Competities Istanbul Film Festival afgelast uit protest tegen overheidscensuur

Bakur
Het 34e Istanbul Film Festival heeft gisteren alle competities afgelast. De beslissing volgt op het door de regering uitgevaardigde vertoningsverbod voor de Turkse documentaire Bakur (North), die zondagmiddag in première zou gaan.
Diezelfde avond kondigden enkele Turkse filmmakers aan hun films terug te trekken uit de festivalprogrammering. Dat was het begin van een solidariteitsactie die zijn volle omvang vermoedelijk nog moet bereiken. Maandag kondigden de jury’s van de nationale competitie, de nationale documentairecompetitie en de internationale competitie aan hun taak neer te leggen. Ook de FIPRESCI jury, die zowel de nationale als de internationale competitie beoordeelt, trok zich terug.
In Bakur volgen filmmakers Çayan Demirel en Ertugrul Mavioglu het dagelijks leven van Koerdische guerrilla’s. Het is een intiem en betrokken portret, dat onder meer laat zien hoe de gewapende strijd voor behoud van de Koerdische identiteit zich heeft ontwikkeld tot een vrouwenbeweging. Officieel werd de screening op het festival verboden omdat de film niet over een registratiecertificaat beschikt. Voor Turkse producties is dat een formele vereiste om op een nationaal festival te kunnen worden vertoond, al wordt er in de praktijk zelden naar gevraagd. Toch strijdt het Istanbul Film Festival al sinds de invoering in 2004 tegen de vereiste van zo’n certificaat, aangezien dit onnodige obstakels opwerpt voor filmmakers en in willekeurige gevallen als censuurmiddel kan worden ingezet. Veel filmmakers weigeren om die reden het certificaat aan te vragen.
Buitenlandse producties zijn door het Ministerie van Cultuur sinds 1988 vrijgesteld van censuur. In dat jaar organiseerde filmmaker Elia Kazan, toenmalig juryvoorzitter op het Istanbul Film Festival, samen met een groep Turkse filmmakers een protestmars naar aanleiding van de gedwongen terugtrekking van een vijftal films uit het festivalprogramma. Onderhandelingspogingen van de festivalorganisatie om de censuur ook voor binnenlandse producties af te schaffen, hebben tot nu toe geen resultaat opgeleverd.
De massale protestactie brengt ongewild een gevoelige slag toe aan het filmfestival, maar festivaldirecteur Azize Tan hoopt dat de situatie uiteindelijk iets goeds brengt: "De situatie zet zich hopelijk om in een kans om de filmindustrie te verenigen voor het veranderen van de wetgeving. De vrijheid om films zonder problemen op een festival te vertonen zou gewaarborgd moeten worden."
Het festival ondersteunt de beslissing van de filmmakers en de jury’s, maar blijft ruimte bieden aan filmmakers die hun films wel willen blijven vertonen. De vertoningsmomenten van teruggetrokken films worden niet met andere voorstellingen ingevuld. In plaats daarvan nodigt het festival de makers uit aanwezig te zijn in de bioscoop om ter plekke met het filmpubliek in gesprek te gaan. Zo hoopt de organisatie haar taak als ontmoetingsplek voor filmmakers en publiek toch te kunnen blijven vervullen.
Sasja Koetsier