Jan Bot sterft maar zijn erfenis leeft voort

Meer dan 26 duizend nieuwe films heeft Jan Bot de afgelopen vijf jaar gemaakt met materiaal uit het Eye-archief. Maar eind maart wordt het algoritme stopgezet en gaan al die producties door de digitale versnipperraar. Op een beperkt aantal na, die het eeuwige leven krijgen als NFT.

Vijf jaar geleden trad Jan Bot aan als nieuwste medewerker van Eye Filmmuseum om op vernieuwende wijze het alsmaar uitdijende archief te ontsluiten. Het computerprogramma dat filmmakers Bram Loogman en Pablo Nuñez Palma hadden ontwikkeld, stelde aan de hand van actuele thema’s nieuwe films samen. Gemiddeld acht per dag produceerde de robot, die werden vertoond op social media, een speciale site en een fysieke machine in de kelder van Eye.

“Wij wilden vooral een discussie aanzwengelen over het gebruik van kunstmatige intelligentie om filmerfgoed voor een breed publiek beschikbaar te maken”, vertelt Palma. En dat is gelukt. De films van Jan Bot werden vertoond op het festival van Istanboel, InScience, Impakt en andere evenementen. De discussies die daarop volgden, gingen vooral over de vraag ‘wat zien we nu eigenlijk?’ “Het zijn vreemde films”, geeft Palma toe. “De meeste kunstmatige intelligentie probeert zo goed mogelijk het werk van mensen te imiteren zodat die mensen zelf minder hoeven na te denken. Jan Bot is uniek doordat hij compromisloos is en ons de wereld laat zien door de ogen van een machine. Hij laat ons anders nadenken.”

Maar de techniek die in 2018 vooruitstrevend was, is anno nu verouderd. “Jan Bot gaat gewoon door, maar wat hij doet is tegenwoordig meer archeologie dan avant-garde”, vertelt Palma. “Toen NFT’s een tijdje geleden in het nieuws kwamen, wisten we dat hier de sleutel voor een vervolg lag. Die technologische vernieuwing biedt mogelijkheden voor een gedecentraliseerde vorm van archivering.”

NFT’s. of non-fungible tokens, zijn unieke digitale bestanden die worden gegenereerd door blockchain-technologie. Ze zijn vooral bekend van cryptovaluta als Bitcoin en Ethereum, maar duiken steeds vaker op in de kunstwereld. NFT’s kunnen worden ingezet als onvervreemdbaar eigendomsbewijs maar ook zelf een kunstwerk zijn. “Ze worden decentraal geproduceerd in een netwerk van computers en zijn daarom uitermate geschikt als drager van een collectief archief”, stelt Palma. “NFT’s zijn een nieuw cultureel product.”

Onder de titel ‘Jan Bot is dood, leve Jan Bot’ zijn Palma en Loogman begonnen met de ontmanteling van hun geestelijk kind. Eén voor één worden de meer dan 26 duizend films gewist die Jan Bot heeft gemaakt. Op 31 maart gaat de stekker er definitief uit. “Het laten doodgaan van een kunstmatige intelligentie zal in de toekomst steeds relevanter worden”, denkt Palma. “Twee jaar geleden werd er ook al een film over gemaakt, After Yang.”

Een deel van Jan Bots erfenis wordt bewaard in de vorm van NFT’s. “We maken er maximaal 500. Als niemand ze koopt dan is er blijkbaar geen interesse voor het werk van Jan Bot. Maar als ze wel verkopen, blijven de films voor eeuwig bewaard. Het mooie van NFT’s is dat het een democratische manier is om waarde te creëren. Bij traditionele kunst is het zo dat hoe duurder het werk is, hoe minder zichtbaar het wordt omdat verzamelaars het in een kluis stoppen. NFT’s worden juist meer waard als ze meer gezien worden.”

De Jan Bot NFT’s worden gemunt met behulp van Tezos, een blockchain die – anders dan veel vroege NFT-mijnen – een beperkte energievoetafdruk heeft. Bezit kost niet meer dan €20 (€23 online vanwege verzendkosten) en je hoeft geen technerd te zijn of zelfs maar cryptovaluta te hebben om eraan te komen. In de winkel van Eye en via de site zijn kaarten te koop ter grootte van een cd-hoesje waar een geheime link opstaat om de NFT te claimen. Het is een verrassing welke film je krijgt maar hij bevat in ieder geval het shot dat op de kaart staat.

Met de opbrengst van de eerste 300 NFT’s worden de kosten van het project gedekt. De verdiensten daarna worden gebruikt om het denken over blockchaintechnologie en filmerfgoed verder te helpen. Palma: “Dat zou kunnen in de vorm van een symposium of een project om met nieuwe technologie archiefmateriaal te bewerken en oude beelden een nieuw leven te geven.”