CineCrowd zoekt groei in buitenland

Vier jaar na oprichting is CineCrowd klaar voor de grote sprong voorwaarts. Het crowdfundingplatform voor film wil internationaal uitbreiden, maar ook grotere producties helpen financieren. Tevens zijn er plannen voor distributie van films via de eigen site en een festival voor gecrowdfunde films.

Het in 2011 opgerichte CineCrowd groeide in de eerste twee jaar behoorlijk snel. Er werd bijna een half miljoen euro opgehaald voor ruim zestig projecten. In de tweeëneenhalf jaar daarna was de groei exponentieel: er kwamen ruim tweehonderd projecten bij. En CineCrowd wil verder. Schaalvergroting is nodig om meer te kunnen doen dan alleen hulp bieden bij financiering. ‘Filmmakers krijgen bij ons nu een intakegesprek en worden geadviseerd over hun campagne’, vertelt In-Soo Radstake, die in september 2015 CineCrowd-oprichter Roel van de Weijer opvolgde als directeur. ‘Maar we krijgen ook vragen over productie, festivalstrategie en distributie. Met drie man personeel en één stagiaire kunnen we dat niet allemaal aan.’

Aangezien CineCrowd een online-platform is, zullen de groei-ambities vooral vorm krijgen op en via de website, die over twee, drie maanden een transformatie zal ondergaan. De belangrijkste verandering is dat filmmakers wiens project via CineCrowd is gefinancierd de mogelijkheid krijgen hier hun film te vertonen. Radstake: ‘Met onze nieuwsbrief die achtduizend abonnees heeft, en via de site en social media hebben we een groot bereik. Dat is potentieel publiek voor films van vaak jonge makers. We bieden twee mogelijkheden: vertoning met fooienpot of met betaling vooraf.’

Daarnaast wordt er een blog gelanceerd met internationale voorbeelden van crowdfunding en gastschrijvers die vertellen over hun ervaringen met de collectieve financieringsstructuur. Radstake: ‘Eddy Terstall bijvoorbeeld, een echte early adopter van crowdfunding.’ De verhalen moeten het grote publiek meer bekend maken met CineCrowd en naar de site trekken waar de projecten worden gepresenteerd.

Om de zichtbaarheid van CineCrowd verder te vergroten wil Radstake ook een jaarlijkse festival organiseren met films die middels crowdfunding tot stand zijn gekomen. In oktober 2016 moet de eerste editie plaatsvinden. ‘Met publiek, pers en geldprijzen’, preciseert hij. ‘We beginnen met tien à vijftien titels. Daarna kan het verder groeien.’

De eerste stap naar volumegroei is vorig jaar gezet met de lancering van CineCrowd+. In de negen projecten die onder deze vlag zijn gefinancierd, gaat het om bedragen die hoger liggen dan gemiddeld, tussen de €15.000 en €25.000. Cinecrowd ontvangt 20% commissie in deze gevallen — tegenover 10% in de reguliere projecten. In ruil daarvoor krijgt zo’n project extra ondersteuning. ‘Persberichten, contacten met organisaties, hulp op dagelijkse basis’, stelt Radstake. ‘En het werpt vruchten af: alle negen projecten hebben hun streefbedrag gehaald.’

‘Onze succesratio is afgelopen jaar gestegen van 81% naar bijna 83%’, voegt hij er niet zonder trots aan toe. Daarmee laat CineCrowd internationale platforms als Kickstarter — sinds 2014 actief in Nederland — en IndieGoGo ver achter zich. Het is ook de reden waarom Radstake zich geen zorgen maakt over concurrentie van die partijen. ‘De fout die Kickstarter heeft gemaakt bij haar internationale expansie is dat er geen lokale ambassadeur was voor het platform’, stelt hij. ‘Die fout gaan wij niet maken als we over de grens gaan kijken. We onderzoeken nu de mogelijkheden om uit te breiden naar Duitsland, België of Scandinavië. Die uitbreiding zal stapsgewijs gaan. En we zullen uiteraard ook kijken naar de fiscale voordelen die in de diverse buitenlanden te behalen zijn.’

Internationalisering van een crowdfundingplatform exclusief voor film is zonder precedent. Het zal dus een proces van ’trial and error’ worden, geeft Radstake toe. Maar de resultaten over het afgelopen jaar geven hem vertrouwen. ‘Met 92 projecten hebben we in 2015 een nieuw record gehaald. Heel succesvol was Waterboys van Robert Jan Westdijk (Zusje, Phileine zegt sorry), waarvoor we ruim €20.000 hebben opgehaald terwijl het doel €15.000 was. In samenwerking met IDFA hebben we ook buitenlandse projecten gedaan. Voor Laila at the Bridge, een Afghaanse documentaire over een vrouw die in Kaboel een restaurant runt waar alleen ex-heroïneverslaafden werken, kregen we €22.459 bij elkaar. Slechts tien procent daarvan is afkomstig uit Nederland.’

Edo Dijksterhuis