Film laat zich niet zo makkelijk tentoonstellen

Overzicht van Close-Up met op de voorgrond werk van Florian & Michael Quistrebert (foto: Studio Hans Wilschut)
De Filmkrant doet zes weken lang verslag van de openbare collegereeks This is Film! Film Heritage in Practice. Deze lezingenreeks gaat over filmrestauraties en filmerfgoed en wordt gegeven door Giovanna Fossati, hoofdconservator van Eye en hoogleraar Filmerfgoed aan de Universiteit van Amsterdam.
De vijfde bijeenkomst ‘Exposing Cinema: the Close-Up exhibition’ draaide om verschillende manieren om een tentoonstelling vorm te geven en ging dieper in op de lopende expo, die over een nieuwe generatie van film en videokunstenaars in Nederland.
Melanie Bonajo: Night Soil — Economy of Love
Wie vroeger wel eens een filmmuseum in het buitenland bezocht, zoals het (niet meer bestaande) Museum of the Moving Image in Londen, het in het schitterende Mole Antonelliana gezetelde Museo Nazionale del Cinema in Turijn of het Museu del Cinema in Girona, weet dat filmtentoonstellingen indertijd vrijwel altijd chronologisch gerangschikt waren. In Londen werd de bezoeker door in Victoriaanse kostuums gestoken medewerkers onthaald, waarna een duizelingwekkende rondgang langs allerlei apparaten volgde, van pre-cinema tot het heden. Natuurlijk aangevuld met affiches, filmstills, interactieve schermen, kostuums, rekwisieten en projecties. Leuk, maar ook best vermoeiend.
Tegenwoordig is het niet meer per se chronologisch en is alles meer en meer interactief. Onderdompeling (‘immersion’) is het toverwoord, liefst met meerdere grote schermen of via nieuwe virtual reality-technologieën als Oculus Rift. Ook wetenschapsmusea zijn dol op filmtentoonstellingen: ze trekken veel bezoekers. Het liefst thematisch, zoals Star Wars Identities (nu in Wenen, straks in München) of die over Pixar in de Amsterdam Expo (2013).
Janis Rafa: Requiem for a Shipwreck
Eye zelf onderscheidt vier soorten tentoonstellingen:
1) Belangrijke filmmakers of auteurs (Kubrick, Van der Keuken, Cronenberg, Fellini, Antonioni)
2) Thematisch (found footage, Desmet-collectie)
3) Avant-garde (Oskar Fischinger, Anthony McCall)
4) Tussen film en visuele kunst, zogenaamde ‘expanded cinema’ (William Kentridge, Close-Up)
Claartje Opdam, project manager Exhibitions bij Eye, vertelde over de huidige tentoonstelling Close-Up — A New Generation of Film and Video Artists in the Netherlands. Een toelichting op de website van Eye stelt dat: "De Nederlandse film- en videokunst heeft de afgelopen jaren een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt. Een nieuwe generatie makers die uitermate productief is, laat zien dat de scheidslijnen tussen film, video en beeldende kunst er nauwelijks nog toe doen. Wat hen verbindt is de vanzelfsprekende rol die film/video in hun werk inneemt — of dat nu een video is op een enkel scherm, op meerdere schermen of als onderdeel van een omvangrijke ruimtelijke installatie."
Opdam ging uitgebreid in op de selectie van de deelnemende kunstenaars, die allemaal apart door haar werden toegelicht, en deed uit de doeken welke uitdagingen Eye tegenkwam bij de inrichting van de tentoonstelling, waarvan de organisatie een jaar duurde: het bepalen van het maximaal aantal deelnemers, van wie veel een voorkeur voor meerschermenprojecties had, het tegengaan van lekkend geluid (een groot probleem bij de Johan van der Keuken-tentoonstelling, al zei ze dat er niet bij), het inrichten van aparte ruimtes als variatie, het opbouwen van technisch complexe installaties, het omgaan met gedetailleerde eisen van makers, het opstellen en permanent bemannen van 16mm-projectoren, et cetera.
Mariska de Groot: CineChine (foto Studio Hans Wilschut)
Een aantal dingen kwam niet ter sprake tijdens de bijeenkomst, zoals het opvallende gegeven dat van alle in Eye gehouden tentoonstellingen er slechts enkele zelf samengesteld en georganiseerd werden, waaronder de huidige (Close-Up) en die over filmpionier Jean Desmet. Eye opende met het zelfbedachte Found Footage: Cinema Exposed, daarna werden alle grote exposities overgenomen uit het buitenland, zoals Kubrick, Cronenberg, Antonioni en Fellini. Niet erg, maar toch wel het opmerken waard, en zeker voer voor discussie over wat nou precies het beleid van Eye is.
Persoonlijk ervaar ik de meeste filmtentoonstellingen als nogal saai en sleets, en niet alleen die in Eye. Ze doen altijd min of meer hetzelfde en zijn dus tamelijk voorspelbaar: vitrines met historische artefacten, wat mooi uitgelichte rekwisieten, her en der een filmposter en veel grote schermen met daarop speciaal geselecteerde filmclips. Hoe het anders moet, weet ik niet. Wel is het iets om over te brainstormen, wat Eye sporadisch schijnt te doen. Misschien kan een in museologie geschoold iemand er ook eens zijn licht over laten schijnen.
André Waardenburg
Close-Up — A New Generation of Film and Video Artists in the Netherlands is nog te zien t/m 22 mei 2016.