Carte de postale Cannes 9
De Filmkrant doet elke dag verslag van het 66ste Filmfestival Cannes. Met vandaag Ronald Rovers over La vie d’Adèle, chapitre 1&2, met de meest intieme en expliciete seksscènes die ooit in Cannes te zien waren. Behalve dat orale gefrunnik in The Brown Bunny dan.
Wie naar Cannes kwam op zoek naar vervoering, ging gisteravond verrukt naar bed. Of had seks. Abdellatif Kechiches La vie d’Adèle, chapitre 1&2 is het verbluffend gespeelde en prachtig intiem gefilmde en gepassioneerde verhaal over de liefde tussen de jonge scholiere Adèle en de iets oudere Emma, die laatste vertolkt door de bijna altijd imponerende Léa Seydoux. Maar het is de eerste hoofdrol van de mooie actrice Adèle Exarchopoulos die hier de show steelt. Kechiche laat geen beweging ongezien, geen blik tevergeefs zijn.
Het is bijna zonde van die heel expliciete seksscènes, want die leiden de aandacht af van al het andere moois. Wat niet wil zeggen dat ze niet belachelijk goed zijn. Kechiche wil ons zo dicht mogelijk bij Adèle brengen en daar hoort de intimiteit van seks bij. Net als al die andere rituelen. Hij wil haar onzekerheid laten voelen, de seconden die wegtikken als ze op een antwoord van Emma wacht, laten zien hoe ze haar ogen opslaat naar die eerste grote liefde, de middagen laten beleven waarop ze alleen naar haar wil kijken en niets zeggen, Adèle’s verrukking als ze wordt aangeraakt, vooral de eerste keer nadat ze zich zo lang verward heeft gevoeld over haar seksuele verlangens, de extase die ze samen in bed beleven. De seksscènes zijn niet gehaast, wel erotisch, wat onvermijdelijk is als ze goed gefilmd zijn, maar nooit plat. Nooit jaagt de camera op effecten. Dat valt niet alleen op de momenten in bed op. Bijna elke scène in deze drie uur durende opkomst en ondergang van Adèle’s eerste grote liefde heeft exact de juiste lengte. Zelden is verliefdheid, de ontdekking van twee mensen en het afscheid dat volgt, zo intiem in beeld gebracht. Ik zeg zelden omdat het onmogelijk lijkt dat iets aan het begin van de 21e eeuw voor het eerst in een film gebeurt, maar om eerlijk te zijn, ik kan zo snel geen andere titel noemen die doet wat Kechiche hier voor elkaar krijgt. Zo teder, zo doorleefd. Nu alleen nog precies zo’n zelfde film met twee mannen. Dan weten we dat het de critici in Cannes echt om de kunst ging en niet om voyeurisme.
En nauurlijk is er meer dan alleen Adèle en Emma. Kechiche jongleert wat met predestinatie en literatuur en filosofie — ik hou van Sartres Vuile Handen grapt Adèle — maar het is allemaal slechts prachtige ruis in de marge. Wat voelbaar blijft is die intense verbondenheid tussen de twee geliefden en de obstakels die ze moeten overwinnen. Want vanwege hun verschillende afkomst en opleiding maar vooral vanwege hun verschil in leeftijd passen ze niet vanzelfsprekend bij elkaar. Dat blijf je voelen, een van de gewiekste strategieën waarmee Kechiche de spanning drie uur lang vasthoudt. Een ander slim detail is dat er vaak gegeten wordt en bijna altijd in close-up. Die open monden en smakkende geluiden maken het allemaal nog fysieker. Brengen de kijker nog dichterbij. En zo zet de van oorsprong Tunesische filmmaker alle middelen in om Julie Marohs stripverhaal tot leven te brengen. Flinke tijdsprongen zorgen ervoor dat we in totaal zo’n tien jaar uit Adèle’s leven beleven. Jaren die haar leven voor altijd bepalen. Aan het begin is ze een meisje, aan het eind een vrouw. Ze heeft het tweede hoofdstuk in haar leven afgesloten, ze is gegroeid, ze heeft liefgehad, pijn gevoeld en nu begint de toekomst. Alles ligt open. Elle est une femme. Dat is, wordt ergens in de eerste tien minuten al gezegd, de enige waarheid.
Ronald Rovers