‘In Glorious Technicolor’? De mythe van Technicolor

Gone with the Wind

De komende maanden doet de Filmkrant verslag van de openbare collegereeks This is Film! Film Heritage in Practice, een lezingenreeks met gastsprekers over filmrestauraties en filmerfgoed.

In haar inleiding bij het vierde college van This Is Film!, over kleur in film, benadrukte EYE-conservator en UvA-hoogleraar Filmerfgoed Giovanna Fossati dat ongeveer zeventig procent van de films in de eerste drie decennia van de filmgeschiedenis in kleur was. Er waren legio kleursystemen, van handmatig aangebrachte kleuren tot verfbaden. Zie voor deze verschillende kleurenprocédés de toelichting onder de bespreking van het prachtige plaatjesboek Fantasia of Color in Early Cinema.

Ook kan principieel onderscheid gemaakt worden tussen additieve kleurensystemen, zoals Chronochrome en Kinemacolor, en zogenaamde subtractieve systemen als Technicolor. Sinds 2012 houdt professor Barbara Flückiger een fantastische website bij, de Timeline of Historical Film Colors en daarnaast is er het aanverwante filmcolors.org waar nieuws staat over kleuronderzoek, academische conferenties en allerlei kleurentools.

In 2015 bestond Technicolor honderd jaar, iets waar onder meer het Amerikaanse George Eastman Museum aandacht aan besteedde. Het museum maakte ook een fascinerend online researcharchief, net als Flückigers website een plek om uren rond te dwalen. Want hoe zit het met de legendarische three-strip dye transfer van Technicolor, ook wel bekend als ‘imbibition’? In tegenstelling tot films die in Eastmancolor werden gedraaid zijn Technicolor-prints nauwelijks onderhavig aan verkleuring. Dat het Technicolor-laboratorium rond 1974 ophield te bestaan, stemt treurig. De kosten om het imbibition-systeem vandaag de dag weer op te zetten zijn astronomisch, dus het gouden Technicolor-tijdperk is voorgoed voorbij.

Michael Pogorzelski, directeur van het Academy Film Archive (dat is gelieerd aan de Academy of Motion Picture Arts and Sciences), presenteerde na de inleiding de Technicolor Reference Collection. Technicolor behield van elke kopie die het voor de filmstudio’s afleverde (minimaal) één akte als referentie. Die kon tevoorschijn worden gehaald als de studio nieuwe kopieën bestelde, zodat Technicolor-werknemers wisten hoe de film er qua kleurenpalet uit moest zien. Dit om zorg te dragen dat de nieuwe kopie er hetzelfde uitzag als de eerdere prints.

Dat niet elke Technicolor-kopie die de wereld inging hetzelfde is, heeft te maken met prioriteiten en andere omstandigheden. De beste prints gingen naar de grootste theaters, de wat mindere kopieën, bijvoorbeeld gemaakt als de chemicaliën in het ontwikkelbad eigenlijk al vernieuwd hadden moeten worden, werden verscheept naar kleinere bioscopen.

Maar die ‘reference reels’ waren altijd van de beste kwaliteit en stellen ons anno 2018 in staat om met eigen ogen te zien hoe Technicolor er nou eigenlijk uitziet/hoort uit te zien. Want er hangt een hardnekkige mythe rond ‘glorious Technicolor’, vooral het resultaat van hun eigen marketing: dat Technicolor altijd uiterst levendig is qua kleur, met een diepe kleurverzadiging. Die mythe over de kleurenpracht werd langzamerhand de norm. Zo was de oorspronkelijke kopie van de legendarische Technicolor-film Gone with the Wind qua kleur behoorlijk ingehouden. Rereleases corrigeerden dat door het kleurenpalet wat uitbundiger te maken, meer in lijn met de verwachting van een contemporain publiek.

Hedendaagse (thuis)kijkers zijn gewend aan ‘eyepopping’ kleuren op hun blu-rays, waarbij bij gerestaureerde klassiekers (ook die in filmtheaters als dcp draaien) vaak ook nog de filmkorrel is gereduceerd via software. De moderne kijker verwacht (of eist zelfs) een vlekkeloos en qua kleurenpalet hyperverzadigd beeld.

Dit betekent niet dat de Technicolor Reference Collection geen kleurenfestijn is, integendeel. Maar vaak werden kleurenaccenten ingebed in een verrassend terughoudende kleurenomgeving. Zo’n neutrale achtergrond zorgt er juist voor dat een vaas bloemen, paarse jurk of rode das extra opvalt. Pogorzelski stelde drie programma’s samen met Technicolor reference reels, met aktes uit de jaren vijftig, zestig en zeventig. Wij kregen de reels uit de jaren vijftig te zien, met aktes (steeds één) uit achtereenvolgens The Quiet Man (John Ford), Silver Lode (Allan Dwan), Magnificent Obsession en All That Heaven Allows (Douglas Sirk), A Star Is Born (George Cukor), To Catch a Thief (Alfred Hitchcock), My Geisha (Jack Cardiff) en Rio Bravo (Howard Hawks).

Een middag om niet te vergeten, met dank aan het rood-zwart geblokte overhemd van Rock Hudson, de rode wijn in het glas van Cary Grant, de magenta jurk in Silver Lode, de bloemen in Magnificent Obsession en het rode haar van Maureen O’Hara. Of creëer ik nou toch weer mijn eigen Technicolor-mythe?

André Waardenburg

Verder lezen en kijken: Alle zeven films die George Eastman Museum maakte toen Technicolor honderd jaar bestond, in 2015; Video-essay How Technicolor changed movies; Technicolor at 100: The Road to Color Film Production; Een korte toelichting, plus daaronder een lijst met zestig Technicolor-klassiekers; Informatie over het retrospectief Glorious Technicolor in de Deutsche Kinemathek.