Impact van digitale revolutie op filmrestauratie

  • Datum 06-02-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Short Film

De komende zes weken doet de Filmkrant verslag van de openbare collegereeks This is Film! Film Heritage in Practice. Deze lezingenreeks gaat over filmrestauraties en filmerfgoed en wordt gegeven door Giovanna Fossati, hoofdconservator van Eye en hoogleraar Filmerfgoed aan de Universiteit van Amsterdam.

Fossati, die in 2016 haar twintigjarige jubileum bij Eye viert, schetste in haar eerste les de contouren van de collegereeks die vooral ingaat op de impact van de digitale revolutie: hoe heeft dit het vak van filmrestaurateur beïnvloed en welke mogelijkheden biedt het de conservator om filmerfgoed op een andere manier dan via een klassieke vertoning in een bioscoopzaal in te zetten?

Ratelende filmprojector
Het Nederlandse bioscoopbedrijf is sinds 2012 volledig digitaal. Films worden alleen nog digitaal vertoond via zogenaamde DCP’s (Digital Cinema Package), een soort harde schijf waarop de film staat. Vergeleken met de (gemiddeld) vijf zware blikken met daarin kwetsbare celluloid filmspoelen een kostenbesparende operatie. Celluloid kan bovendien breken en beschadigen, waardoor krassen ontstaan — wat restaurateurs ‘regen’ noemen. DCP’s hebben dat niet, al kunnen bij digitale projectie natuurlijk ook dingen misgaan.

Deze digitale revolutie kwam tegen een flinke prijs. Theaters moesten flink investeren, al kwam er op het laatst een belastingmaatregel die de digitale omwenteling een stevige zet in de rug gaf. Het besluit om de filmprojector uit de projectieruimte te bannen en de projectionist te vervangen door een technicus en/of volautomatisch computersysteem leidt ertoe dat vrijwel geen enkel filmtheater film nog op analoge wijze kan vertonen, middels aan elkaar geplakte aktes die al ratelend door een mechanische filmprojector geleid worden. Eye kan het nog wel, en reviseerde voor de vertoning van de 70mm Ultra Panavision-versie van Tarantino’s The Hateful Eight zijn 70mm-projector, die van een nieuwe lens werd voorzien om de extra breedte van Ultra Panavision (2.76: 1 in plaats van 2.35: 1) te kunnen ‘uitpakken’.

Filmproductie- en restauratie zijn al langer (deels) digitaal. Het gebruik van CGI (Computer Generated Images) stamt uit begin jaren negentig, en digitale restauratie begon een serieuze vlucht te nemen rond 2000. Er kan inmiddels veel, soms zelfs volautomatisch. Beeldje voor beeldje restaureren, een kostbare aangelegenheid, is niet altijd per se noodzakelijk.

Fossati gebruikte een drietal korte films ter illustratie van de moeilijkheden en mogelijkheden van werken met filmerfgoed. De films komen uit de Filmpoule die Eye samenstelde, en die door filmtheaters gratis mogen worden gebruikt als (bijvoorbeeld) voorfilms.

Summer in the Fields

Summer in the Fields (Wim van der Linden, 1967)
Deze ‘sad movie’ van Van der Linden en Wim T. Schippers werd gedraaid in CinemaScope en gefilmd in kleur. Beide creëerden problemen bij de restauratie. De filmkopie (het originele negatief ging verloren) was enorm verkleurd, zelfs na restauratie is dat nog een probleem, evenals het contrast. Het roept de vraag op of dat inmiddels, door de voortschrijdende technologie, niet beter kan. Moeten gerestaureerde films om de zoveel jaar eigenlijk niet opnieuw gerestaureerd worden? Een vraag die vooralsnog open blijft.

CinemaScope is vaak ook een probleem, omdat het middels een anamorfotische lens werkt, zowel bij opnames als bij projectie. Bij opnames wordt het beeld samengedrukt, bij projectie weer uitgevouwen.

Short Film (Olaf Held, 2013)
Een man die zich aan het scheren is, ontdekt een soort afstandsbediening in zijn nek. Als hij op de achteruitspoelknop drukt, wordt hij jonger, en de vooruitspoelknop maakt hem ouder. De pay-off is geestig: ‘Life is too short for feature films.’

Volgens Fossati reflecteert deze korte film de fascinatie van filmmakers in wat filmwetenschappers ’the apparatus’ noemen: alle technologie die bij het maken van film komt kijken, inclusief de impact ervan op de kijker.

Liquidator

Liquidator (Karel Doing, 2010)
Karel Doing laat in deze korte film zien hoe je bestaand filmerfgoed opnieuw kunt gebruiken. Hij kreeg van Eye de beschikking over de deels beschadigde film Haarlem (1922) van filmpionier Willy Mullens. Net als voorgangers Peter Delpeut (Lyrisch Nitraat) en Bill Morrison (Decasia) versterkt Doing de poëtica van dit verval door het door de tijd aangetaste beeld extreem te vertragen of door in te zoomen. Het resultaat is kunst op zich: hoewel bijna 100 jaar oud, lijkt het beeld te pulseren en ademen, alsof de chemicaliën die de emulsie oplosten en aantasten nog steeds doorwerken. Zo wordt alles extra unheimisch. De (inmiddels gestorven) mensen die we voorbij zien lopen, waren al geesten geworden maar lijken soms weer tot leven te komen, al is het maar voor even. Ook zien we een beeld waarin een paard kortstondig een extra lange nek krijgt die vervolgens weer terug schuift. Of het nu overwoekerde ruïnes zijn of vergane stukjes celluloidfilm, verval leidt onvermijdelijk ook tot schoonheid. Ook Doings melancholiek stemmende film, die in een lange traditie van experimentele films staat die het materialisme van het medium onderzoeken, blijkt zo een ‘sad movie’. Jammer dat de elektronische geluidsband, vol ‘glitches’ en oversturingen, zo cliché is.

 

Beyond the Rocks

Roestige filmblikken
De hoofdfilm was Beyond the Rocks (Sam Wood, 1922). De verloren gewaande film — 70 procent van de stille cinema is naar schatting voorgoed verloren — dook zo’n vijftien jaar geleden op in de nalatenschap van een filmverzamelaar die Eye duizenden roestige filmblikken schonk. De getinte film, de enige waarin sterren Gloria Swanson en Rudolph Valentino samen speelden, werd in 2005 dankzij een extra subsidie digitaal gerestaureerd. Henny Vrienten schreef een nieuwe score en de film ging tijdens de tweede Filmmuseum Biënnale (een door Eye helaas afgeschaft initiatief) opnieuw in première in Tuschinski, gesponsord door een diamantslijper.

Subjectief naschrift: ondergetekende vond de film destijds niet zo heel sterk of boeiend, wat leidt tot de ongemakkelijke vraag: moet je alles willen conserveren of restaureren? Is het soms niet beter de tijd zijn werk te laten doen?

Coming attractions
Donderdag 11 februari is er een gastspreker. Schawn Belston, verantwoordelijk voor de conservering van 20th Century Foxs filmische erfgoed, komt vertellen over de restauraties van de musicals The King and I (gedraaid in het in onbruik geraakte 55mm-beeldformaat) en het in 70mm gefilmde The Sound of Music. Deze werd vorig jaar vanwege zijn vijftigjarige jubileum opnieuw gerestaureerd, dit keer digitaal.

Na afloop wordt de fotochemische restauratie van The King and I vertoond, uitgevoerd in 2004.

Op 13 februari leidt Belston de digitale restauratie van The Sound of Music in. Meezingen mag!

André Waardenburg

Info: eyefilm.nl/themas/eye-college-this-is-film-film-heritage-in-practice