Carte postale de Cannes (10)

BONSAI

Proust blijft maar terugkomen hier in Cannes. En steeds zijn het iets-te-serieuze, semi-academische karakters die de Franse auteur aanhalen, en wordt er een lachwekkend spelletje gespeeld met deze types. Te beginnen met Lars Von Trier, want op een bepaalde manier is de hele opgeklopte controverse rond de Deen terug te voeren op Proust. Die concludeerde namelijk ooit, na een overdenking van dertig pagina’s, dat Wagners Tristan en Isolde het beste kunstwerk aller tijden was. Die conclusie was voor Von Trier vervolgens reden Wagners muziek te gebruiken in melancholia, wat hem er weer toe leidde in interviews voorafgaand aan Cannes op de esthetiek van de Nazi’s te reflecteren, wat vervolgens… afijn, dat zult u gelezen hebben.

Ook in twee van de hoogtepunten uit het ‘Un Certain Regard’-programma wordt Proust genoemd. In Joachim Triers Oslo, 31. august is het een oude studievriend van hoofdpersoon Anders die de Franse auteur aanhaalt. De film toont het verloop van de eerste verlofdag uit de afkickkliniek van de voormalige drugsverslaafde Anders. Hij zoekt wat mensen op uit zijn oude leven, zijn leven voor de drugs. Waaronder dus studievriend Thomas, de huisje-boompje-beestje academicus die in een gesprek over Anders’ onvervulbare behoefte aan verdovende middelen Proust citeert: “Proberen verlangen te begrijpen door naar een naakte vrouw te kijken, is als een kind dat een klok uit elkaar haalt om de tijd te begrijpen.” Maar ja, wat heeft Anders aan dat soort intellectueel gefilosofeer, als hij met een zeer praktisch verlangen zit en zichzelf continu blijft confronteren met de kansen die hij heeft vergooid?

De Chileense film bonsaï van de beloftevolle Christián Jiménez (we tipten eerder al zijn debuut illusiones opticas, dat in Nederland echter geen bioscooprelease kreeg) gaat nog veel verder in zijn spel met Proust. Maar het is natuurlijk niet vreemd dat een film die draait om herinneringen veevlvuldig verwijst naar A la recherche du temps perdu. Student Julio doet, net als de meesten van zijn jaargenoten, net alsof hij de klassieker gelezen heeft wanneer de docent hen ernaar vraagt. En vervolgens valt hij op het strand in slaap met het haastig uit de bibliotheek gehaalde boek op zijn borst. Het resultaat: een witte Proust-afdruk op zijn roodverbrande borst.

bonsaï, een speelse en zeer cinematische verfilming van de internationaal succesvolle gelijknamige roman van Alejadro Zamba, draait om de eerste liefde van Julio met Emilia, en om hoe Julio daar acht jaar later op terugkijkt. Jiménez, die de film in ons interview ‘de anti-Proust’ noemde vanwege zijn minimalistische insteek (vandaar ook die titel), weet het slappe koord tussen lichtvoetige komedie en serieus drama te bewandelen. Laten we hopen dat een Nederlandse distributeur bereid is de film op te pikken.

Joost Broeren