Coproductieverdrag tussen Nederland en Zuid-Afrika

Bussemaker en Mthethwa na het ondertekenen van het verdrag
En dat is vijf. Na coproductieverdragen met Frankrijk, Canada, Duitsland en China heeft Nederland nu ook zo’n overeenkomst met Zuid-Afrika. Jet Bussemaker, minister van OCW, en haar Zuid-Afrikaanse collega Nathi Mthethwa zetten gisterenavond hun handtekening. Door het verdrag kunnen filmmakers uit beide landen in aanmerking komen voor steunmaatregelen uit zowel Nederland als Zuid-Afrika.
Net als bij de verdragen met andere landen is aan deze overeenkomst een flink aantal jaar voorwerk voorafgegaan. Het Nederlands Filmfonds en de National Film and Video Foundation hebben daarin het voortouw genomen. Ervaring met Nederlands-Zuid-Afrikaanse coproducties werd opgedaan met Black Butterflies (2011) van Paula van der Oest en The Dream of Shahrazad (2014) van François Verster, dat vorig jaar draaide op IDFA.
Het sluiten van coproductieverdragen is de laatste anderhalf jaar in een stroomversnelling gekomen. In Zuid-Afrika is men er al wat langer mee bezig. Het verdrag met Nederland is al het negende dat het land sluit. Er zijn al regelingen met Duitsland, Canada, Italië, Groot-Brittannië, Nieuw Zeeland, Frankrijk, Ierland en Australië. In dat rijtje ontbreekt het almachtige China, waar Nederland wel een overeenkomst mee heeft. Minister Bussemaker mag overigens binnenkort weer komen opdraven. Een verdrag met de Franstalige gemeenschap van België is zo goed als klaar.
Edo Dijksterhuis