BFI onderzoekt gezondheid Britse onafhankelijke film

Het British Film Institute heeft een commissie aangesteld die de gezondheid van de Britse onafhankelijke filmindustrie moet onderzoeken. Reacties uit de filmsector zijn kritisch over de samenstelling van de commissie.

Onder leiding van Lionsgate Groot-Brittannië en Europa CEO Zygi Kamasa zal de werkgroep aanbevelingen doen om de industrie gezond te houden. Verwacht wordt dat specialisten op het gebied van productie, sales, distributie en vertoning de komende vier maanden om advies zal worden gevraagd.

Buitenlandse investeringen in films gemaakt in Groot-Brittannië — waaronder grote Amerikaanse producties — bleef stabiel (met een record van 1,79 miljard euro in 2016), maar het aantal Britse films gemaakt in Groot-Brittannië daalde van 282 in 212 tot129 in 2016. Aan de kassa was hetzelfde beeld te zien: de totale box-office steeg maar het aantal kaartjes voor Britse films daalde elk jaar sinds 2012 met 2 procent. Het marktaandeel voor Britse films in Groot-Brittannië is nu 7 procent. In Japan is dat 63 procent, in Frankrijk 36 procent, in Italië 28 procent, in Spanje 18 procent en in Duitsland 16,5 procent.

Volgens BFI CEO Josh Berger is de onafhankelijke filmsector de "incubator van creativiteit" voor de hele filmsector en het is de taak van het BFI om die tot bloei te laten komen en gezond te houden.

In diverse reacties onder het artikel is te lezen hoe de vertoningssector verantwoordelijk wordt gehouden voor de gebrekkige toegang tot Britse producties. Die zou alles wat geen studioproductie is slechts een paar dagen vertonen. Ook wordt bekritiseerd dat een afgezant van een Amerikaanse "mini-major" de commissie voorzit, waardoor van die commissie geen kritische geluiden zijn te verwachten, aldus de reacties.

Bron Screen