Carte postale de Cannes (5)

  • Datum 16-05-2011
  • Auteur
  • Deel dit artikel

CODE BLUE

‘Some scenes of the film code blue may hurt the audience feeling’, was de ietwat krom vertaalde waarschuwing op aangeplakte A4-tjes door het hele Theatre Croisette. Daar beleefde de tweede speelfilm van Urszula Antoniak (nothing personal) gisteren zijn wereldpremière in het Cannes-programma Quinzaine des Realisateurs. "Het is een beetje stemmingmakerij", vind Antoniak zelf. "Het argument van de organisatie was dat veel publiek bij de Quinzaine zomaar komt binnenlopen, ook met kinderen. Maar ik denk dat als je de poster gezien hebt, je al wel weet wat je te wachten staat."

code blue draait net als nothing personal om een tamelijk gesloten vrouwelijk personage en een moeizame relatie met een man. Maar daar houden de vergelijkingen ook wel op: code blue is ongrijpbaarder, verontrustender en confronterender. Verpleegster Marian (Bien de Moor) voert als een angel of death buiten de bureaucratie (en niet altijd expliciet gevraagd) euthanasie uit. Op een nacht is zij getuige van een brute verkrachting, net als haar overbuurman. Er ontstaat een pervers spel tussen de twee. Antoniak: "In nothing personal was alles mooi — het meisje, het landschap, de poëzie ervan. Dit is meer een klap."

Daar ligt waarschijnlijk ook de verklaring voor de uiterst negatieve recensie van de Hollywood Reporter — conclusie: ‘The brooding film is too mannered in its high-art austerity and funereal chill to be in any way compelling or provocative.’ Dat valt te verwachten van het Behoudende Amerikaanse vakblad, maar doet de film geen recht; code blue is een intense karakterstudie die meer reflectie vereist dan de festivalhectiek toelaat. Hoe dan ook: het wachten is nog op Screen en Variety, maar de Europese pers was in ieder geval enthousiaster. Net als het publiek bij de première: weliswaar geen staande ovatie, maar ook vrijwel geen weglopers. Misschien hadden de waarschuwing dan toch hun werk gedaan.

code blue is overigens lang niet de enige film in de Quinzaine die het zijn publiek moeilijk maakt, en Antoniak niet de enige regisseur die acteurs dwingt zich letterlijk bloot te geven. play, de tweede speelfilm van de Zweed Ruben Östlund (na het eerdere Cannes-succes involuntary), draait om een op waarheid gebaseerde, ingenieuze beroving onder tieners. Vijf zwarte immigrantenzonen dwingen drie blanke middenklasse-knulletjes met hen mee te gaan, en maken ze uiteindelijk hun waardevolle spullen afhandig — zonder daarbij fysiek geweld te gebruiken. De film, het voorlopige hoogtepunt in de Quinzaine, spreekt geen oordeel uit maar onderzoekt het proces waarin deze acht tieners terechtkomen, en confronteert daardoor de kijker met zijn eigen vooroordelen.

Misschien wel het meest confronterende moment in de film komt als een van de drie slachtoffers zijn belagers tijdelijk weet te ontvluchten en in een verlaten hoek zijn broek naar benenden doet om de diarree te laten vloeien. "Ik vond het belangrijk de angst van deze jongens invoelbaar te maken", lichtte Östlund me toe. "De echte slachtoffers hebben nog jaren last gehad van het voorval, dus ik vond het belangrijk die angst te tonen en heb de jonge acteur daarvan kunnen overtuigen. De diarree is overigens digitaal toegevoegd. Om de een of andere reden zijn mensen altijd opgelucht als ik ze dat vertel!"

Joost Broeren