Berlinale, dag 7 Dan liever mislukt

  • Datum 17-02-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Chi-raq

Liever Chi-Raq dan Midnight Special, daar komt het op neer (en misschien zelfs liever dan Mort à Sarajevo). Als je films indeelt in gelukt of mislukt en oninteressant of interessant, wint boeiend falen het altijd van geslaagd vervelen. Een matrix van mislukking.

Bij de perspresentatie van het Filmfestival van Rotterdam — het lijkt een eeuwigheid geleden — zei de kersverse directeur Bero Beyer één ding, naast zijn terechte en geruststellende lofzang op film als Cinema, dat eruit sprong: dat er op het komende festival, zijn festival, ook films zouden draaien die mislukt waren. Mislukt, maar interessant. Omdat de makers iets waardevols, iets nieuws, iets onverwachts probeerden. En iets proberen garandeert nou eenmaal niet dat het lukt.

Zoiets zeg je niet als je je speech door marketing laat schrijven. Dat publiceer je niet in een leader, dat druk je niet op een tas met het festivallogo, dat staat waarschijnlijk ook niet in het jaarverslag dat achteraf naar de sponsors wordt gestuurd. Terwijl het cruciaal is: film, Cinema, en dus ook het festival zelf als een plek van ontdekking, van verrassing, van onenigheid ook, van botsende ideeën en ideologieën, van heel vaak heel hard op de plank slaan en uiteraard dan ook een paar keer mis.

Simpel gezegd heb je, ook hier in Berlijn, twee criteria en daarmee vier soorten films. Gelukt en interessant. Mislukt en oninteressant. Gelukt en oninteressant. Mislukt en interessant. Je kunt er een matrix van maken. Laten we die, om een pakkende titel te kiezen, de Matrix van Mislukking noemen. Want mislukt en toch interessant — dan wordt het spannend.

Laten we met de eerste categorie beginnen. Met gelukt bedoelen we hier vooral het vakmanschap, als de kijker voelt dat wat hij ziet ook zo bedoeld is. Beheersing dus, controle, kunde. Gelukt en interessant is dan bijvoorbeeld Mort à Sarajevo van Danis Tanovi?: met totale beheersing dwaalt de camera door een stampvol scenario en een bijna failliet hotel in Sarajevo waar politici, maffia, media en personeel elkaar alle mogelijke verwijten maken, argumenterend van Gavrilo Princip in 1914 tot de onrechtvaardigheden van het heden. Heel knap. Maar geen kunst.

Mislukt en oninteressant. Als het goed is draaien die niet op de Berlinale (of het IFFR), maar het gebeurt natuurlijk toch. Dit schijnt volgens doorgaans betrouwbare bronnen bijvoorbeeld te gelden voor competitiefilm Alone in Berlin van Vincent Perez, een oorlogsdrama met onder meer Emma Thompson. Zolang we de film zelf niet gezien hebben, moeten we dat oordeel als onbevestigd beschouwen.

En nu wordt het leuk.

Gelukt en oninteressant. Met stip op één: Midnight Special van Jeff Nichols. Schokkend genoeg blijkt de Berlinale vol met mensen die dit gedrocht ‘wel aardig’ of ‘een heerlijke genremix’ vinden. Maar het is zonder twijfel de slechtste film van het jaar. Pardon: tot nu toe. Onbenullig geacteerd, na het eerste kwartier verstoken van spanning, met een plot dat niet eens lineair genoemd kan worden maar gereduceerd is tot een punt: een kind met rare lichtoogjes en nooit verklaarde krachten (die dus een continu Deus ex Machina opleveren want de scenarist kan er op elk moment mee doen wat ‘ie maar wil) moet unbedingt naar een bepaald punt en, weet je als kijker, gáát dus ook naar dat punt. Een punt dat, dat weet je als kijker ook al lang voordat het gebeurt, een vlakte zal zijn in een bos waar iedereen een beetje omhoog gaat lopen kijken naar Iets Dat Verschijnt.

En dan de categorie: mislukt maar interessant. Daarvan zijn mooie voorbeelden te noemen. Je zou kunnen zeggen dat Gianfranco Rosi’s documentaire Fuocoammare, terecht getipt als mogelijke winnaar, tot op zekere hoogte mislukt is omdat de twee verhaallijnen, van de vluchtelingen die op Lampedusa belanden en de plaatselijke bewoners van wie het leven grotendeels gewoon verdergaat, nooit helemaal bij elkaar komen. Maar ook: boeiend van begin tot eind en enorm mooi gefilmd zonder mooifilmerij te worden. Kortom, het zoekende karakter van de documentaire is zowel zijn kracht als zijn zwakte. Het een kan niet zonder het ander.

Sterker mislukt — wat betreft structuur, overdadige lengte, herhalingen in het verhaal en cliché acteren van Samuel L. Jackson — is Spike Lee’s Chi-Raq. Maar dit wordt meer dan gecompenseerd door het ijzersterke concept: het koppelen van Aristophanes’ Lysistrata (411 voor de Gangbare Jaartelling), waarin de vrouwen hun mannen seks ontzeggen totdat ze ophouden met oorlogvoeren, aan een hedendaagse gang-oorlog in Chicago tussen de Trojans en de Spartans. Het machismo en seksisme en de theatraliteit van zowel de straatcultuur als Lee’s musicalachtige moraliteit overbruggen hierbij bijna tweeënhalf millennium.

Er zijn meer voorbeelden. Denis Coté’s Boris sans Béatrice: structureel mislukt, maar interessant. Michael Grandage’s debuutfilm Genius: gelukt maar bijna geheel oninteressant (op die ene scène na waarin Thomas Wolfe met zijn editor een langdradige, maar prachtige alinea terugredigeert tot twee essentiële zinnen). Et cetera. Waarbij de mate waarin de films gelukt of interessant zijn natuurlijk verschilt.

In plaats van vier categorieën kunnen we ook twee assen nemen, met de mate van gelukt en de mate van interessant, zodat elke film op de grafiek één punt inneemt. Als je dan vervolgens alle films van een festival door kundige critici hierop zou laten beoordelen, zou je een puntenwolk kunnen creëren — big data — die een profiel oplevert van zowel de neus voor vakmanschap (‘gelukt’) als voor kunst (‘interessant’) van bijvoorbeeld de Berlinale. En, met de hoeveelheid mislukte maar interessante films, het lef en gevoel voor experiment.

Kees Driessen | Ronald Rovers