Filmhuis Den Haag neemt erfenis Indian Film Festival over

Gisteren vond in Den Haag de slotdag plaats van het Indian Film Festival. Deze zesde editie was de laatste. De gemeente heeft de meerjarige subsidie stop gezet en zonder die steun kon en wilde het festival niet verder. Filmhuis Den Haag gaat onafhankelijke Indiase cinema voortaan een vaste plek in de programmering geven.

Indiase film zou teveel een niche zijn. Het festival zou zich bovendien meer moeten richten op onafhankelijke films en het publiek daarover inlichten, stelde de gemeente in het rapport waarin ze beargumenteerde waarom de meerjarige subsidie niet werd voortgezet. "Heel gek", vindt festivaldirecteur Ricardo Burgzorg. "Want dat is precies wat we zes jaar lang gedaan hebben. Maar in gesprekken met ambtenaren werd duidelijk dat het festival gewoon geen steun had. Als je van jaarlijkse naar structurele subsidie en weer terug naar jaarlijkse ondersteuning gaat, dan spreekt daar geen vertrouwen uit."

Het Indian Film Festival, dat vorig jaar 3500 bezoekers trok, is niet louter afhankelijk van de gemeente. Die stond garant voor een derde van de begroting. De rest was afkomstig uit sponsoring, eigen inkomsten en andere fondsen, waaronder het Nederlands Filmfonds. "We hadden in afgeslankte vorm door gekund of op een andere locatie", erkent Burgzorg. "Maar we hebben deze editie al met minder middelen moeten neerzetten en dat is niet optimaal."

Toch is de stemming niet totaal mineur op het kantoor van het Indian Film Festival. Filmhuis Den Haag, hoofdlocatie van het festival, ontfermt zich over de erfenis. Burgzorg: "Vanaf 2017 wordt de onafhankelijke Indiase film structureel onderdeel van de programmering. De precieze vorm en frequentie moet nog worden vastgesteld."

Of het filmhuis de festivalstichting en de naam overneemt is nog niet bekend. Wel draagt het Indian Film Festival haar digitale platform C:India over. In de afgelopen vier jaar is bovendien door het IFF On Tour-programma een klein distributiecircuit opgebouwd. "Ik hoop dat dat kan blijven functioneren", stelt Burgzorg. "We hebben toch een publiek opgebouwd verspreid over Nederland."

Edo Dijksterhuis