Eén vijfde bevolking naar Nederlandse film

Alles is familie was de best bezochte Nederlandse film van 2012
Het marktaandeel van de Nederlandse film kromp vorig jaar met zes procent, maar met het publieksbereik zit het wel goed. Recent onderzoek wees uit dat 19 procent van de bevolking in 2012 een kaartje kocht voor een Nederlandse productie. Vooral vrouwen en jongeren tussen de 16 en 23 jaar gaan graag naar een film van eigen bodem. Limburgers echter weer een stuk minder.
Voor het onderzoek, uitgevoerd door Stichting Filmonderzoek en het aan de Universiteit Tilburg gelieerde CentERdata, werden tweeduizend landgenoten ondervraagd. Om de resultaten zo zuiver mogelijk te houden was deelname alleen op uitnodiging; je kon je niet aanmelden voor het onderzoek. Gedurende het jaar kregen de respondenten vier keer een lijst voorgelegd met de Nederlandse titels die in dat kwartaal waren uitgebracht. Ze moesten dan aankruisen wat ze gezien hadden.
Het is de tweede keer dat Filmonderzoek het publieksbereik van Nederlandse films onder de loep neemt, maar onderzoeker Dimitri Lahaut durft wel te beweren dat er een groeitrend is. ‘Ik heb hier een mooie grafiek die teruggaat tot begin jaren negentig, waarin het marktaandeel wordt bijgehouden. Dat is een geleidelijk stijgende lijn. Je mag aannemen dat het bereik mee stijgt.’
De reden voor de toegenomen populariteit ligt volgens Lahaut in de professionalisering van het product. ‘Er worden films gemaakt met hogere budgetten en dat zie je terug in de kwaliteit. Door een grotere aandacht voor post-productie zijn geluid en beeld verbeterd. Dat heeft veel goed gedaan voor het imago van de Nederlandse film. Het wordt niet meer gezien als een inferieur product.’
Lahaut ziet nog geen einde aan de populariteitsgroei, ook niet nu de vaderlandse film zwaar onder druk staat door bezuinigingen en buitenlandse concurrentie en het aantal releases de komende jaren naar verwachting naar beneden duikelt. ‘Het ligt aan de kwaliteit en hitpotentie van de titels die wel uitkomen. In 2011 bijvoorbeeld trok Gooische vrouwen maar liefst 1,9 miljoen bezoekers; dat was een megasucces. Met zo’n kaskraker ertussen schiet het bereik omhoog.’ De best bezochte film van 2012 was Alles is familie, die 641.512 bezoekers trok.
Een opmerkelijke uitkomst van het onderzoek is dat er aanzienlijke regionale verschillen bestaan in de waardering voor Nederlandse films. In Noord-Holland piekt de populariteit met 24 procent van de bevolking die koos voor niet-ondertiteld kijkplezier. Drenthe, Zuid-Holland en Overijssel scoren ook goed met 22 procent. Maar in Limburg gaat nog geen één op de tien bioscoopbezoekers, een schamele acht procent, naar een Alleen maar nette mensen of Koning van Katoren. ‘Het waarom daarvan hebben we niet onderzocht’, vertelt Lahaut. ‘Maar het is wel iets wat we ook terug horen van bioscoopexploitanten in Limburg.’
Het net afgeronde onderzoek maakt deel uit van de Bioscoopmonitor, die begin juli gelanceerd wordt. Deze database is geïnitieerd door de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs en de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten en moet de branche inzicht geven in trends. Momenteel wordt er bijvoorbeeld een enquête naar de ervaringen met 3D-cinema afgerond.
Edo Dijksterhuis