IFFR: dansend en vechtend celluloid
Japanse Expanded Cinema performances keren het film festival Rotterdam in- en uitwaarts tijdens de eerste sound//vision avond in WORM. Onder de begeleiding van zes projectionisten danst celluloid voor een avond met celluloid. Of kunnen we beter van een gevecht spreken?
De door Gonzo (circus) georganiseerde Mind The Gap Nights van IFFR zijn niet meer. Maar aan uitdagende audiovisuele performances nog steeds geen tekort. Onder de noemer sound//vision (een titel die na het overlijden van muziek- en filmster David Bowie nog sterker tot de verbeelding spreekt) staat WORM gedurende de eerste vier nachten van het festival in het teken van het avontuurlijke audiovisuele kunst; het schemergebied tussen beeld en geluid en tussen schaduw en licht.
Het voelt alsof IFFR dit jaar sterk inwaarts keert, of beter gezegd: het festival reflecteert sterker op het medium film. Met name het Critics’ Choice programma werpt een introspectieve blik op film door ‘whose cinema?‘ als leidmotief te nemen. Neem The Dying of the Light, een documentaire die haar licht schijnt op de mensen die vroeger vijfentwintig beeldjes per seconden langs de lampen van een projector lieten schieten: de operateur. Zij hadden een unieke, tastbare relatie met het medium die na diens snel verlopen digitalisering haast niet meer voor te stellen is.
Behalve in WORM dan, tijdens de eerste avond van sound//vision, waar Japanse videoartiesten hun ‘Expanded Cinema’ vertoonden. Terwijl in The Dying of the Light afscheid wordt genomen van de operateur en diens analoge projectoren, werpen hier maar liefst zes kunstenaars tegelijkertijd hun celluloid op een scherm. Niet voor niets heet het avondprogramma Throwing Shadows, een letterlijke vertalen van de twee kanji karakters waaruit t?ei (projecteren) bestaat.
Het celluloid danst hier voor een avond weer in zijn volle glorie op het scherm. Schaduwen overlappen. Beelden, texturen en kleuren lopen in elkaar over. De eerste film die deze behandeling krijgt is Miyai Rikuro’s Phenomology of Zeitgeist (Jidai Seishin no Genshogaku, 1968). Een echt product van zijn tijd, Phenomology of Zeitgeist is een in één shot geschoten film waarin Japanse kunstenaars een naakte performance op straat houden, hetgeen toen ten strikte verboden was. Vandaar die ene shot, tijd voor meerdere cameraopstellingen was er niet. Als de politie zou komen zouden de kunstenaars namelijk moeten vluchten. Toch zou je bijna vergeten dat deze film in een shot is opgenomen. Een tweede projector projecteert dezelfde print met een vertraging waardoor de sowieso al schokkerige, chaotische film nog onoverzichtelijker wordt. Andere projecteren werpen extra kleuren, texturen en schaduwen op het scherm. Middenin de performances schijnen er zelfs groene lazerlichten op het doek die je eerder in een club dan tijdens een screening zou verwachten.
Waar het celluloid van Phenomology of Zeitgeist danst, lijkt het bij de performances van Okuyama Jun’Ichi eerder te vechten, te strijden voor je aandacht zelfs. In een van zijn performances worden twee filmloops (een soort analoge GIFs) van een rennend silhouet geprojecteerd. De projectionisten laten die silhouetten in elkaars richting rennen, maar de ander aanraken doen de anonieme, hollende mensen nooit. Als de beelden in elkaars buurt komen stoten ze elkaar weer af alsof het balletjes aan een Newtonpendel zijn. Als gevolg van elke botsing komt er ook nog eens een soort scheurend geluid uit de drie speakers die voor het doek staan. Om het geheel nog heftiger te maken worden er nog meer filmrollen geprojecteerd (van vakantie video’s tot natuurportretten) die allen met elkaar in conflict lijken te zien. Het geheel schuurt en wrijft en piept en kraakt.
Human Flicker, een andere performance van Okuyama, is eenvoudiger van opzet, maar een gevecht tussen beelden is het evenmin. Een projector projecteert een close up van een gesloten oog, een ander van een geopend oog. Voor die twee projectoren staat Okuyama, bewapend met een waaier in elke hand. Hij monteert de twee shots live door zijn waaiers langs de projectoren te bewegen, waardoor het oog zich opent of sluit. Toch is ook dit een beetje dansen met film: Okuyama wiebelt in WORM hevig met de heupen om afwisselend schaduw en licht op het doek te werpen.
IFFR-veteraan en videokunstenaar Makino Takashi sluit de avond af met slechts één projector, al is zijn nieuwe werk Action Direct zeker niet conventioneel te noemen. Onder de duistere begeleiding van Belgische improvisatiemuzikanten Dirk Serries en Teun Verbruggen schieten er ontelbaar veel prikkels over het scherm en door de speakers. Op het eerste oogopslag lijkt Action Direct alleen maar uit kleurige videoruis te bestaan, maar wie wat beter oplet — als bij het staren naar een 3d-schilderij — ziet glimpsen van beelden: regen dat op water klettert, toppen van kale bomen die schudden in de wind en zelfs Koyaanisqatsi-achtige versnelde shots van honderden bewegende mensen.
Ondanks al zijn analoge glorie lijkt Throwing Shadows met Action Direct ook te reflecteren op het sterven van het filmische licht: steeds als je een tastbaar beeld weet te herkennen in de eindeloze ruis van Makino, voelt het alsof het celluloid kort daarna in de projector wegbrand. Echt grijpen kan je de beelden nooit. En uiteindelijk maakt ook de ruis plaats voor slechts schaduw en duisternis, met de bijhorende realisatie dat je vertoningen als deze waarschijnlijk nooit meer gaat meemaken.
Hugo Emmerzael