“Ik ga op den duur verbanden zien, zo blijf ik begeesterd”

Timo Veltkamp deed voor zijn speelfilmdebuut zelf de regie, het scenario, de productie en de distributie. De film vertelt in een tijdloze setting over een niet erkende schrijver. "Ik had geen idee waar het naartoe ging."
Bij het café om de hoek bestelt Timo Veltkamp (1960) een glas appelsap. Hij begint bij het begin — van de film en het scenario. "Ik heb het zelf jaren geleden meegemaakt. Ik liet een enquêteur binnen die een verkoper van uitvaartverzekeringen bleek te zijn. Een oplichter dus. Ik vertelde hem dat ik niet geïnteresseerd was: ‘Als ik dood ga, zetten ze mij maar in een zak aan de kant van de weg.’ Die man was oprecht verontwaardigd en heeft me een hele tijd geprobeerd op andere gedachten te brengen. Dat vond ik een leuk voorval. Toen ben ik verder gaan denken over oplichting in het algemeen."
De Nobelprijswinnaar is een associatieve mozaïekfilm waarin de mislukte schrijver Joachim (Marc van Uchelen) een heus meesterwerk maakt, een gevierd auteur een writer’s block heeft, een meisje van vijftien zwanger wordt en een stripteasedanseres in elkaar wordt gemept. Onder andere. Verklarend tekent Veltkamp met zijn vingertoppen een denkbeeldige ruit op het tafelblad. "Ik begin met iets kleins, wat zich steeds verder uitbreidt en halverwege ga ik naar het einde toewerken. Andere mensen beginnen met een idee, schrijven een synopsis en werken die uit. Dat kan bij mijn scripts niet. Ik ga op den duur verbanden zien en blijf zo begeesterd. Ik had geen idee waar het naartoe ging. Die huis-aan-huisverkoper bijvoorbeeld. Ik vond hem leuk om de andere personages mee te introduceren, maar op een gegeven moment wist ik niet meer wat ik met die man aanmoest. Toen liet ik hem maar het loodje leggen."
Veltkamp produceerde De Nobelprijswinnaar zelf, omdat zijn aanvankelijke producent René Huybrechtse geen heil meer zag in het project. Met name had hij problemen met zijn hoofdpersonage. "Mijn Joachim gaat tegen ieder scriptprincipe in. Hij heeft geen doel in zijn leven en ondergaat alles wat hem overkomt. Hij is het oog van een orkaan, waar het stil is, en juist de mensen eromheen zijn in beweging." Veltkamp wist de film te financieren met bijdragen van vrienden en bekenden. "‘Je moet het kunnen missen,’ heb ik ze gezegd. In principe is het een renteloze lening."
Hoewel De Nobelprijswinnaar druipt van de zwarte humor en het goed deed op het Nederlands Film Festival 2010, blijkt hij moeilijk aan de man te brengen. Hij wordt in één bioscoop vertoond, het Filmhuis in Leeuwarden, en is op den duur online te zien op Ximon. "Ik kon geen distributeur vinden, dus ben ik zelf de bioscopen langsgegaan. Daar vroegen ze zich af hoe ze hier een publiek voor moesten vinden." Omdat er geen verwijzingen naar een bepaalde tijd zijn, is aan de film niet af te lezen wanneer hij zich afspeelt. "Ik heb hier ook met een andere producent over gesproken. Die wilde alleen meedoen als hij uitdrukkelijk naar deze tijd verwees. Naar het Amsterdamse schrijversmilieu. Met een aanknopingspunt als een Heleen van Royen erin bijvoorbeeld, waarmee je hem in de markt kunt zetten."
En dat vond Veltkamp niet interessant. "Zo ben je alleen maar aan het werk voor een incrowd publiek. Ik wil niet dat je in de Amsterdamse grachtengordel moet wonen om de film te begrijpen."
Laura van Zuylen