De pers over Cannes, deel 2
De recensies, verslagen en interviews uit Cannes blijven zich opstapelen. Voor wie het overzicht dreigt kwijt te raken, verzamelt de Filmkrant in een vierdelige serie de belangrijkste links. Deze keer: nieuwe films van festivalveteranen, een paar potentiele prijswinnaars en één grote teleurstelling.
The Lobster
Als er één film is waar critici vooraf aan Cannes naar uitkeken was het wel The Lobster, de eerste Engelstalige film van Dogtooth-regisseur Yorgos Lanthimos. Met een sterrencast van Colin Farrell en Rachel Weisz bestrijdt Lanthimos in deze absurde film de in onze maatschappij heersende opvatting dat iedereen ooit deel moet uitmaken van een stelletje. Het vrijgezellenbestaan is in de wereld van The Lobster in ieder geval verboden. Daarom neemt David (Colin Farrell) intrek in een hotel waar hij binnen 45 dagen een partner moet vinden, anders wordt hij veranderd in een dier naar keuze — in zijn geval de titulaire kreeft.
Voor veel critici maakte Lanthimos de verwachtingen waar. Zo schrijft Adam Woodward van Little White Lies: "That’s the great thing about The Lobster, it leaves so much up to interpretation. The deliberately stilted dialogue, internalised performances and frosty eroticism all contribute to the absurdist tone that marks this as another curiously unconventional, undemonstrative Lanthimos joint. It is anything but."
Oliver Lyttelton van The Playlist deelt Woodwards enthousiasme en stelt: "The film’s a blend of the works of Charlie Kaufman and Luis Buñuel, an uproarious yet deadpan satire concerning societal constructs, dating mores and power structures that also manages to be a surprisingly moving, gloriously weird love story."
Een paar leden van de pers waren minder gecharmeerd. Peter Bradshaw van The Guardian gaf de film bijvoorbeeld maar drie sterren. Hij verklaart: "Once we leave the hotel for the forest, some of the film’s energy, atmosphere and control is dissipated: the superbly clenched, angular weirdness and explosive gags lose their direction and force and Lanthimos’s distinctive weirdness begins to look self-conscious and contrived."
Ronald Rovers herkent die zwakte ook in The Lobster, maar kon de film wel waarderen voor al zijn absurditeit. Hij schrijft in zijn blog voor De Filmkrant: "Ook al zakt The Lobster naar het eind een beetje in, Lanthimos krijgt het wel voor elkaar dat je nooit meer op dezelfde manier naar een passerende lama kijkt."
Irrational Man
Minder lof was er voor Woody Allens nieuwste komedie Irrational Man. Een existentialistische, Heidegger citerende academicus (Joaquin Phoenix), twee vrouwen (Emma Stone en Parker Posey) die om hem heen zwermen en een onwaarschijnlijk moordplot: Irrational Man klinkt als een exemplarische Allen-film, maar zoals veel recente voorgangers wordt deze met weinig enthousiasme ontvangen.
Coen van Zwol legt in een gesprek met de NRC-redactie uit hoe het ervoor staat: "De film zal in Nederland ongetwijfeld drie of vier ballen krijgen in de media, maar hier ligt de lat énorm hoog."
Of de Nederlandse pers milder zal zijn, is maar de vraag. Peter Bradshaw gaf de film in The Guardian in ieder geval slechts twee van de vijf sterren en stelt: "Woody Allen’s Irrational Man is another of the amiable but forgettable and underpowered jeux d’esprit that he produces with an almost somnambulist consistency and persistence. It’s a tongue-in-cheek mystery which is neither quite scary and serious enough to be suspenseful, nor witty or ironic enough to count as a comedy."
Jan Pieter Ekker beschuldigt Allen van gebrek aan originaliteit. Hij schrijft in zijn blog: "De nieuwe Woody Allen Irrational Man is een film die hij al honderd keer heeft gemaakt, over een nihilistische filosofieprofessor, een bloedmooie, jonge studente, de perfecte moord en het (nood)lot."
Behalve onorigineel vindt Jessica Kiang van The Playlist de film ook slordig gemaakt. "There’s an atypical but disheartening slapdash quality to the filmmaking: dodgy edits, awkward staging, atrociously redundant, charmless voice-over." Ze gaf de film een D+, een heel krappe voldoende.
Woody Allen is aanwezig op het festival en luchtte in een interview voor Deadline voor het eerst zijn hart over zijn recente deal met het VOD-platform van Amazon, waar hij een zesdelige serie voor gaat maken.
Allen: "Finally they said look, we’ll do anything that you want, just give us six half hours. They can be black and white, they can take place in Paris, in New York and California, they can be about a family, they can be comedy, you can be in them, they can be tragic. We don’t have to know anything, just come in with six half hours. And they offered a lot of money and everybody around me was pressuring me, go ahead and do it, what do you have to lose?"
Deadline: So you said yes…
Allen: "And I have regretted every second since I said OK. It’s been so hard for me. I had the cocky confidence, well, I’ll do it like I do a movie… it’ll be a movie in six parts. Turns out, it’s not. For me, it has been very, very difficult."
Het is opvallend hoe open Allen is in zijn spijtbetuiging. Coen van Zwol plaatst Allens opmerking echter in een breder perspectief dat de 79-jarige filmmaker al heel erg lang uitdraagt. "Hij maakt er zijn levenswerk van zichzelf kleiner te maken. Hij vindt zijn eigen films ook waardeloos en zichzelf een glorieuze amateur. Het verbaast hem dat wij blijven kijken naar zijn films. Hij denkt bovendien dat hij geen meesterwerken meer kan maken."
Carol
Het predikaat ‘meesterwerk’ is wel van toepassing op Carol, de laatste film van Velvet Goldmine-regisseur Todd Haynes. Met Cate Blanchett en Rooney Mara in de hoofdrol verfilmde hij Patricia Highsmith’s roman The Price of Salt (1952), waarin een winkelbediende (Mara) verliefd wordt op een oudere, getrouwde vrouw (Blanchett). Haynes laat het New York uit de jaren vijfttig op overtuigende wijze tot leven komen, maar bovenal weet hij het beste uit zijn cast te halen met dit lesbische liefdesdrama.
De pers spreekt al in superlatieven. Zo schrijft Tim Robey van The Telegraph: "Carol is gorgeous, gently groundbreaking, and might be the saddest thing you’ll ever see. More than hugely accomplished cinema, it’s an exquisite work of American art, rippling with a very specific mid-century melancholy, understanding love as the riskiest but most necessary gamble in anyone’s experience." Hij gaf de film vijf sterren.
Net als Peter Bradshaw van The Guardian. In een lovende recensie schrijft hij: "What the film certainly achieves is to suffuse everything with woozy eroticism and passion and defiance. I went into a trance watching it — and haven’t quite surfaced, even now."
Namens Little White Lies geeft David Jenkins de film een enorm compliment. "Perhaps the greatest compliment you could pay Carol is that it contains — to this writer — one of the most perfectly executed and poignant utterances of the words ‘I love you’ in screen history. See it and weep."
Barbara Scharres was een van de weinige critici die minder te spreken was. Op de website Roger Ebert schrijft zij: "Blanchett is a gorgeous ice-queen in this role, but not much more. Sorry to say, her perfect golden hair and red lips are the role. It seems that Haynes conceives of Carol as a cipher, a Fifties style icon rather than a flesh and blood woman."
Son of Saul
Todd Haynes geniet als filmmaker van een uitstekende reputatie, dus het succes van zijn laatste werk komt niet geheel onverwachts. Het tegenovergestelde is te zeggen over Saul fia (Son of Saul) van debutant László Nemes. Deze Hongaarse protegé van Béla Tarr maakte met Son of Saul een huiveringwekkende film, die zich afspeelt in Auschwitz in het jaar 1944. Centraal staat Saul, een Joodse Sonderkommando, die zijn medegevangenen moet helpen vernietigen. Het is zijn missie om temidden van de chaos van Auschwitz zijn zoon te begraven.
De pers is extreem lovend. Een kanttekening wordt wel herhaaldelijk geplaatst: kan je wel wegkomen met een gefictionaliseerd werk over de Holocaust? Ronald Rovers vraagt zich dat ook af in zijn blog: "Het fictionaliseren van de gruwelen in het concentratiekamp blijft voor veel mensen een no go-area en daar is iets voor te zeggen. Dat maakt het lastig oordelen over de film. Aan de andere kant: moet je er dan niet juist verhalen over vertellen en de Claude Lanzmannstijl van luisteren en zwijgend toekijken laten voor wat die is?"
Nick James van Sight & Sound legt uit waarom deze film wegkomt met het geladen onderwerp: "Nemes goes out of his way — to the extent of having big choreographed epic scenes of huge crowds, vehicles, costumes, gas ovens, burnings and all sorts of vileness going on only at the edges of the frame — to avoid what we might call holocaust porn, those films that seek solace in the iconography of sacrifice and in the anti-glamour of concentration-camp tourism."
Peter Bradshaw gaf voor The Guardian nog een keer vijf sterren weg en schreef: "By any standards, this would be an outstanding film, but for a debut it is remarkable."
Voor The Hollywood Reporter schreef landgenoot en Filmkrant-collega Boyd van Hoeij: "Utterly uneasy to watch but strikingly and confidently assembled, the film is a powerful aural and visual experience that doesn’t quite manage to sustain itself over the course of its running time, but is a remarkable — and remarkably intense — experience nonetheless."
The Sea of Trees
Bejubeling is één kant van de Cannes-medaille, de andere is verguizing. Dat was dit weekend het lot voor Gus Van Sants The Sea of Trees, een film die nu al wordt gezien als de eerste misstap in de ‘McConaissance’. Matthew McConaughey, die eerder een reeks haast perfecte rollen neerzette, speelt in deze film een depressieve man die Aokihagara (een Japans bos waar buitensporig veel zelfmoord wordt gepleegd) intrekt om zijn leven te beëindigen. Daar ontmoet hij Takumi (gespeeld door Japanse ster acteur Ken Watanabe), die zich bedacht heeft en een weg uit het bos zoekt.
Het net als Son of Saul is het onderwerp van The Sea of Trees zwaar. Maar waar Nemes met doordachte filmtaal een geschikte toon weet te vinden voor zijn drama, heeft Van Sant, die in 2003 nog een Gouden Palm in de wacht sleepte met het indrukwekkende Elephant, zich verlaagd tot sentimentalisme. Peter Bradshaw schreef voor The Guardian: "For all its apparent sombreness and thoughtfulness, The Sea Of Trees is an exasperatingly shallow film on an important and agonisingly painful subject — depression and suicide."
Mike D’Angelo van The Dissolve vond de film zo slecht, dat het bijna nog vermakelijk werd. "I must confess that I feel some affection for this misbegotten picture. It’s so damn dumb, and so blissfully ignorant of its stupidity, that it becomes almost perversely touching."
Critici zijn het unaniem eens over het gebrek aan kwaliteit in deze laatste Van Sant en McConaughey productie. Adam Woodward van Little White Lies kijkt echter met een erg scherpe blik naar dit Cannes-fiasco en merkt op: "A lesser yet not insignificant objection concerns the name of McConaughey’s character: Arthur Brennan. It’s a trivial detail to pick up on perhaps, but surely someone of McConaughey’s stature commands a cool, slightly edgy name like Cooper or Rust. Arthur? It just doesn’t suit him."
Het zijn genadeloze kritieken. Jan Pieter Ekker beschrijft in zijn blog hoe de sfeer in Cannes is na zo’n vertoning. "Na afloop klonk er een lang en venijnig boegeroep in Grand Théatre Lumière. En werden er direct tweets van 144 tekens (en veel minder: "Sea of boos") en gifjes met vernietigende recensies met de lengte van één woord de wereld ingeslingerd. Waar vervolgens weer berichten over werden gemaakt, ook in serieuze media als Variety. Cannes kan wreed zijn."
Van Sant en McConaughey zijn aanwezig op het festival en moeten het vitriool maar incasseren. McConaughey, die met zijn eerste rol als stonede scholier in Dazed and Confused al liet zien wat een relaxte uitstraling hij heeft, kan de kritiek gelukkig hebben. In een interview met Indiewire spreekt hij zich uit over de negatieve reacties op Cannes: "Anyone has as much right to boo as they do to ovate." Dat is Cannes in een notendop.
Hugo Emmerzael