten als journalisten eensgezind waren in hun wens om te laten zien dat de beweging een vrolijke hippie-bende van oud en jong, rijk en arm, wit en zwart, was, samengebracht door een gevoel, maar uiteindelijk verdeeld door vele tegengestelde belangen en issues. Alsof je daardoor alweer afstand kon nemen van wat er daar werkelijk aan de hand was. Op het spel stond. Ik demonstreer, maar ik film, dus ik ben er niet echt bij. Is het zo moeilijk om echt betrokken te zijn? Indirect reflecteren deze beelden zo ook op zichzelf, op hun moraliteit, hun revolutionaire elan, maar ze onttrekken zich aan propaganda, juist omdat ze mogen duren. Ze stappen buiten de tijd door in de tijd te zijn.

Cohens Newsreels dwingen je als toeschouwer een tijdje op één plaats door te brengen, in plaats van in televisiestijl van het ene hoogtepunt naar het andere te navigeren. Hij toont dat demonstreren tijd kost. In een ruimte. En soms saai is. Hij neemt je mee tussen de demonstranten die van de New York Public Library naar Times Square liepen op 15 oktober. Tussen de reclameborden en logo’s, de trademarks en merknamen, de iconische bedrijven die het straatbeeld van New York tekenen. Ze laten je naar hun gezichten kijken. Gezichten van mensen die solidair zijn, maar ook allemaal zichzelf. En daarmee geeft hij alleen al door die rustige, observerende blik aan hoe verwarrend en woelig deze protestbeweging ook is. Op het eerste oog zijn het misschien alleemaal blije hippies die trommelen, musiceren, op straat dansen of boeken lenen uit de geïmproviseerde bibliotheek in Zuccotti Park. Maar er zijn ook de werkelozen, en de daklozen, en de mensen die daar staan omdat ze geen verzekering hebben, of anderszins al lang uit de maatschappij zijn ontslagen. Cohen slaat ze liefdevol gade, solidair, zonder enige vorm van ironische distantie. Met een oog vol pijn.

Langzamerhand veranderen de films van toon. In Newsreel No. 2 zitten veelbetekenende beelden van een spiegeldeur die het beeld in tweeën heeft gesneden. Links en rechts zijn twee helften van dezelfde wereld. Maar op het kruispunt van die twee werkelijkheden vinden wonderbaarlijke verdubbelingen plaats. Mensen verdwijnen en verschijnen in een revolutionaire fantasmagorie.

Met name de voorlopig laatste film, de aan Agnès Varda opgedragen Newsreel No. 5 maakt indruk. Het is nacht. De demonstranten vergaderen over de aanleg van een WiFi-punt. Eigen internettoegang is belangrijk omwille van privacy. Opeens krijgt die vredige samenkomst iets grimmigs. Ingeklemd tussen al die kantoren waar de crisis werd bereid, als een virus. En alles heeft een verwarrende keerzijde: de demonstranten vergaderen zonder microfoons en megafoons, alleen met de kracht van de menselijke stem. Ze herhalen in cirkels wat de spreker heeft gezegd, tot ook de verste aanwezigen zijn woorden hebben gehoord. Zo verspreiden woorden zich, boodschappen, zo rimpelen en golven betekenissen over de wereld. Er komt ruis bij, en er gaat nuancering af. Het is van een troostgevende eenvoud. En ook zo angstaanjagend, als je bedenkt dat deze revolutie met taal gevoerd moet worden, in plaats van met wapens. Alle demonstranten dragen borden en spandoeken waarop de hun vragen en standpunten uiteen proberen te zetten. Maar wat zijn deze woorden nog waard als ze vervloeien als waterverftranen in een regenplas?

Durven we op de beelden te vertrouwen?

Christopher Nolan moet zich overigens schamen als het waar is dat hij hier voor zijn nieuwste Batman-film goedkoop de nieuwe ‘sloppen van New York’ wilde gaan filmen. Net zoals het voor Amerika en de wereld te hopen is dat niemand het in zijn hoofd haalt om de Republikeinse favoriet Herman Cain als presidentskandidaat te kiezen. Dat is dus zo’n schurk die glimlacht en durft te beweren dat: "Don’t blame Wall Street. Don’t blame the big banks. If you don’t have a job and you ain’t rich, blame yourself." Hij is te horen in de vierde newsreel die zich afspeelt tussen de megalomane babylonische torens van het spookkapitalisme.

Eerder zette ook filmmaker Jonathan Demme (The Silence of the Lambs, 1999 en regisseur van diverse Neil Young-docu’s) een video-impressie van de protesten online.

Dana Linssen