Hoeveel film zit er in Lwd2018?

Nog vijf jaar voorbereidingstijd en dan mag Leeuwarden zich twaalf maanden lang Culturele Hoofdstad van Europa noemen. Onder het motto ‘Iepen Mienskiep’ (ruwweg: open gemeenschap) zijn in het programma beeldende kunst, taalkunde, muziek en theater ondergebracht. Slechts twee van de veertig programma’s in het bidbook zijn film-gerelateerd.
Het ‘it giet oan!’ was niet van de lucht toen op 6 september bekend werd gemaakt dat Leeuwarden in 2018 samen met Valletta (Malta) het culturele epicentrum van het continent wordt. In de laatste ronde van een competitie waarin al eerder Den Haag en Utrecht waren afgevallen, won de hoofdstad van Friesland het van ‘brainport’ Eindhoven en Euregio-centrum Maastricht. In het juryrapport, dat sinds vorige week openbaar is, wordt de Friese presentatie geprezen om de ‘innovatieve en authentieke manier waarop Leeuwarden een paar van de meest urgente problemen aankaart die voorkomen in lokale, vooral rurale gemeenschappen in Europa’.
Het bidbook dat de basis vormt van het Friese succes, oogt inderdaad fris en degelijk. De ruggengraat ervan wordt gevormd door drie hoofdprogramma’s en twee bijprogramma’s, die bestaan uit in totaal veertig sub-programma’s. Wie er met een stofkammetje doorheen gaat, ziet dat slechts twee van die veertig projecten zijn gewijd aan film: Behind the Front Door en Sailing on the Grass + Green Carpet. Een beetje karig? Oeds Westerhof, directeur van Lwd2018 en in het dagelijks leven directeur van filmhuis Lux in Nijmegen, vindt van niet. ‘Natuurlijk, er zijn disciplines die dominanter vertegenwoordigd zijn, zoals theater. Ik heb met film-ogen naar het programma gekeken en er zit nu ook meer film in dan in de eerste opzet. Maar film is nu eenmaal duur.’
Voor Behind the Front Door krijgen kinderen uit achterstandswijken een camera in handen om hun omgeving vast te leggen — een beetje vergelijkbaar met het project Look at Us dat Geert Mul in 2005 uitvoerde in de townships van Johannesburg. Een groep filmacademiestudenten brengt de filmers in de dop basistechnieken bij. Niet alleen in Leeuwarden wordt gefilmd maar ook in de wijken Mandragg in Valletta en Gellerup in Aarhus, de Europese Culturele Hoofdstad van 2017.
En dan zijn er nog twee festivals, die in het bidbook als soort Siamese tweeling worden gepresenteerd. Sailing on the Grass is een documentairefestival, dat wordt georganiseerd in samenwerking met het IDFA en regisseur Pieter Verhoeff. Het festival nodigt internationale filmmakers uit om Friesland portretteren. Tot nu toe hebben de Rus Victor Kossakovsky, de Fin Pirjo Honkasallo en de Oostenrijker Michael Glawogger hun medewerking toegezegd.
Achter de naar weilanden geurende naam Green Carpet gaat een festival schuil dat zich concentreert op regiofilms. Leeuwarden heeft natuurlijk al het Noordelijk Film Festival, maar Green Carpet moet — in de woorden van Westerhof — ‘er een zwieper aan geven’. Voor de eerste editie in 2014 wordt gemikt op 25 tot 30 duizend bezoekers. In 2018 moet het publiek zijn aangezwollen tot 100 duizend en het programma-aanbod zijn uitgebreid tot films uit vijftig Europese regio’s. Westerhof: ‘Het festival moet ook echt een ontmoetingsplek worden voor makers.’
Westerhof heeft goede hoop dat het filmaandeel in de programmering nog wordt vergroot. ‘We willen veel meer samenwerkingsprojecten realiseren. Maar met het Filmfestival Rotterdam konden we bijvoorbeeld nog niet praten omdat Rutger Wolfson [directeur IFFR, ED] in de jury zat. Pas in 2017 is het programma helemaal definitief. En wij geloven heel erg in de urgentie van het laatste moment.’
Edo Dijksterhuis