Europees bioscoopbezoek in 2014 licht gestegen
Supercondraique: in Frankrijk goed voor meer dan 5 miljoen kijkers
In Nederland daalde het bioscoopbezoek vorig jaar een beetje, maar in Spanje en Frankrijk werden flink meer kaartjes verkocht dan in 2013. Het is dankzij een paar sterke stijgers dat het totale Europese bioscoopbezoek omhoog is gegaan. Films uit eigen land zijn de grootste trekkers.
Jarenlang vertoonde de grafiek van Europees bioscoopbezoek een dalende lijn. Die trend is nu gekeerd. Het European Audiovisual Observatory schat het aantal in 2014 verkochte kaartjes in de Europese Unie op 911 miljoen. Dat zijn er 5,4 miljoen meer dan het jaar daarvoor. Die groei komt echter voor rekening van slechts een derde van de 27 lidstaten. De grootste stijgers waren Frankrijk (14,8 miljoen meer kaartjes en een groei van 7,7%) en Spanje (10,5 miljoen kaartjes en 13,6%). Frankrijk staat momenteel aan kop als het gaat om het aantal bioscoopbezoeken per hoofd van de bevolking per jaar. De gemiddelde Fransman gaat 3,1 keer per jaar naar de film. In Spanje ligt dat cijfer op 1,8 — hetzelfde gemiddelde als in Nederland.
Net als in Nederland, waar Gooische Vrouwen 2 de best bezochte film van het jaar was, zijn het in Spanje en Frankrijk films van binnenlandse makelij die de grootste publiekstrekkers zijn. In Frankrijk wisten Qu’est-ce qu’on a fait au Bon Dieu, Supercondriaque en Lucy meer dan vijf miljoen bezoekers te trekken. Eigen films zijn in Frankrijk dan ook goed voor een marktaandeel van 44%. Ter vergelijking: in Nederland ligt dat percentage op 21%. Maar het kan altijd nog chauvinistischer. In Turkije waren filmhits van eigen bodem goed voor maar liefst 58,4% van de alle bioscoopbezoeken.
Behalve in Frankrijk en Spanje ging het goed met de bioscoopbranche in Polen (+11,2%), Slowakije (+10,8%), Roemenië (10,5%), Hongarije (8,4%) en Tsjechië (+4,5%). Deze Oost-Europese landen hebben zonder uitzondering een laag gemiddeld bezoek per hoofd van de bevolking. Grote procentuele groei betekent dus niet direct dat er enorm veel meer bioscoopkaartjes zijn verkocht. Het enige andere West-Europese land dat een klein plusje kon noteren, is België. Daar ging het bioscoopbezoek met 0,8% omhoog.
De grote dalers vorig jaar waren Duitsland (8 miljoen minder kaartjes verkocht, -6,1%), Groot-Brittannië (8 miljoen kaartjes, -4,9%) en Italië (6,5 kaartjes, -6,1%). Kleinere markten waar het bioscoopbezoek ook achteruit holde zijn Denemarken, Oostenrijk, Noorwegen en Finland. In Nederland stabiliseerde de markt; voor 2014 werd een krimp van 0,2% genoteerd.
Edo Dijksterhuis