Indian Film Festival: langer, groter, breder en on tour
Vandaag begint in Den Haag de vierde editie van het Indian Film Festival. Het festival voor onafhankelijke producties afkomstig van het Indiase subcontinent is twee dagen langer geworden, draait in meer zalen en gaat na afloop op tournee. Openingsfilm Traces of Sandalwood beleeft vanavond zijn Europese première.
Wat vooral opvalt aan het 2014-programma van het Indian Film Festival is de groei. De lengte van het festival ging van vijf naar zeven dagen. Het totaal aantal films groeide van twintig tot 29. Qua fysieke omvang is het festival wel compacter geworden. Deed vorig jaar Pathé nog dienst als een van de festivallocaties, dit jaar vinden vrijwel alle vertoningen plaats in Filmhuis Den Haag. In het drie jaar geleden geopende Theather Dakota draaien de twee 3D-films in het programma.
‘Geen Bollywood-films maar onafhankelijke producties’, zo typeert IFF-directeur Ricardo Burgzorg het festivalaanbod. ‘We willen hiermee een alternatief bieden voor de beelden die het nieuws over India altijd domineren: economie en ellende als verkrachtingen. Ook over de Indiase film bestaan veel vooroordelen. Het is veel meer dan alleen zang-en-dans-drama’s. Ieder taalgebied in India heeft een eigen filmindustrie met een heel eigen karakter. Net zo min als je de Franse cinema met de Nederlandse kunt vergelijken, kun je films uit Calcutta vergelijken met die uit Telegu-sprekende gebieden.’
Wat de films in het festival verbindt, is dat ze iets zeggen over het India van nu. Burgzorg: ‘Bhopal: A Prayer for Rain gaat bijvoorbeeld hoe dertig jaar na dato de rotzooi van de giframp bij de Union Carbide-fabriek nog steeds niet is opgeruimd. Fandry gaat in op de sociale veranderingen. De hoofdpersoon is een jonge Dalit, iemand van de laagste kaste, die verliefd wordt op een meisje uit de hogere kaste en zich niet neerlegt bij zijn achtergestelde positie. Ook de positie van de vrouw verandert snel en dat zie je in films als Highway en Queen. Anders dan in films uit het verleden, die vrouwen toonden die misschien wel rebelleerden maar uiteindelijk toch altijd weer terugkeerden naar familie en traditie, nemen de hoofdpersonen in deze films echt het heft in eigen handen.’
Voor de openingsfilm is gekozen voor een publiekstrekker. Burgzorg noemt Traces of Sandalwood, een drama over de hereniging van twee zussen waarvan de ene als kind werd geadopteerd door een gezin in Barcelona en de ander carrière maakte als actrice in Mumbai, een ‘mooie opvolger van The Lunchbox‘, die vorig jaar een groot succes bleek en daarom weer is opgenomen in de selectie. ‘Ik zag Traces of Sandalwood tijdens een industry viewing in Cannes en was direct gecharmeerd. De film heeft inmiddels ook gedraaid op het Film Festival van Toronto maar is nog niet publiek vertoond in Europa.’
Burgzorg zegt met zijn selectie niet per se te kijken naar een getalsmatig evenwichtige verhoudingen tussen de verschillende loten van de Indiase filmindustrie. ‘Natuurlijk proberen we zo volledig mogelijk te zijn, maar het gaat er ook om het juiste netwerk ter plekke te ontwikkelen om die films hier naartoe te halen. We hebben nu bijvoorbeeld goed contact met de directeur van het Chennai International Film Festival, wat ons netwerk in het zuiden enorm uitbreidt.’
‘We hebben ook twee films uit Sri Lanka en twee uit Pakistan opgenomen in de selectie’, vertelt Burgzorg. ‘Vanaf het begin kregen we vragen van bezoekers om ook films uit andere landen van het subcontinent te tonen, maar we hebben ons eerst geconcentreerd op India. Dat laten we nu langzaam los. We richten ons nu op al die landen met een gedeelde historische achtergrond: naast India dus ook Pakistan, Bangladesh en Sri Lanka.’
In 2013 trok het Indian Film Festival zo’n 3500 bezoekers. Dat aantal hoopt Burgzorg dit jaar op te trekken naar 5000. En dat is inclusief de vertoningen die na het festival plaatsvinden in Amstelveen (30 oktober–2 november), Den Bosch (2 november), Utrecht (8 november) en Eindhoven (9 november). ‘We willen ons stevig positioneren in het nationale filmfestivallandschap, meer landelijke bekendheid krijgen’, stelt Burgzorg. ‘We denken ook na over mogelijkheden om door het jaar heen onafhankelijke Indiase films te vertonen. Samenwerking met een distributeur is een optie, maar misschien gaan we zelf optreden als distributeur of zetten we een VOD-kanaal op.’
Edo Dijksterhuis