Carte postale de Cannes 10

  • Datum 24-05-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Norte, the End of History

Vrijdag 24 mei 2013

De Filmkrant doet elke dag verslag van het 66ste Filmfestival Cannes. Met vandaag Dana Linssen over de dag dat ze maar één film zag: Norte, the End of History van Lav Diaz.

In Cannes zitten er altijd te weinig uren in een dag en teveel films in het programma. Er zijn dagen dat je dat prima aankunt. Dan sjees je van de ene persvoorstelling naar het andere interview en leef je op een strak regime van te weinig slaap, veel water, snelle kopjes koffie, appels en mueslirepen (al is het dit jaar een heel gedoe om je padvindersfoerage het festivalpaleis binnen te smokkelen). Maar gisteren wist ik het zeker: één film is genoeg. En dat was Lav Diaz’ Norte, the End of History (Norte, hangganan ng kasaysayan). Diaz (voor IFFR-bezoekers geen onbekende) staat bekend om zijn lange films. Zijn Evolution of a Filipino Family (2004) duurde 630 minuten; Heremias (2006) telde er 540;  Melancholia (2009) was 480 minuten. Dus dan is Norte met z’n 250 minuten bijna een korte film.

Lav Diaz maakt lange films om vele redenen. Eentje ervan is dat ze je door hun duur op een andere manier doen nadenken over tijd en ruimte (film is immers een time-based-art). Maar het is ook een tegenwicht tegen de commerciële hapsnap cinema die hij verfoeit. Het allerbelangrijkste is echter dat zijn films door hun lange duur het best mogelijke filmische tijd-ruimte universum creëren om betrokken te raken, na te denken en te herinneren. Dat ze lang duren wil namelijk niet zeggen dat er weinig gebeurt. Een van de cliché-vooroordelen over die zogeheten Slow Cinema.

Cannes-baas Thierry Frémaux noemde Diaz’ films trouwens ‘cinéma fleuve’. ‘Stromende’, ‘fluïde’ cinema. Wat natuurlijk een veel betere term is. In Norte gaan er vier jaar voorbij en wordt er gemoord, gefilosofeerd, geworsteld met het alledaagse en is er zelfs een hoofdpersoon die erin slaagt letterlijk boven al dat onderaardse gemodder uit te stijgen.

Het IFFR heeft natuurlijk fantastisch pionierswerk verricht door de films van Lav Diaz (1958) naar Nederland te halen. Maar eerlijk is eerlijk. Het is een enorme aanslag op je festivalagenda als je in een keer vier uur moet afstrepen. Alhoewel? Is dat eigenlijk wel zo? Vijf jaar geleden zat de verzamelde wereldpers braaf in de stoeltjes van de Salle Debussy om de 257 minuten van Steven Soderbergh Che te bekijken. Maar ja. Soderbergh. En Benicio del Toro. En ieder weekend krullen hordes Nederlanders zich op in bed om complete seizoenen van Amerikaanse tv-series erdoorheen te jassen. Hoeveel films ze in de tijd wel niet kunt zien.

Maar goed. Genoeg verdedigingsrede. Nou ja, deze dan nog. Want Norte biedt precies dat alles waar die series zo om geprezen worden. Plot. Karakterontwikkeling. En een episch besef van je eigen tijdelijkheid. Daar houdt de vergelijking dan ook weer op. Want Lav Diaz kan als geen ander zinderend spannende minuten durende shots maken van een moeder en twee kinderen die een kustpad aflopen. Of een lege steeg met kerstverlichting. Of een vrouw die groenten hakt. En dan maakt hij ook, even lange scènes waarin verschrikkelijke dingen gebeuren. Moord, verkrachting, het afslachten van een hond, maar dan is de actie steeds aan het zicht ontnomen door een deur of een struik, waardoor je je met je ogen geen moment sensationalistisch kunt verlekkeren en alleen maar oog hebt voor het feit dat gruwelijkheden nooit zo snel en sexy voorbij zijn als in de film.

Het is verleidelijk om dat soort momenten te vergelijken met Nicholas Winding Refns Drive-opvolger Only God Forgives, die na zijn première woensdag hier in Cannes de stemmen behoorlijk wist te verdelen. Refn maakt ook Slow Cinema. In Only God Forgives vertraagt hij de tijd zo extreem dat er in de meeste shots niets gebeurt. Iemand slaat zijn ogen neer. Of er wordt een hoofd afgehakt. Wie Drive saai vond, zal Only God Forgives nog saaier vinden. De film is radicaal. En in die radicaliteit ook essentieel. Wie plot zoekt wordt teleurgesteld. Wie genoeg heeft aan filmisch-literaire verwijzingen van Hamlet tot Oidipous, David Lynch en Brian de Palma, die heeft genoeg om even op te kauwen.

Only God Forgives

Maar waar bij Refn alle binnenkant naar buiten is gekeerd, als een autopsie van een film, daar is in Lav Diaz’ Norte alle buitenkant, alle schone schijn verinnerlijkt. De film begint met een gesprek tussen drie juristen over Fukuyama’s einde van de geschiedenis en over de vraag of als de waarheid dood is, de mens dan geen verantwoordelijkheid meer heeft. Iemand die anti-alles is, is conservatief. Of crimineel, concluderen ze. En hoofdpersoon Fabian besluit dat Nietzschiaanse Ralkolnikof-pad vervolgens ook te gaan bewandelen. Hij is gefrustreerd over het feit dat er in de hedendaagse Filipijnse geschiedenis zoveel (politieke) misdadiger vrijuit zijn gegaan, dat hij zijn rechtenstudie al langer achter zich heeft gelaten en zoekt naar een manier om tot een daad te komen. Parallel aan zijn afdaling in een amoreel en gewelddadig universum vertelt de film het verhaal van Joaquin, een man die ten onrechte in de gevangenis zit, en zijn vrouw en twee kinderen die het hoofd boven water proberen te houden aan de periferie van de Noordelijke kustplaats Laoag.

In de vier jaar die de film beslaat zien we hoe de twee parallelle geschiedenis van die twee mannen zich ten opzichte van elkaar ontwikkelen. Waar de ene zich overgeeft aan de zwaartekracht van het bestaat, stijgt de ander er boven uit. Die vorm van metafysische levitatie geldt ook voor de film als geheel. Juist doordat de film de tijd krijgt om te ademen, doordat je als toeschouwer in een meditatieve staat wordt gebracht door de activiteit van het kijken naar tijd en beweging, ontsnapt hij aan de zwaarte van z’n duur. Maar hij sust je niet in slaap. Norte is net zo politiek als Diaz’ eerdere films. Dat is een last waar geen enkele Filipijnse filmmaker aan kan ontsnappen. Door ons ernaar te laten kijken, worden we gedwongen ons te engageren.

Dana Linssen