Het conserveren van het efemere

Man with Mirror (foto Sakamoto Hirofumi)
De komende zes weken doet de Filmkrant verslag van de openbare collegereeks This is Film! Film Heritage in Practice. Deze lezingenreeks gaat over filmrestauraties en filmerfgoed en wordt gegeven door Giovanna Fossati, hoofdconservator van Eye en hoogleraar Filmerfgoed aan de Universiteit van Amsterdam.
Het derde college ‘Film or Performance: Guy Sherwin’ handelde over de problemen die komen kijken bij het restaureren van experimentele films, met name die van de Britse kunstenjaar Guy Sherwin. Een deel van zijn oeuvre heeft elementen van live performance, wat problemen oplevert bij de conservering ervan. De films zelf kunnen nog wel geconserveerd worden, maar het toenmalige performatieve aspect is voorgoed verloren gegaan. Zelfs als het is vastgelegd op bijvoorbeeld video of foto’s is het nooit hetzelfde als het liveoptreden zelf, dat van nature efemeer is. Dat leidt tot de netelige kwestie: wat bewaar je dan?
De reden dat het werk van de Brit Sherwin door Eye is geconserveerd werpt een interessant licht op het ad hoc collectiebeleid van (nationale) filmmusea. Sherwin, een lid van de London Filmmakers’ Co-operative, bezocht begin jaren tachtig veelvuldig ons land. Een decennium later was hij de partner van de Nederlandse experimentele filmmaker Barbara Meter. Of dat genoeg redenen zijn om Sherwins films in Nederland te restaureren, blijft een beetje in de lucht hangen.
Bij het restaureren van experimentele films gaat Eye uit van de versie van de regisseur of reconstrueert het de film zoals die tijdens de oorspronkelijke vertoning geprojecteerd werd.
Railings
Simona Monizza, curator experimentele film, ging in op de moeilijkheden die zij ondervond tijdens het restaureren van Sherwins werk. Dat begint al bij het lokaliseren ervan: waar liggen ze? Soms onder het bed van de filmmaker zelf — niet de beste condities om films te bewaren — en soms ergens in een klein filmlaboratorium. Van de fragiele films bestaat vaak maar één (kapot gedraaide) kopie, of er zijn verschillende versies: welke moet je dan gebruiken? Grootste probleem zijn de non-standaard-technieken en ongebruikelijke vertoningspraktijken die experimentele filmmakers toepassen. Zo werd Railings (1977) vertoond, via een in de zaal staande 16mm-projector die op zijn kant lag, waardoor de filmstrook verticaal loopt in plaats van horizontaal. De spijlen van de relingen die Sherwin vanuit verschillende hoeken filmde, vormen tevens het optische geluidsspoor. Beeld is geluid.
Monizza vindt het belangrijk nog levende makers te interviewen, om vanuit de eerste hand inzicht te krijgen in hun (vaak onorthodoxe) werkmethodes. Op basis van alle verkregen gegevens worden dan reconstructies van hun werk gemaakt die zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke intenties van de filmmakers liggen. Het restauratiewerk vindt meestal plaats op 16mm-film, met heel soms wat digitale technologie om alles zo perfect mogelijk te krijgen. In het geval van Sherwin heeft dit geleid tot vertoningskopieën op celluloid, in de meeste gevallen blijft het door financiële beperkingen bij een digitale kopie.
Er werden een aantal van Sherwins films vertoond, die duidelijk maakten hoe hij werkte en wat hem voor ogen stond. Sherwins oeuvre staat in de traditie van de ‘materiële en structuralistische’ avant-garde, die vooral geïnteresseerd was in de materiële eigenschappen van het medium. Film teruggebracht tot zijn abstracte essentialia: tijd, licht, beweging, geluid. En per definitie in oppositie tot de commerciële, ideologisch gekleurde, narratieve vertelkunst die de dominante mainstream cinema vertegenwoordigt.
Sherwin creëert een combinatie van geluid en beeld volgens het principe ‘wat je ziet, is wat je hoort’. Hiervoor experimenteert hij vooral met zijn optische geluidsspoor, dat hij op verschillende manieren onder handen neemt: krassen, knippen, het geluidspoor los snijden van het beeld en dan omgekeerd weer vastlijmen. Voor zijn korte film Newsprint (1972) plakt hij krantenknipsels op het negatief, ook over het geluidsspoor. Het (extra dikke!) eindresultaat maakt in vertoning een ritmisch knisperend geluid. In Musicals Stairs (1977) filmt hij omhooglopende traptreden waarbij het geluidsspoor een oplopende toonladder laat horen: een eenvoudige metafoor waarbij beeld en geluid hetzelfde verbeelden. Zoals zo vaak bij experimentele films gaat bij Sherwin een leuk bedacht maar ook wat streng concept wat lang door, soms zelfs eindeloos.
Musical Stairs
De performance Man with Mirror is dan speelser. Hierbij wordt een Super8-film uit 1976, waarin een jonge Sherwin met een spiegel in een zonovergoten landschap staat, geprojecteerd op een evengrote spiegel die een lijfelijk in de zaal aanwezig zijnde Sherwin in het hier en nu voor zijn lichaam houdt en waarop de Super8-film geprojecteerd wordt. De handelingen met de spiegel uit de eerste film doe hij na of laat hij de zaal in reflecteren. Beide spiegelbeelden, uit verschillende tijdslagen, lopen soms synchroon, dan weer uit elkaar. Soms projecteert Sherwin zijn oude zelf over zijn hedendaagse zelf — een ontroerend moment.
Deze performance, inclusief filmprojectie, is nauwelijks voor het nageslacht te bewaren. Alleen de Super8-film uit 1976 bewaren is zinloos zonder combinatie met de performance die Sherwin incidenteel nog opvoert. Hier bestaan filmpjes van, zie YouTube, maar die zijn slechts een reproductie van de real deal. Sherwin staat anderen toe de performance volgens zijn instructies uit te voeren, maar deze reproduceerbaarheid levert verdere complicaties op. Want wat is dan eigenlijk het origineel? De eerste opvoering? Het concept, zou je zeggen — en dat is gelukkig goed omschreven vastgelegd. Die documentatie is cruciaal om het werk te begrijpen.
Sowieso is het bieden van een historische en esthetische context van wezenlijk belang. Hoe meer je weet over deze films, door uitleg zoals in deze collegereeks of andersoortige toelichting, hoe meer ze gaan leven en hoe interessanter ze worden. Dat is een taak die Eye gelukkig op zich neemt, getuige de wekelijkse Eye on Art-avonden (het vroegere e-cinema) en andere activiteiten zoals de lopende tentoonstelling Close-Up — A New Generation of Film and Video Artists in the Netherlands. Die is nog t/m 22 mei te bezoeken.
André Waardenburg