Brenninkmeijer boos over uitsluiting
Zes lange speelfilms worden wel op het Nederlands Filmfestival vertoond, maar zijn niet geselecteerd voor de competitie om het Gouden Kalf. Stephan Brenninkmeijer (Caged) hoort bij het kleine groepje verstotenen. "Het riekt naar vriendjespolitiek," zegt hij.
Van de 33 lange speelfilms die op het Nederlands Filmfestival draaien, zijn er 27 geselecteerd voor de competitie om het Gouden Kalf. Onder andere Sinterklaas en het pakjesmysterie (Martijn van Nellestijn), Claustrofobia (Bobby Boermans) en Caged (Stephan Brenninkmeijer) mogen door de jury niet in overweging worden genomen. De beslissing om zo’n klein aantal films uit te sluiten leidde tot enige ophef op Twitter, waar onder andere regisseur Martin Koolhoven en filmjournalisten Ab Zagt en Robbert Blokland hun ongenoegen lieten blijken.
Aan de telefoon een boze Stephan Brenninkmeijer. Hij is zwaar teleurgesteld in de handelswijze van het festival. "Het gaat me niet om mezelf," zegt hij. "Ik schat de kansen van Caged helemaal niet zo hoog in. Het gaat me om alle uitgesloten titels. Claustrofobia is een film van professionele kwaliteit. Sinterklaas en het pakjesmysterie heeft 400.000 bezoekers getrokken. Die films verdienen net zo goed een kans als de andere."
Brenninkmeijer contstateert bij de commissie een sterke voorkeur voor de gevestigde orde. "Mij bekruipt het gevoel dat ze de titels hebben afgestreept die zich niet binnen het film-establishment begeven, omdat dat het minste risico met zich meeneemt: die mensen komen we toch zelden tegen, dus we kunnen ze makkelijk aan de kant zetten. Het riekt een beetje naar vriendjespolitiek. Maar het gaat wel over de ruggen van professionals die hun ziel en zaligheid in hun projecten hebben gelegd."
Festivalprogrammeur Herman de Wit van het NFF zegt de teleurstelling van Brenninkmeijer te begrijpen. "Het blijft natuurlijk verschrikkelijk voor zo’n filmmaker om constant weer door commissies beoordeeld te worden die het beter denken te weten. Het is een treurig leven. Maar we zeggen niet dat de films die niet voor de competitie geselecteerd zijn niet deugen. Als we een film niet goed vinden, vertonen we hem überhaupt niet. Het gaat ons erom of wij een film op bepaalde punten interessant genoeg vinden om hem aan de jury voor te leggen. Dan gaat het bijvoorbeeld om de stijl van regisseren en acteren."
Dat regisseurs teleurgesteld zijn is logisch, zegt De Wit, maar het hoort nou eenmaal bij een groot festival dat er films buiten de competitie draaien. "Dat zie je in Venetië en Cannes ook. We zouden heel graag net als vroeger alle vertoonde films in de competitie mee laten draaien. Maar de productie is inmiddels zo groot dat we dat de jury niet meer aan kunnen doen."
Brenninkmeijer is niet tevreden met die uitleg. "Ik zou het heel goed snappen als er een aanbod was van honderd films. Natuurlijk moet er dan een voorselectie van vijfentwintig tot dertig films gemaakt worden. Maar nu gaat het om een klein percentage dat uitgesloten wordt. Bovendien zijn er dit jaar aparte jury’s voor de verschillende categorieën. De juryleden hebben het dus al veel minder zwaar dan vorige jaren. Ik vind het een non-argument."
Erik Schumacher