Cinematheek (tijdelijk) gered
Twee weken geleden werd de Cinematheek in Nijmegen failliet verklaard. Daarmee zou een van de laatste cultvideotheken van Nederland verdwijnen. Maar belangrijker nog: de collectie, met duizenden titels die niet meer te verkrijgen zijn, zou verloren gaan. Een lokale mecenas is nu in de bres gesprongen, totdat er een blijvende oplossing wordt gevonden.
De reddende engel is Han Keijser, advocaat, filmfanaat en verklaard Cinematheek-fan. De overname van de failliete boedel was een impulsieve actie, verklaarde hij tegenover De Gelderlander: ‘Het was een spontaan idee. Woensdagmorgen bedacht en een paar uur later uitgevoerd… Ik vind dat die zaak niet verloren mag gaan.’ Keijser zei wel dat hij niet de definitieve eigenaar wil worden van de Cinematheek. Met zijn ingreep geeft hij het bedrijf drie maanden de tijd — zolang loopt het huidige huurcontract nog — om met een blijvende oplossing te komen.
Bedrijfsleider Chris Abbenhuis, die al vijftien jaar de drijvende kracht is achter een van de best gesorteerde videotheken in Nederland, is opgelucht. Hij kon gisteren toch gewoon de deuren openen. Maar actie is geboden. En niet alleen om de toekomst van de Cinematheek veilig te stellen. Het dreigende einde van het Nijmeegse bedrijf staat niet op zichzelf. ‘De laatste jaren zijn er steeds meer cinefiele videotheken verdwenen’, vertelt hij. ‘De Cultvideotheek in Amsterdam bijvoorbeeld. Movie Center is van vijf naar één vestiging gegaan. En Utrecht had vroeger twee of drie zaken vergelijkbaar met de onze, maar daar is er niet een meer van over.’
Met het verdwijnen van deze in cultfilms, filmhuistitels en klassiekers gespecialiseerde zaken, dreigt een groot deel van het minder courante filmaanbod verloren te gaan. Abbenhuis: ‘Van de 19.500 films die wij hier hebben is de helft niet meer te krijgen, zeker niet met Nederlandse ondertiteling. Van ieder nummer van een Nederlands tijdschrift heeft de Koninklijke Bibliotheek een exemplaar, maar voor alle dvd’s en blu-rays die zijn uitgebracht bestaat niet zo’n bewaarplek. Samen met gelijkgestemde videotheken hebben we onze taak als archivaris altijd serieus genomen. Maar die wordt nu bedreigd.’
Het faillissement van de Cinematheek is niet gevolg van slechte bedrijfsvoering. Het bedrijf maakte nog een bescheiden winst, volgens Abbenhuis. Maar de eigenaren, Eric Eerden en Irene Keijzer die in 1985 de Cinematheek begonnen in Tilburg en later uitbreidden naar Eindhoven en Nijmegen, zijn sinds een jaar of acht uit elkaar en verwikkeld in een lastige boedelscheiding. De juridische strijd ‘heeft de reserves opgeslokt’. Op 8 januari werd het faillissement officieel uitgesproken.
Omdat Abbenhuis de bui al zag hangen is hij vorig jaar op zoek gegaan naar partners om de collectie bij onder te brengen en ’te voorkomen dat hij op de zwarte markt van Beverwijk terechtkomt’. Filmhuis Lux was de meest logische partij om mee in zee te gaan. ‘Wij zouden kunnen fungeren als extra kassa van de bioscoop en omdat we geen commerciële zaak meer zouden zijn, zou ons btw-tarief van 21% naar 6% kunnen. Het is een wederzijdse versterking. Op basis van het overnamescenario door Lux zijn we — ook na het uitspreken van het faillissement — open gebleven. Maar een dag voor de afspraak met de curator kregen we een telefoontje. De raad van toezicht had niet ingestemd.’
Toen werd Nijmegen pas echt wakker. Abbenhuis: ‘We hebben honderden emails gekregen met steunbetuigingen. Via social media heeft Nijmegen zich echt druk gemaakt.’ De meest concrete actie is afkomstig van Michiel Scheffer, fractievoorzitter van D66 Gelderland. Op zijn website ontvouwde hij een plan voor crowdfunding. Binnen drie dagen tijd had de site 2200 bezoekers en was er 11.000 euro gestort. Scheffer heeft becijferd dat ongeveer drie keer dat bedrag nodig is voor een duurzame basis voor de Cinematheek.
Abbenhuis houdt alle mogelijkheden nog open. ‘Ook overname door een commerciële ondernemer die de collectie respecteert, is een optie. Maar dan is de exploitatie waarschijnlijk over één of twee jaar niet meer sluitend te krijgen. Het is veiliger als we ons kunnen nestelen in de niet-commerciële infrastructuur, als onderdeel van een filmhuis of bibliotheek. Ik hoop dat de gemeente zich daar hard voor gaat maken. Het behoud van deze films is een publieke taak.’
Edo Dijksterhuis