Groot filmtheater in A’dam-West in 2014

  • Datum 05-12-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Zo zien De Hallen er uit over anderhalf jaar

Amsterdam krijgt er een filmtheater bij met maar liefst negen zalen en 1100 stoelen. Naar verwachting opent het complex in oktober 2014 de deuren in de voormalige tramremise De Hallen. Dit industriële monument zal ook tv-studio’s, horeca, modebedrijven, een bibliotheek en een hotel huisvesten.

Tramremise De Hallen aan het Bellamyplein in Amsterdam-West dateert van de late 19de eeuw en staat al zestien jaar leeg. Het 17.000 vierkante meter grote complex is de laatste jaren sterk verloederd. Er zitten nu krakers in het pand maar die moeten volgende week vertrekken. Stichting Tramremise Ontwikkelingsmaatschappij (Trom) heeft de financiering van 39 miljoen euro rond en heeft inmiddels 96 procent van de ruimte verhuurd. Komende januari wordt begonnen met de bouw en die moet over anderhalf jaar afgerond zijn.

‘In het huidige economische klimaat staan aannemers te springen om dit soort projecten en zijn ze bereid om snel te werken’, verklaart Peter van Vogelpoel de ambitieuze bouwagenda. Van Vogelpoel, producent (Sweetwater Pictures), is al ruim acht jaar betrokken bij de plannen voor het complex. Eerst zou hij met Cinemien aan het project meedoen, maar uiteindelijk richtte hij samen met Kadir Selçuk van The Movies en regisseur/producent Othmar Sweers (Balsafilms) Filmhallen BV op. ‘De Filmhallen’ wordt waarschijnlijk ook de naam van het nieuwe filmtheater.

De grootste zaal in het filmtheatercomplex zal 300 stoelen hebben. Daarnaast zijn er ook kleinere zalen met 75 stoelen. ‘Met negen zalen kunnen we breder programmeren’, stelt Van Vogelpoel. ‘In de kleine zalen kunnen we meer experimentele titels draaien, in de grote meer mainstream-films zoals The Hobbit. Bovendien kunnen we films langer in roulatie houden. Als we weer een complex met vier zalen hadden neergezet, zoals bijvoorbeeld The Movies of Cinecenter, was het gewoon meer van hetzelfde geweest. Nu voegen we echt iets nieuws toe.’

Selçuk omschrijft de doelgroep als ‘iets jonger dan bij The Movies, waar het publiek 35-plus is’. Hij ziet de nieuwe locatie ook als geschikte plaats voor landelijke festivals. Zijn compagnon Van Vogelpoel noemt Cinekid als voorbeeld. Binnenkort gaat Filmhallen BV gesprekken voeren met festivals en evenementen om de mogelijkheden te onderzoeken.

De grote troef van De Hallen is de combinatie van filmtheater met aanverwante bedrijvigheid. Zo komt er een grote horecagelegenheid die zal worden uitgebaat door Jan Paul Bekkers en Andreas Wolff van café-restaurant De Ysbreeker. Ook staan er op de bouwtekeningen twee televisiestudio’s van NVTF met een capaciteit 150 man publiek. Van Vogelpoel: ‘Programma’s als Pauw & Witteman en De Wereld Draait Door, die nu in de Westergasfabriek worden opgenomen, kunnen daar terecht.’

Amsterdam-West is niet de meest voor de hand liggende plek voor een ‘Centrum voor Media en Mode’, zoals Trom het noemt. De volkswijk is de laatste jaren in opkomst, maar van echte ‘gentrification’ zoals in De Pijp of De Jordaan is nog geen sprake. ‘Het lijkt achteraf gelegen’, geeft Van Vogelpoel toe, ‘maar omdat de architect, André van Stigt, onder andere de passage heropent die door het hart van het gebouw loopt, worden de verschillende assen van de buurt ontsloten.’ Voor bezoekers van buiten de buurt wordt er bovendien een ondergrondse parkeergarage gebouwd met plaats voor 160 auto’s en 600 fietsen. Openbaar vervoer naar het complex is ruim aanwezig.

Filmhallen BV investeert zelf volgens Selçuk ‘rond de een miljoen euro’ in het nieuwe filmtheater. Hij en zijn compagnons zijn overtuigd van de financiële levensvatbaarheid van het project. ‘We hebben een conservatieve begroting gemaakt’, vertelt Van Vogelpoel. ‘We moeten jaarlijks 180.000 bezoekers trekken om break-even te halen. Dat zijn er 20.000 per jaar per zaal terwijl de gemiddelde filmzaal in Amsterdam 60.000 bezoekers per jaar trekt. En als je bedenkt dat The Movies met 4 zalen en 450 stoelen al 200.000 mensen per jaar haalt en dat het bioscoopbezoek al jaren stijgt, dan is dat een laag streefcijfer.’

Edo Dijksterhuis