Gemengde gevoelens bij opening 34ste editie NFF
Een startschot hoort feestelijk te zijn. Vandaar dat directeur Willemien van Aalst in haar openingsspeech voor het Nederlands Film Festival nadruk legde op stimuleringsgeld uit Den Haag en nieuwe technische ontwikkelingen. Maar ze ontkwam er niet aan ook een paar negatieve zaken te benoemen: bezuinigingen bij fondsen en het slepende auteursrechtenconflict tussen scenaristen en kabelmaatschappijen.
‘Nederlandse films — van documentaire tot televisiedrama, van speelfilm tot animatie — vertellen iets over onszelf. En zij onderstrepen de grote diversiteit van dit land. Verhalen die verder reiken dan onze landsgrenzen, dan onze culturele achtergrond, en gelukkig ook verder dan de waan van de dag’, zo bewierookte Van Aalst, die dit jaar haar eerste jubileum als directeur viert, de vaderlandse film. Om er meteen de aansporing richting filmmakers aan toe te voegen om vooral de grenzen op te zoeken.
Die laatste opmerking was een bruggetje naar nieuwe technische mogelijkheden om verhalen te vertellen. Het Nederlands Film Festival is een samenwerking aangegaan met 3FM en Buma Cultuur en wil in het programmaonderdeel NFF Game Sessies filmmakers koppelen aan professionals uit de wereld van het gamen.
De opmerking had echter ook opgevat kunnen worden als bedekte steunbetuiging aan makers van kleinere, kunstzinnige films. Het had de opmaat kunnen zijn naar een weerwoord richting Het Parool dat amper twee weken geleden paginagroot verkondigde: ‘Geen hond wil naar Nederlandse artfilms’. De stadskrant presenteerde schrikbarende cijfers (totaal aantal bezoekers voor Die Welt: 62, Toegetakeld door de liefde: 833, How to describe a cloud: 1637) en liet Filmfonds-directeur Doreen Boonekamp zeggen: ‘Op deze manier doorgaan kan niet. We moeten stappen zetten.’
De gebrekkige publieke weerklank van artfilms zou volgens Het Parool tijdens het Nederlands Film Festival aan de orde worden gesteld. In Van Aalsts openingsspeech bleef de kwestie echter onbesproken. Alleen in de staart van haar welkomstwoord, waarin ze openingsfilm Bloedlink aankondigde, was een pleidooi voor de herwaardering van publieksfilms te herkennen — voor wie dat horen wilde. Daar zei ze: ‘Wij juichen ook de zogeheten remakes toe… Herinterpretaties horen thuis in ons nationale filmaanbod. Bij een bloeiende filmcultuur hoort diversiteit en een breed en goed geïnformeerd publiek.’
Een kwestie waar Van Aalst absoluut niet omheen kon is het auteursrechtenconflict tussen scenarioschrijvers enerzijds en kabelaars en producenten anderzijds. In 2012 zijn kabelmaatschappijen, waaronder Ziggo, Zeelandnet en UPC, gestopt met het betalen van auteursrechtelijke vergoedingen aan scenarioschrijvers. Die spanden een rechtszaak aan en wonnen die ook. Maar de kabelaars gaan in hoger beroep en zetten volgens het Netwerk Scenarioschrijvers individuele schrijvers onder druk om met ongunstige voorwaarden akkoord te gaan of anders brodeloos te raken.
Het bestuur van het Netwerk Scenarioschrijvers deed voorafgaand aan de opening van het NFF al een brief uitgaan waarin uitgebreid op de kwestie wordt ingegaan. De organisatie zegt het onderwerp te willen behandelen tijdens de Dag van het Scenario maar alvast een voorschot te willen nemen. Niet in de laatste plaats omdat een van de grote tegenstanders in het conflict UPC is, de hoofdsponsor van het Nederlands Film Festival. NFF-directeur Van Aalst kon zich natuurlijk niet veroorloven al te expliciet hierop te reageren en sprak vooral sussende woorden. Zij riep op tot een ‘constructieve dialoog’.
Behalve woorden waren er op de openingsavond ook nog prijzen. Burny Bos, dit jaar een kwart eeuw actief als filmproducent, kreeg het Gouden Kalf voor de Cultuurprijs uitgereikt. Regisseur Nelleke Koop werd verrast met de Filmprijs van de Stad Utrecht 2014, de prijs voor de beste debuutfilm van het festival waar een bedrag van €5000 aan verbonden is. Koops korte documentaire Waterlijken is tijdens het festival nog te zien op 25, 29 en 30 september.
Edo Dijksterhuis