Robby Müller (1940-2018)

Robby Müller

Afgelopen dinsdag is in Amsterdam Robby Müller overleden. Müller geldt als de beste Nederlandse director of photography van de afgelopen halve eeuw. De muze van Wim Wenders en Jim Jarmusch drukte zijn stempel op onder ander Down by Law, Paris, Texas en Breaking the Waves.

Het is een cliché om filmmakers aan te duiden als ‘schilders met licht’, maar in het geval van Robby Müller ontkom je er niet aan. De overzichtstentoonstelling die EYE in 2016 aan hem wijdde heette niet voor niets Master of Light. Bij de opening werden anekdotes aangehaald over Müller die, terwijl de regisseur met de minuut nerveuzer werd, eindeloos op de set kon ronddrentelen totdat de zon eindelijk tot de juiste hoogte was gezakt en de gloed precies goed was. Met Wim Wenders reed hij in de jaren zeventig soms dagenlang door Duitsland op zoek naar dat ene hotelletje met een neonverlichting die de gewenste naargeestigheid uitstraalde. Dat licht, die sfeer ensceneren — dat was vloeken in de kerk bij Müller. Met zijn uitgesproken voorkeur voor puur natuur is hij tot een anachronisme geworden in deze tijd van computer generated images en andere beeldmanipulatie. Anderzijds is hij het lichtend voorbeeld voor een nieuwe generatie cameramannen en –vrouwen die in weerwil van de digitale perfectie juist op zoek is naar rafelige authenticiteit.

Robby Müller werd in 1940 geboren op Curaçao als zoon van een Shell-ingenieur die in zijn vrije tijd een verwoed amateurfilmer was. Na een tussenstop in Indonesië belandde het gezin in Den Haag. Volgend op het gymnasium bezocht Müller tussen 1962 en 1964 de Nederlandse Filmacademie. Hij behoorde tot dezelfde lichting als Frans Weisz en Pim de la Parra. Als afgestudeerde kwam hij in Nederland echter niet aan de bak en vertrok naar Duitsland.

Daar liep Müller al snel Wim Wenders tegen het lijf, met wie hij een langdurige en vruchtbare werkrelatie begon. Niet minder dan twintig films maakte het tweetal. Het beroemdste zijn de roadmovies Alice in den Städten (1974) en Paris, Texas (1984). Laatst genoemde film werd in Cannes onderscheiden met een Gouden Palm.

Wenders en Müller drukten een wederzijds stempel op elkaar. Maar Müller vervulde zijn complexe en gelaagde rol van sparring partner, muze en tegendraads klankbord voor veel meer regisseurs. Hij maakte films met onder andere Barbet Schoeder (Barfly), Sally Potter (The Tango Lesson), Bela Tarr (Visions of Europe) en Alex Cox (Repo Man). Maar het dichtst bij de symbiotische relatie tussen Wenders en Müller kwam Jim Jarmusch. Met hem maakte de cameraman Down by Law (1986), Ghost Dog: The Way of the Samurai (1999) en Coffee and Cigarettes (2003). Bij het overlijden van Müller stelde Jarmusch onomwonden in een tweet: “zonder hem zou ik niets weten over filmmaken”.

Hoewel Müller een aantal Hollywood-productie op zijn naam heeft staan — bijvoorbeeld To Live and Die in LA (1985) van John Friedkin en The Believers (1987) van Jon Schlesinger — werkte hij het liefste met onafhankelijke filmmakers. Buiten de strakke kaders van de studio’s kwam zijn improviserende stijl het beste tot zijn recht. Scripts las hij wel maar hij had er geen enkele moeite mee regieaanwijzingen links te laten liggen als zich op de set een beter alternatief voordeed. Hij werkte intuïtief en met de alertheid van een goaltjes pikkende spits. Anders dan veel directors of photography stond hij niet als een halve of hele dictator achter de camera, maar bewoog zich losjes tussen de acteurs. Cirkelend en wachtend op de juiste combinatie van beweging, licht en ruimte.

Müllers filmografie omvat zo’n zeventig titels en die films zijn allemaal zeer verschillend. Zoals Hugo Emmerzael terecht opmerkte in zijn bespreking van Master of Light: “er bestaat niet zoiets als één typerend Müllerbeeld”. Over zijn zienswijze sprak de cameravirtuoos zelf zelden, en al helemaal niet over technische zaken, maar de tentoonstelling liet zien dat er wel degelijk terugkerende stijlkenmerken zijn te destilleren uit zijn oeuvre. Behalve licht speelt kleur een belangrijke rol. Een veel genoemd voorbeeld is het rood in Paris, Texas dat het truitje van Natassja Kinski verbindt met het petje van Harry Dean Stanton en daarmee de twee personages aan elkaar koppelt. In zwart-wit films als Down by Law en Dead Man (1995) weet Müller duizend tinten grijs in te zetten om het beeld een fluwelige kwaliteit mee te geven.

Een ander kenmerk is het gebruik van schermen in schermen. Regelmatig komen ze voorbij: telefoondisplays, foto’s of een dashboard waarop de staafjes van de equalizer een landschap suggereren. Het zijn soort subtiele handtekeningen: de man van de camera laat even weten dat hij er is met een reflexieve verwijzing naar de beeldcultuur. Op dit soort momenten vallen inhoudelijke subtext en visuele verdubbeling samen.

Het getuigt van Müllers lenigheid van geest en speelse creativiteit dat hij open stond voor experiment. Lars von Triers Breaking the Waves (1996) filmde hij met een hand held super 35 mm camera. Dat leverde een ongekende dynamiek op die later school maakte. Met Von Trier maakte hij ook Dancer in the Dark (2000) waarbij hij gebruik maakte van honderden kleine camera’s en zo kon kiezen uit talloze perspectieven.

Müllers samenwerking met Nederlandse regisseurs is beperkt gebleven tot een handvol films. Met Frans Weisz maakte hij Een zwoele zomeravond (1982), maar dat was door de verschillende zienswijze van de twee — Weisz wilde een overdaad aan lampen, Müller gruwde ervan — een zware bevalling. Toch bleef de globetrottende cameraman in zijn hart altijd Nederlands. In 1990 verhuisde hij met zijn kersverse bruid Andrea naar Amsterdam en is daar tot het eind van zijn leven blijven wonen. Hij fotografeerde veel in de hoofdstad en daarbij legde hij eenzelfde sensitiviteit en kwaliteit aan de dag als in zijn camerawerk. Vorig jaar werden zijn foto’s getoond op de prestigieuze beurs Paris Photo.

In 2004 werd bij Müller vasculaire dementie vastgesteld, waardoor lopen en spreken langzaam maar zeker onmogelijk werd. Hij had zijn laatste speelfilm gemaakt, 24 Hour Party People (2002) met Michael Winterbottom, en ook nog de filminstallatie Carib’s Leap (2002) met Steve McQueen, een van zijn grootste fans. Pas na de afsluiting van zijn carrière kwamen de grote huldeblijken. De winnaar van drie Deutschers Filmpreisen kon zijn prijzenkast aanvullen met een Gouden Kalf Cultuurprijs (2007), de Bart Haanstra Oeuvreprijs (2008) en de International Achievement Award 2012.

Robby Müller overleed op 3 juli 2018 in zijn woonplaats Amsterdam. Hij werd 78 jaar.

Edo Dijksterhuis