Edgar Burcksen wint Robert Wise Award

Edgar Burcksen
Edgar Burcksen behoort tot de eliteclub Nederlanders die het in de Amerikaanse filmindustrie hebben gemaakt. De 63-jarige editor weet ook nog eens boeiend over zijn vak te schrijven. Als bekroning krijgt hij vandaag de Robert Wise Award.
Ook de filmwereld is onrechtvaardig. Regisseurs en acteurs krijgen alle aandacht, maar zonder vakmensen — van cameraman tot decorbouwer — kunnen zij werkloos naar huis. Ook zouden heel wat regisseurs zonder handige editor akelig door de mand vallen. Een goede editor weet uit onsamenhangend materiaal vaak nog een toonbare film te toveren.
Edgar Burcksen is zo’n tovenaar. Na een succesvolle carrière als editor vanaf het begin van de jaren zeventig in de Nederlandse speelfilmwereld (een vlucht regenwulpen, een maand later) maakte hij eind jaren tachtig de oversteek naar Amerika. Het werd een succes. Hij monteerde commercials voor merken als Levi’s en Disney en videoclips voor onder meer The Grateful Dead.
Het trok de aandacht van George Lucas, die hem begin jaren negentig vroeg om bij de young indiana jones tv-serie te komen pionieren met digitale montagetechnieken. Het leverde hem in 1992 een Emmy Award voor montage op. Burcksen monteerde daarna tientallen speelfilms, tv-series en documentaires.
Tussendoor deed hij af en toe iets in Nederland, waaronder de montage van Jeroen Krabbés left luggage. Dat hij tot veel maar niet alles in staat was, bleek bij Nouchka van Brakels de vriendschap (2001). Zelfs Burcksen kon het belabberde scenario niet uit de prut trekken.
Omdat Burcksen zijn kennis graag uitdraagt, begon hij over montagevak te schrijven in het prestigieuze Amerikaanse vaktijdschrift Cinema Editors. Hij werd er tien jaar geleden zelfs hoofdredacteur van. Hij drukte er zijn stempel op door de koers te verleggen van technisch vakblad naar een tijdschrift dat zich bezighield met de esthetische en inhoudelijke aspecten van montage. Veelzeggend was de titel ‘The art of editing’ van een serie artikelen.
In zijn afscheidsinterview in Cinema Editors wijst Burcksen op een paradox in het streven om het belang van montage duidelijk te maken. ‘We willen dat mensen weten wat we doen, maar we willen niet dat mensen zien wat we doen.’ Af en toe hard schreeuwen helpt misschien: ‘Ik ben degene die het verhaal vertelt, die de beelden tot een pakkend geheel smeedt.’ Ook een manier om de auteurstheorie bij het oud vuil te zetten.
Jos van der Burg