Genomineerden bekend Louis Hartlooper Prijs Filmjournalistiek

Een serie artikelen en interviews in de Volkskrant, een blog over overleden filmlieden, een essaybundel, een portretterend diepteinterview en analyses van filmklassiekers. Dat zijn de genomineerden voor de Louis Hartlooper Prijs voor de Filmjournalistiek 2013. De uitreiking vindt plaats op 26 september tijdens het Nederlands Film Festival.
Recensent Bor Beekman dankt zijn nominatie aan de artikelen en interviews (met onder andere Robby Müller, Alex van Warmerdam en Nicole Kidman) die hij wekelijks in de culturele bijlage van de Volkskrant publiceert. Veteraan Hans Beerekamp is voorgedragen voor zijn blog Het Schimmenrijk, de digitale opvolger van The Big Sleep die jarenlang in de Filmkrant stond. Arnon Grunbergs Buster Keaton lacht nooit is een essaybundel met beschouwingen over 26 films. In Wie zijn ogen niet gebruikt is een verloren mens. In gesprek met George Sluizer laat auteur Hans Heesen filmmaker George Sluizer terugblikken op leven en werk. En Volgens Verhoeven van Paul Verhoeven en Rob van Scheers tenslotte is een analyse van klassieke films door de regisseur van evergreens als Soldaat van Oranje en Robocop.
Voor deze negende editie van de prijs voor filmjournalistiek zijn de parameters vergeleken met voorgaande jaren iets bijgesteld. De prijs begon in 2005 als onderscheiding voor een opmerkelijke publicatie — toen kreeg Joyce Roodnat hem voor haar artikelenreeks Europese Filmklassieken die zijn in het magazine van NRC Handelsblad. Daarna evolueerde hij tot een prijs voor de beste filmjournalist. En nu is hij bedoeld, zoals in het persbericht te lezen valt, voor ‘een persoon die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de geschreven filmcultuur’.
‘De neiging ontstond om vooral mensen met een verleden in de filmjournalistiek te nomineren, het dreef richting een oeuvreprijs’, verduidelijkt Jos Stelling, directeur van het Louis Hartlooper Complex en initiatiefnemer van de prijs. ‘Maar met een oeuvreprijs ben je snel uitgepraat. Het aantal journalisten dat in aanmerking komt, is klein. Dat is de reden waarom we terug zijn gegaan naar het oorspronkelijke uitgangspunt.’
Het begrip publicatie wordt echter wel ruimer opgevat dan voorheen, mede door de ontwikkelingen die de filmkritiek zelf heeft doorgemaakt. Stelling: ‘Blogs kunnen net zo goed als boeken. Maar het moet wel geschreven kritiek zijn. Een video-essay of een tv-verslag van Cannes kan niet meedingen. En de bijdrage moet van belang zijn, mag niet te marginaal zijn.’
De shortlist met Beekman, Beerekamp, Grunberg, Heesen en Verhoeven/Van Scheers is samengesteld door de leden van het Louis Hartlooper Genootschap. Dat is een wisselend gezelschap filmprofessionals gelieerd aan het Utrechtse Louis Hartlooper Complex maar onafhankelijk opererend. En geheim. ‘We hadden het ook De Zwarte Hand kunnen noemen’, lacht Stelling, ‘maar wij zijn Het Geheime Genootschap. Als je overigens een beetje rondvraagt, kom je er zo achter wie er inzitten. Maar incognito praat het wat lekkerder.’
Het nominerende gezelschap struint het filmjournalistieke landschap af voor de oogst van het jaar voorafgaand aan 15 juni 2013. ‘Maar het zou best kunnen dat wij ook wel eens wat missen’, geeft Stelling toe. ‘Daarom hebben we dit jaar ook leden van beroepsverenigingen, uitgevers en redacties uitgenodigd om bijzondere publicaties in te sturen — van zichzelf of van anderen. Dat zijn er dit jaar een stuk of zes geweest.’
De uiteindelijke winnaar wordt via internetstemming gekozen door de leden van het Dutch Directors Guild, Filmproducenten Nederland, Documentaire Producenten Nederland, Netherlands Society of Cinematographers en Netwerk Scenarioschrijvers. Vorig jaar was Gawie Keyser (van onder andere De Groene Amsterdammer) de uitverkorene. Hij houdt dit jaar bij de uitreiking een lezing over het belang van goede filmjournalistiek.
Voor de winnaar is er uiteraard eeuwige roem, geconcretiseerd in de vorm van een portret in de LHC-eregalerij. Bovendien ligt er voor hem een cheque van duizend euro klaar, plus een penning met oorkonde, en een Zwarte Spiegel. De herkomst van dat laatst genoemde, ietwat mysterieus klinkende object gaat terug naar de alchemie in de klassieke Oudheid, waar hij een hulpmiddel was bij de kunst van het schouwen. Ook schilders als Van Gogh en Renoir schijnen hem gebruikt te hebben. Als je er maar lang genoeg naar tuurde, de blik door het donker liet absorberen en daarna de wereld inkeek, zag je die alsof het de eerste keer was.
Edo Dijksterhuis