Cannes 2018, blog 5

Facetime met Godard

Jean-Luc Godard picture-in-picture. Foto: Joost Broeren-Huitenga

De Filmkrant bericht dagelijks vanaf het 71e filmfestival van Cannes, waar Jean-Luc Godard gisteren digitaal tot ons kwam om te orakelen over de filmkunst en de staat van de wereld.

In de eindcredits van Jean-Luc Godards rigoreus-Godardiaanse nieuwe film Le livre d’image voert hij ook ‘Jij’ op als medewerker aan de film. Oftewel: de kijker, het publiek. Het is typerend voor Godards instelling, ergens op de onwaarschijnlijke grens van diepgravend intellectueel en kinderlijk flauw. Die credit is overigens ook volledig terecht, want Le livre d’image is hard werken voor het publiek, veel meer nog dan in Godards vorige twee films Film socialisme (2010) en Adieu au langage (2014).

Het is werken om de eindeloze stroom found-footage beelden bij te houden, waarin zwaar vervormde Hollywood-klassiekers (Orson Welles keek opnieuw stiekem om een hoekje) botsen op oorlogsgeweld uit hedendaagse nieuwsbeelden en ISIS-executies. Werken om de aforismen in Godards rasperige voice-over te verstaan, want Engelse ondertiteling wordt slechts gegeven voor de hoofdlijnen. En vooral: werken om betekenis te vinden in de uiterst persoonlijke en doelbewust ondoorgrondelijke stream-of-consciousness, die waarschijnlijk beter tot zijn recht gaat komen in de bewerking tot kunstinstallatie die Godard heeft aangekondigd.

Godard richt zijn pijlen op de pre-apocalyptische staat van de hedendaagse wereld, zoveel is duidelijk. En hij besteedt een significant stuk van de tweede helft van de film aan overdenkingen over de teloorgang van een utopisch Arabia. Maar aan verdere interpretatie ga ik me, na een enkele keer kijken in een vroege ochtend na een korte nacht slaap, niet wagen. Duidelijk is in ieder geval dat Godard naadloos aansluit bij de melancholische toon die de competitie in het eerste deel van het festival kenmerkt, nostalgische naar revoluties uit het verleden maar weinig hoopvol dat ze herhaald kunnen worden.

Waar Godard zelf gisteren ook bij aansloot, was de rij regisseurs van competitiefilms die niet op het festival aanwezig zijn. Waar dat in het geval van de Rus Kirill Serebrennikov en Iraniër Jafar Panahi noodgedwongen was – beiden zijn door de overheid van hun land in huisarrest gesteld – koos Godard er zelf voor om thuis in Zwitserland te blijven. Toch werd er een persconferentie georganiseerd, waar de 87-jarige regisseur via Facetime tekst en uitleg gaf. Eén voor één mochten journalisten bij de producent van Le livre d’image komen en hun vraag in zijn telefoon spreken. Zodat die producent vervolgens de telefoon bij de microfoon kon houden voor Godards als vanouds onnavolgbare antwoorden. En opeens viel het allemaal op zijn plek: Godard had het orakel opnieuw gedefinieerd voor de 21e eeuw.